9/30/2007

 

Verlangen is het volgen van de Kudu

Bert den Boer en Wim Huijser hebben een boek geschreven genaamd “Leef je verlangen”, met 16 interviews met bekende en minder bekende Nederlanders. Er staat een interview in met Stef Bos dat mij sterk heeft geraakt. Wat zijn zijn gedachten mooi (zoals ook blijkt uit zijn liedteksten). Verlangen is een erg boeiend en belangrijk concept volgens mij, en sterk verbonden met vrijheid en geluk. Ik zal Stef Bos citeren en tussen de citaten door op hem reageren.

“Verlangen is iets wat aantrekt. Het zit niet ín je, maar ligt in je verbeelding buiten jezelf. Ik denk dat de schoonheid van de mens gelegen is in zijn onvolledigheid. En de essentie van het verlangen is het zoeken naar die volledigheid. Het is heel belangrijk om het verlangen in stand te houden, en om het niet te concretiseren in een doel, of een reële droom.”

Waarom mag het geen concreet doel of een reële droom zijn? Die vraag heb ik lang over nagedacht. Alain noemde een paar voorbeelden uit de film “The Secret” over mensen die een enorm geldbedrag boven hun bed hangen om van te dromen, of hoe hij zelf graag een vijfdeurs Golf zou willen. Maar dat soort dingen droom ik eigenlijk nooit van. Materiële dingen voor mezelf daar geef ik weinig om.

Ik begrijp wel waarom de droom beter niet te concreet kan zijn. Als je een gedetailleerd plaatje voor je ziet van welke persoon je wilt trouwen, welke dingen je wilt hebben, hoe je leven precies moet zijn, dan maakt een kleine afwijking daarvan, iets wat onhaalbaar blijkt te zijn, dat de hele droom in duigen valt. Als de auto vijf deuren moet hebben dan is een auto met drie deuren een teleurstelling. Terwijl als de droom is dat je onafhankelijk bent en op ieder moment lekker weg kunt met je auto (of een ander vervoermiddel), dan valt de droom niet in duigen als de auto minder dan vijf deuren heeft.

Als je droom wat abstracter is, een waarde is, dan kun je hem op allerlei manieren invullen. Dus je kunt altijd blijven dromen en die droom blijven volgen. Toch is het volgens mij niet altijd mogelijk om zo abstract te verlangen. Als je verliefd bent op iemand dan verlang je toch vooral naar die persoon, niet zo naar de liefde in het algemeen. Dus het is dan onvermijdelijk dat de kans op teleurstelling groter is.

“De mens heeft de droom nodig om de dynamiek in zijn leven te houden. Ik zie in mijn eigen leven – maar ook als ik om mij heen kijk – dat op de momenten dat ik niet naar iets verlangde, alles erg grijs en mistig werd. Wezenlijk leven zonder verlangen is eigenlijk dood zijn. De schoonheid van de onvolledigheid, dat is het voor mij. Ik voel soms dat ik heel dicht bij die volledigheid ben. Dan heb ik het gevoel een Icarus te zijn, dicht bij de zon. Op het moment dat ik muziek maak, of op de fiets zit of ergens een prachtig uitzicht zie, dan krijgt dat verlangen opeens een gezicht. Dan klopt het. Het moment dat je beseft dat alles samenkomt en dat het licht erop valt. Het gaat om het wezenlijk híer en nú voelen.
Het is ook een Godsbesef. Ik heb niets met de instituten die spiritualiteit bureaucratiseren om in hun voordeel te gebruiken of er een machtspositie aan te ontlenen. Maar ik vind godsdienst even interessant als literatuur, poëzie, theater en muziek. Dat is voor mij één. Het komt allemaal voort uit de menselijke verbeelding. Het Godsbesef is voortdurend aanwezig bij de zwarte culturen in Afrika. Het is ongelooflijk mooi hoe de mensen er daar mee omgaan. Daar heb ik mijn cynisme wel afgeleerd. Zij zijn direct verbonden met muziek en verbeelding, maar zonder waarheidsbevinding. Die mensen kennen geen dogmatisme. Ze kennen een veel emotionelere beleving van religie, muziek en literatuur. Het goddelijke ligt ook altijd dichtbij ontroering. Wezenlijke ontroering bespringt je van achteren, zonder dat je het in de gaten hebt. Echte ontroering zie je nooit aankomen. Het goddelijke overkomt je.”

