1/17/2010

 

Bij ons in Nederland


Vorige week donderdag heb ik een dialoogtafel geleid van een bijeenkomst over Nieuw Cultureel Burgerschap van Stichting Interart, met Paul Scheffer en Tariq Ramadan. Het was leuk dat ik nu eindelijk een keer een dialoog heb geleid, want de vorige keer met de Dag van de Dialoog in Utrecht ging het op het laatste moment niet door. Ik was heel blij dat ik hier naartoe kon, ondanks dat het tegelijk was met de Vakantiebeurs waar ik een stand had. Een vriend zei dat dit echt iets voor mij was en dat klopte.

Er was eerst een dialoog tussen Scheffer en Ramadan, daarna dialogen van het publiek aan allemaal tafels en daarna een nabespreking met een panel.

De gespreksleider vroeg aan Ramadan of hij de twee oevers van de rivier wil beschrijven waartussen hij bruggen bouwt. Ramadan gaf een antwoord wat ik niet verwacht had. Hij zei dat hij geen bruggenbouwer is, dat het een sticker is die hem ten onrechte wordt opgeplakt. Hij was hoogleraar burgerschap en identiteit in Rotterdam, daar heeft hij zich mee bezig gehouden, niet met bruggen bouwen. Hij is als moslim opgegroeid in Europa, dus hij is een Europees moslim. In de boeken die hij schrijft en de lezingen die hij geeft, legt hij uit wat dat voor hem betekent en wil hij andere Europese moslims helpen hun identiteit vorm te geven. Niet-moslims interesseren hem in feite niet zo erg, bedacht ik me opeens. Vandaar dat hij weinig moeite doet om bruggen te bouwen naar niet-moslims en dat hij zich niet zoveel zorgen maakt over of zij hem wel goed begrijpen. Een probleem voor veel niet-moslims in Europa is dat de islam hier steeds zichtbaarder wordt (vandaar dat tegen de minaretten is gestemd in Zwitserland). Hoge bomen vangen veel wind. Ramadan zelf is ook zichtbaar. "Een goede moslim is voor Nederlanders een onzichtbare moslim", zei Ramadan, want daarvoor zijn mensen niet bang of geirriteerd.

Er was een mevrouw aan mijn tafel die steeds hoopte dat Ramadan iets extreems zou zeggen, want dan kon ze hem daar mooi op "pakken". Ze was teleurgesteld dat hij totaal niets extreems heeft gezegd. Toch vertrouwt ze hem voor geen meter (ze zei ook dat ze niets nieuws heeft gehoord, maar dat komt volgens mij omdat ze uberhaupt niets gehoord heeft, ze heeft alleen geprobeerd extreme uitspraken op te vangen). Waar komt dat rare idee toch vandaan van dat Ramadan een wolf in schaapskleren is? Mensen zijn bang voor de islamisering van Nederland omdat het vertrouwde Nederland van vroeger daardoor verandert. Ramadan steunt dit proces door de identiteit en het zelfvertrouwen van Europese moslims te versterken. Dat is geen verborgen agenda, daar is hij open over. Hij doet zich volgens mij niet anders voor dan hij is. Als mensen hem willen bekritiseren moeten ze dat niet met oneigenlijke argumenten doen.

Met Paul Scheffer ben ik het niet altijd eens - eigenlijk vind ik zijn ideeen wat ouderwets, niet erg vernieuwend, we zouden toch een keer wat verder moeten komen dan alleen de stelling te herhalen dat we maar flink de confrontatie moeten aangaan tussen autochtonen en allochtonen, dat alles gezegd moet kunnen worden - maar ik heb veel bewondering voor de rustige neutrale en goed onderbouwde manier waarop hij debatteert. Hij bekijkt zaken van meerdere kanten, hij heeft heldere analyses. Ik wou dat ik op dezelfde manier afstand van mijn emoties kon nemen, zodat mijn blik niet verkleurt door opwinding en ik niet probeer om anderen te overtuigen alsof ik de absolute waarheid bezit. Ik ben gevoelig voor wat ik als onrecht ervaar, en dan heb ik het verlangen om ten strijde te trekken tegen dat onrecht. Maar daarmee overtuig ik mensen juist niet, maar wek ik irritatie. Ik merk dat wel op het moment dat het gebeurt, maar het is moeilijk om het te veranderen.

Scheffer en Ramadan zijn allebei slimme en genuanceerde sprekers. Hoewel ze totaal verschillende achtergronden hebben, zijn ze het redelijk met elkaar eens wat betreft het integratiedebat.

Misschien waren de persoonlijke verhalen van de mensen aan mijn tafel nog wel interessanter dan het gesprek tussen Ramadan en Scheffer.
In een van mijn eerste posts op deze blog, van 7 april 2005, haal ik een artikel van Fouad Laroui aan, genaamd: "Ik eis mijzelf terug". Ik heb het daar later wel eens met iemand over gehad die zei: "Waarom wordt Laroui nu eigenlijk zo boos, zo erg is het toch niet?" Laroui werd boos omdat iemand hem vroeg: "Hoe denk jij als moslim over...?". "Ik denk niet als moslim, ik denk als mens", zei Laroui. Deze zelfde zin - hoe denk jij als moslim... - werd twee keer genoemd tijdens de dialoogbijeenkomst. Mostafa Hilali zei: "Je vraagt toch ook niet: 'Hoe denk jij als groenteboer over...?' Ik ben moslim, en ik ben een man, ik ben hoger opgeleid, ik heb bepaalde hobby's, waarom zou ik speciaal als moslim moeten zeggen hoe ik over iets denk?" Het lijkt erop dat het vaak gebeurt dat mensen deze vraag stellen aan moslims / allochtonen. Daarmee behandelen zij iemand als een object in plaats van een mens. Het idee is dat alle moslims hetzelfde denken. Dat is een van de kernpunten in de filosofie van Levinas, dat je de ander niet tot een object mag reduceren. Als we goed willen samenleven dan moeten we ophouden om elkaar op die manier te stigmatiseren. Een meisje uit Bosnie vertelde dat ze gek werd van haar huisarts die steeds zei: "Bij ons in Nederland doen we dat zo en zo." Nederland is van iedereen die er woont, er is geen "ons Nederlanders" waarmee je buitenlanders kunt uitsluiten.

Mostafa Hilali zei aan het eind van de middag: "Laten we vaker dit soort dialogen organiseren. Maar dan nemen we onze vrienden mee en spreken we af in de kroeg. Wedden dat we het dan niet over multiculturele drama's gaan hebben, maar over zaken zoals:

Comments: Post a Comment

<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?