Stef Bos heeft een erg mooie poëtische manier van denken. Laten we de rationalisering loslaten. We moeten niet denken dat we alles zo kunnen controleren, naar onze hand zetten, wetenschappelijk onderzoeken en bewijzen. Levinas schrijft daar ook veel over, over het geraakt worden, als een passief handelen, als iets dat mij overkomt wanneer ik het gezicht zie van de ander. Dat is waarom de goedheid die wakker wordt met het geraakt worden onvermijdelijk is, omdat het ons overkomt.

“Wat is eigenlijk het tegenovergestelde van verlangen? Verloren zijn is denk ik het tegenovergestelde. Iemand die depressief is, is ook verloren voor zichzelf. Als iets met verlangen samenhangt, is het de verbeelding: dingen zien die er niet zijn. Of dingen durven zien die eventueel zouden kunnen komen. Als je in een depressie zit, zie je in niets meer de betovering of de verwondering.”

De verbeelding is essentieel. Verbeelding geeft vrijheid, zoals ik al eerder schreef en het brengt me in beweging. Door een droom te zien, een richting te zien van waar je heen wilt, kun je een stippellijn uitstippelen en op weg gaan. Dan verdwijnt het depressieve lusteloze gevoel.
Kun je mensen leren dromen? Kun je mensen leren betovering en verwondering te voelen? Wat kun je doen om het verlangen terug te laten komen bij mensen die depressief zijn? Ik heb dat wel af en toe, het gevoel van lusteloosheid en onverschilligheid, van leegheid en eenzaamheid, vooral als ik moe ben. Maar het gaat niet heel diep en ik weet altijd, ook op de meest zware momenten, dat mijn verlangen en het lichte gevoel weer terug zal komen, en best snel. Meestal alweer de volgende dag. Ik heb dus geen aanleg voor depressiviteit, mijn optimisme en vrolijkheid is veel sterker aanwezig in mijn aard. Ik kan me die gevoelens in ieder geval nog herinneren op het moment dat ik het niet zelf voel.

“Heel mooi is de jagerskunst van de Khoikhoi, de bosjesmannen, de originele bevolking in Zuid-Afrika. Zij hebben een prachtige manier van jagen. Soms zitten ze drie, vier dagen achter één springbok of kudu aan. Ze jagen het niet op, maar volgen dat beest, terwijl ze toch altijd op een afstand blijven. Ze hebben de conditie van een beer. Het beest voelt op een bepaald moment de dreiging en de aanwezigheid van die jagers. Dan stopt het. De jager staat er een paar honderd meter achter. Dan ontstaat voor mij het beeld van verlangen. De kudu draait zich om en kijkt recht in de ogen van de bosjesman, die zelf niet hoger is dan éénmetervijftig. Zij kijken elkaar aan. De kudu staat doodstil. Ze worden als het ware één. Dat is de verhouding van de moeder en het kind, of twee geliefden, die zonder het te hoeven zeggen weten dat ze voor elkaar bestemd zijn. Het paradoxale is alleen dat één van de twee dood moet. Dan pakt de jager zijn pijl en boog, en schiet: Tak!. Dat beest staat daar nog, kijkt en denkt waarschijnlijk: oké, het is goed zo. Op dat moment zijn jager en prooi één leven. Ik heb zelf wel eens het gevoel dat die kudu naast mij loopt, dat die kudu aanwezig is. En dat is veel mooier verlangen dan erop te moeten jagen. De blik van dat dier is acceptatie en volledige overgave.”

Deze tekst is ook heel Levinasiaans, ook al is de ander in dit geval een dier dat gedood moet worden i.p.v. een andere mens die ik juist niet mag/kan doden. De blik van de ander raakt mij, wij worden één en toch blijven we van elkaar gescheiden. We zijn met elkaar verbonden, de ander maakt mij verantwoordelijk. De ander roept mij op en ik kan niet anders dan te reageren. De ander is degene die kwetsbaar is, de kudu is degene van wie ik binnenkort het leven ga afnemen. Maar de kudu is ook mijn meester, want alleen hij kan mij zo aankijken, mij wakker maken en mijn leven veranderen. De jager en de kudu zijn met elkaar verbonden, ze kunnen niet zonder elkaar. Er is een warme acceptatie / aanvaarding van wat er gebeurt, het heeft zo moeten zijn. Aanvaarding, overgave en bestemming; dat zijn religieuze woorden. Ik vind het jammer dat dat zo weinig aanwezig is in de Westerse cultuur, een gevoel van aanvaarding en overgave aan datgene wat ons overkomt, overgave aan de blik van de ander. Het idee om voorbestemd te zijn klinkt hier vaak negatief, als een beperking van vrijheid. Maar ik vind het idee om voorbestemd te zijn juist heel mooi, ik zal alles warm aanvaarden wat voor mij bestemd is, ook als het moeilijk is en mij verdriet doet.

“Ik wil in wat ik doe zo dicht mogelijk bij mezelf komen. Door rustig door te gaan, maar alle ballast overboord te gooien. Ik heb de meeste goede beslissingen in mijn leven intuïtief genomen. Het verlangen is het maatje dat met mij meeloopt, zoals Coelho dat beschrijft. Dat is een manier van leven. Als je vraagt: waar gaat dat dan naartoe? In de letterlijke zin is dat de verlichting. Dat je steeds lichter wordt. Het is een weg die je aflegt. En met het ouder worden, wordt die alleen maar mooier. Het gaat om die weg. En het doet er niet toe of het nou daar is, of iets verder, of hoe ver je daar precies in geraakt. Maar je moet wel de richting vasthouden. Dat is wel het moeilijke van onze tijd. Er is zoveel rotzooi. Er is zoveel geestelijke vervuiling die voortdurend iets van jou wil. Ik probeer dat steeds van mij af te houden. Want ook al vraag je er niet om, het laat zich de hele tijd aan je zien. Het toont zich en dat leidt erg af. Waar het echt over gaat, dat mag je het verlangen noemen. Zonder enige twijfel. Het is toch weer die kudu, die je weg bepaalt. Je moet niet vastzitten aan een richting, maar de kudu volgen. Je moet het ruiken, je moet het voelen, maar je moet het niet beredeneren. Het is vasthouden aan je eigenlijke verlangen. Je hebt het verlangen nodig om je richting te bepalen. Het is iets wat in ons allemaal zit. Dat vind ik ook zo prachtig in de poëzie. Je voelt direct wanneer het raakt. En je kunt het verliezen door je af te laten leiden door je ego of je omgeving. Er zijn gelukkig mensen die naar de essentie zoeken. Het gaat mij om de mensen die vóór ons geleefd hebben. Die hebben allemaal dat pad moeten lopen, en dat is een mooi pad, als je het jezelf niet altijd te gemakkelijk maakt. Dat hoort erbij.”

Daar heb ik het lang geleden, toen ik een jaar of 17 was, met Yuri over gehad. Hij zei dat je niet altijd de makkelijkste weg moet kiezen. Ik begrijp steeds beter waarom de moeilijke weg meer voldoening geeft. Niet bang te zijn voor de hindernissen, je niet te laten afleiden en je niet te laten leiden door gemak. Als je je laat leiden door je verlangen, door de kudu, dan schrikken de moeilijkheden je niet af, je ben bereid alles te aanvaarden en je bestemming te volgen. Dat is wat ik wil en dat is wat mij gelukkig maakt.


Altijd als je denkt
Dit is het einde
Sta je op de grens
Van wat begint
Altijd als je alles
Denkt te kennen
Laat alles zich opeens
Weer anders zien

Vanuit de stilte
Wordt een nieuwe stem geboren
En je voelt een ander
Evenwicht ontstaan
En je hebt een lied al
Duizend keer gezongen
Maar nu weet je pas
Waarover het moet gaan

En je ziet de eerste keer
De bladeren vallen
In het tegenlicht
Van de najaarszon
En het bloed stroomt ergens heen
Waar het niet gaan kan
En je weet niet wat het is
En hoe het komt

En de liefde komt tevoorschijn
Uit het donker
Het verlangen sluit zichzelf
Niet langer op
En een engel uit de hemel
Laat zich vallen
En je vindt zonder te zoeken
Wat je zocht

Zoveel wat je ziet nog niet geschreven
Zoveel wat je denkt nog niet geweten
Zoveel wat je hebt nog niet gegeven
En je zou nog
Duizend jaren kunnen leven

En je mist opeens
Degenen die verdwenen
Met de laatste trein of
Met de noorderzon
Want er is opeens
Weer zoveel om te delen
Als de avond valt en
Als de winter komt

Altijd als je denkt dit is het einde
Sta je op de grens van wat begint
Het begint


9/28/2007

 

Het leven is mooi

Soms heb ik van die dagen
Dat het leven mij verveelt
Kan en wil ik niets verdragen
Heb ik weer een dag verspeeld
Maar kijk ik dan naar het leven
Het leven om mij heen
Dan ben ik snel genezen
Want ik kan het niet alleen

Een vogel die vliegt
Die vliegt door de lucht
En de lucht is zo blauw
Net als die ogen van jou
Ik loop door het gras
En ik denk terug aan toen
Ik lag daar met jou
Wist niet wat ik moest doen

Want die eerste keer met jou
Was pas de eerste keer voor mij
Wat heb ik toen gestunteld
Maar wat waren wij blij

Zoals de wind een boom bemint
Zoals het zonlicht op het water blinkt
Zoals de dag de nacht verdringt
En al wat leeft ontwaakt en springt
Beweegt en zingt
Tot leven dwingt

Het leven is mooi
Veel te mooi om te treuren
Straks is het voorbij
Maar wat loop ik te zeuren
Mijn vader die lacht om een grap op tv
Ik weet niet waarover
Toch lach ik met hem mee

Het leven is mooi
Vaak veel mooier dan het lijkt te zijn
Ik zie een vlinder en ik voel me vrij
Geniet van wat je ziet of doet
Geniet, geniet, geniet :)

Van Madame Perdu

9/22/2007

 

Doorgeslagen individualisering

Het onderstaande is een online filosofisch gesprek met Coralie via de Cyber Filo Cafe discussielijst.

Coralie schreef:

Hallo allemaal,

Ik wil graag iets met jullie delen. Nieuwsgierig wat jullie daar van vinden. Namelijk de volgende stelling: Het leven is IN PRINCIPE alléén. Maar wij hebben als kind niet de kans gekregen om dit te leren.

De stelling is mij de laatste maanden duidelijk geworden, als resultaat van mijn persoonlijke 'groeiproces'. Ik zal een uitleg geven hoe ik hier toe gekomen ben:
Tijdens mijn biologie-studie heb ik naar films van Chimpansees gekeken. Chimpansees zijn de naaste verwanten van de mens. Zij lijken (genetisch)meer op ons dan op andere mensapen. Het is mij bij deze studie opgevallen hoe anders chimpansee moeders met hun kinderen omgaan als wij mensen. De moeder laat het kind geen minuut alleen. Het kind staat volledig centraal in het leven van de moeder gedurende ongeveer 2 à 3 jaar. In die tijd krijgt de moeder ook geen nieuwe baby. Dit heeft mij indertijd aan het denken gezet.

En ik ben mij gaan verdiepen in de omgang van moeder en kind bij 'primitieve' volkeren. Daar zie je hetzelfde beeld: de moeder draagt het kind altijd bij zich,ook tijdens het werk (draagzak). En in de eerste 2 à 3 jaar van het leven van het kind zal de moeder niet opnieuw zwanger worden.Ook slaapt het kind altijd bij de moeder in bed, 's nachts. Net zo lang als het kind dat wil. Pas wanneer het kind zelf de behoefte krijgt om apart te gaan slapen komt er een scheiding van kind en moeder. Dit is meestal ongeveer als het kind 3 jaar oud is. (Uiteraard per kind verschillend.) Zo lang als het kind de behoefte voelt om voortdurend in contact met de moeder te blijven, zal dat ook gebeuren. Het kind zal zich pas los maken van de moeder als het daar aan toe is, daartoe zelf de behoefte voelt. En zo leert het kind zijn eigen weg te zoeken, en om alléén te zijn in het leven, wanneer hij dat nodig vindt.

De manier waarop ik zelf ben opgevoed staat hier ver van af. En om mij heen heb ik nooit een gezin gezien waar dit patroon gold. Dat dit gevolgen heeft, moet hebben, dat leek mij altijd wel logisch, maar wat zijn die gevolgen dan? Het is nu vele vele jaren later. En laatst drong het plotseling tot me door, dat onze maatschappij vooral bestaat uit mensen die heel veel moeite doen om 'er bij te horen'. Mensen die zekerheid zoeken en er moeite mee hebben af tewijken van de 'norm', moeite hebben om hun eigen weg te gaan. En opeens viel het kwartje: Wij hebben als kind niet de kans gekregen om dit te leren... Ben benieuwd of er (nog) mensen zijn in dit café die dit kunnen volgen.

Groet,

Coralie

PS: Ik schrijf dit bericht omdat dit zo'n belangrijk inzicht is voor mij, dat ik het sterker wil maken door het met anderen te delen. Om het niet te snel weer te vergeten....

***

Mijn reactie:

Beste Coralie,

Ik ben het gedeeltelijk met je eens. Maar ik denk eigenlijk dat we in Nederland juist te veel hebben geleerd alleen te zijn en het samen zijn hebben afgeleerd, dat we te veel op onszelf als individu gefocust zijn. Ik vind het mooi hoe Afrikaanse vrouwen op het land werken met hun kind op de rug. En het fenomeen van echtscheidingen en alleenstaanden komt onder apen niet voor ;)

Er zijn maar weinig culturen zo individualistisch als de Nederlandse. "Ikke ikke ikke en de rest mag stikke". Alsof ik "recht" heb op voldoende individueel geluk (afdwingbaar), alsof de wereld alleen om mij draait. En de ander zoekt het zelf maar uit. Voor mensen die hulp nodig hebben zijn er bijstandsuitkeringen, buurthuizen, bejaardentehuizen en kinderdagverblijven (bij sommige kun je de kinderen zelfs in pyama afleveren). We zijn niet meer zo afhankelijk van elkaar; van onze vrienden en familie. En daardoor zijn we onze onderlinge solidariteit grotendeels kwijtgeraakt. We hebben al behoorlijk lang niet echt meer te maken gehad met problemen als oorlogen, hongersnoden, veel ernstige ziektes zonder ziekenhuis, massale kindersterfte, etc. In vergelijking daarmee zijn onze problemen meestal luxeproblemen.

In Afrika ben je eigenlijk nooit alleen - en dat geldt dan vooral voor de kleine afgelegen dorpen. Je woont samen met de hele familie, bergen kinderen, ooms en tantes en opa's en oma's. Het werk, het eten, het leven; alles wordt samen gedaan, mensen helpen elkaar, ze delen wat ze hebben en ze bundelen hun krachten. Dat is hard nodig om te overleven en zo gaat het al eeuwen.
(Hoewel de keerzijde van de medaille is dat de individuele vrijheid beperkt is en dat de sociale controle sterk is.) Dus het gaat niet in de eerste plaats om "ik", in de eerste plaats is er "wij/ons". Je hoeft geen speciale persoonlijke identiteit te vormen, je hoeft niet bang te zijn dat je er niet bij hoort, je hoeft je niet af te zetten tegen je ouders in je pubertijd. En ik denk niet dat kinderen zich op een bepaalde leeftijd zo bewust losmaken van hun moeder. Er is altijd een hele groep mensen die een kind opvoedt (it takes a village to raise a child), inclusief de oudere zussen/nichtjes/grootouders etc. Kinderen worden best snel volwassen, maar het groepsdenken blijft op de eerste plaats komen, ook wanneer zij ouder worden.

Je zei:
"En laatst drong het plotseling tot me door, dat onze maatschappij vooral bestaat uit mensen die heel veel moeite doen om 'er bij te horen'. Mensen die zekerheid zoeken en er moeite mee hebben af te wijken van de 'norm', moeite hebben om hun eigen weg te gaan."

Ik ben het op dit punt dus met je eens, alleen om een andere reden dan die jij noemde. Ik denk dat onze samenleving voor veel mensen moeilijk is om in te overleven, en vooral dat het moeilijk is om hier gelukkig te zijn. Wij moeten ons in ons eentje zien te redden. De eisen waar je aan moet voldoen om mee te komen zijn hoog. Je moet sterk zijn, je moet moeite doen om vrienden te maken, je moet erop uit gaan, je moet sociaal vaardig zijn en je moet assertief zijn om een partner aan de haak te slaan, om werk te vinden, etc.. Als je kwetsbaar bent, met beperkingen, dan ben je minder aantrekkelijk voor de ander en dan is het extra moeilijk.
Het kan soms kaal en leeg voelen, de eenzaamheid, de onverschilligheid, de doelloosheid, het gebrek aan solidariteit en saamhorigheid. En mensen die lang alleen hebben geleefd kunnen vaak niet goed meer met anderen samen leven, maar ze missen wel iets.

Als je in Afrika iedere dag veel moeite moet doen om met hard werken genoeg te eten te hebben, dan heb je geen tijd om veel te worstelen met levensvragen en existentiële angsten. Wij hebben daar echter alle gelegenheid voor. Het is dus niet voor niets dat depressiviteit een veelvoorkomend probleem is in de westerse wereld.

Ik denk dat we met de individualisering zijn doorgeslagen in Nederland. We moeten proberen de solidariteit en gemeenschapszin te versterken, dat zal ons gelukkiger en minder onzeker maken.

En is het leven in principe alleen? Nee denk ik. Uiteindelijk zijn wij altijd alleen / gescheiden van de ander, we kunnen niet samen één worden. Maar we kunnen wel samenwerken, samen leven en solidair zijn.

Groeten,

Esther


***

Reactie Coralie:

Hallo Esther,

Met wat jij schrijft ben ik het helemaal eens. Tot op de laatste letter. Jouw verhaal en het mijne bijten elkaar ook niet. Ze vullen elkaar aan. De onveiligheid van het kleine kind (de pas geboren baby die in een wieg in de kinderkamer wordt gelegd, die de moeder laat huilen omdat de deskundigen zeggen dat dit beter is) vindt z'n voortgang in de onveiligheid van het volwassen individu (die zijn 'dorp' en zijn familiegroep kwijt is, en in de stad moet leven tussen 'vreemden' en daar zijn plek moet bevechten ).

En als je in het eerste stukje van je leven weinig steun hebt ondervonden, weinig kans (veiligheid) hebt gekregen om je eigenheid te ontdekken en je eigen kracht te ontwikkelen, dan wordt het in het tweede stukje nog moeilijker.

Heb je wel eens van 'hechtingsstoornis' gehoord? Dat zeggen ze van kinderen waar de moeder-kind binding niet goed verlopen is. Die hebben een hechtingsstoornis.
(Mijn verhaal over 'de mensenlijke zwakte' komt er eigenlijk op neer dat in onze Westerse maatschappij iedereen in meer of mindere mate last heeft van hechtingsstoornis, veroorzaakt door de gebruikelijke manier van omgaan met hele jonge kinderen.)
Mensen met hechtingsstoornis ontwikkelen juist vaak het gedrag wat jij beschrijft: ikke ikke en de rest mag stikke. Als overlevingsstrategie.

En wat is nu de oplossing? Ik denk dat de eerste stap is om ons bewust er van te worden. Dat helpt al een boel. En dan kijken of er nog iets te helen valt...

Groet,

Coralie


9/17/2007

 

Grote mannen en hofsletten

Niet alleen allochtonen doen aan inburgeren en integreren. Ik ben zelf ook een soort nieuwkomer. Ik spreek dezelfde taal – hoewel ik niet altijd kan volgen waar het over gaat met de BV en de ABV, de Blauwe Engel, de grote mannen en de hofsletten ;). En ik kom niet uit een ander land, maar wel een beetje uit een andere wereld.
Ik ben een nieuwkomer in het project "Gemeenschappelijk Wonen" in Nieuwegein.
Dit is dus een mooie gelegenheid om met “participerende observatie” te kijken hoe dat gaat, dat inburgeren.
En het gaat goed, ik heb er zeker geen spijt van dat ik hier ben gaan wonen. Het gaat een beetje met golfbewegingen op en neer: het thuis voelen en het nog onwennig voelen. Om echt een band op te bouwen met de mensen hier heeft meer tijd nodig. Maar de algemene lijn is dat het inburgeren en thuis voelen goed gaat.

Voor de nieuwkomer is het belangrijk om met een open houding de gemeenschap tegemoet te treden, eerst goed kijken en luisteren hoe het hier gaat, niet te snel oordelen en niet te veel zelf invullen. Arthur zei een keer dat het “niet-weten”een goed beginpunt is om arrogantie en vooroordelen te vermijden. Als er iemand (nog) niet weet dan is het de nieuwkomer, dus dat is een situatie die je mooi kunt benutten. En vooral ook meedoen, want dat is de handigste manier om de mensen en manier van leven te leren kennen en een band te krijgen.
En wat ik me al vaker bedacht heb m.b.t. de multiculturele samenleving dat merkte ik nu ook heel duidelijk: het gaat niet alleen om de houding van de nieuwkomer, de houding van degenen die er al langer waren is minstens zo belangrijk. Het maakt veel verschil dat ik me hier welkom voel. Mensen komen uit zichzelf naar me toe, het contact leggen komt niet alleen van mijn kant. Het is laagdrempelig, ik kan zo naar de kroeg gaan, aanschuiven bij het kampvuur, meedoen met de activiteitenweek, naar het gamelab gaan of meedoen met een wandeling, en ik raak vanzelf met mensen aan de praat. Ik ben bij voorbaat geaccepteerd in het GW, ik hoor erbij. Die acceptatie komt alleen op losse schroeven te staan als ik mij storend gedraag. Als ik mij normaal gedraag dan is er een prima basis om vriendschappen op te bouwen.

Ik denk dat de omstandigheden voor inburgering hier dus veel beter zijn dan meestal het geval is voor allochtone nieuwkomers in de grote steden. En bijvoorbeeld het interculturele theehuis van Vluchtelingenwerk kan hierbij heel belangrijk zijn. Niet om gezellig multi-culti hapjes te eten, naar wereldmuziek te luisteren en politiek correct (soft) te doen alsof er helemaal geen problemen zijn in de multiculturele samenleving. Maar dus wel zodat nieuwkomers zich welkom voelen en een plek hebben waar zij op een laagdrempelige manier andere mensen kunnen ontmoeten. Waarin we elkaar accepteren zoals we zijn en we samen wat maken van ons "dorpje".

Foto's van de Zeskamp van gisteren


9/11/2007

 

Wat is vrijheid? / Gegen die Wand

Begin deze week zag ik de film Gegen die Wand voor de tweede keer. Ook nu weer maakte de film veel indruk. Ik bedacht me dat iets over de film had geschreven (in mijn vragenschrift) de eerste keer dat ik hem keek:

Wat is vrijheid? (16-10-2004)

Ik heb de film "Gegen die Wand" gezien, waarin vrijheid een centraal thema is. Ik moest denken aan de tekst in een liedje van Janis Joplin: "Freedom is just another word for nothing left to loose." Maar je hebt altijd je leven te verliezen, tenzij het je niets waard is. Totale vrijheid bestaat niet, of je hebt er niets aan. Als je niets te verliezen hebt waardeer je de vrijheid niet. Totale vrijheid betekent totaal geen grenzen. In een sociale wereld waar je met andere mensen samenleeft gaat dat niet.

De mannelijke hoofdpersoon, Cahit, is voortdurend dronken. Hij heeft zichzelf niet onder controle, hij is gefrustreerd en slaat er meteen op los als hij beledigd wordt. Het is mooi aan het begin van de film, dat de psychiater hem vraagt waarom hij zelfmoord wilde plegen. Cahit vraagt waarom de psychiater denkt dat het zelfmoord was. De psychiater antwoordt dat er geen remsporen zijn, terwijl hij keihard met zijn auto recht op een muur afreed. Maar Cahit had niet besloten dat hij dood wilde, zijn geest was jaren daarvoor al dood, zegt hij verderop in de film.

Voordat hij Sibel ontmoette had hij niets te verliezen. Maar dan heeft de vrijheid geen waarde, dan is het leeg en zinloos en vreemd genoeg is het tegelijkertijd een vorm van gevangenschap. De vrijheid van Sibel is mooi. Ze wilde met Cahit trouwen omdat ze daarmee van het juk van haar ouders en familie bevrijd wordt. Haar drang naar vrijheid is dat ze met verschillende mannen naar bed wil, gewoon voor de lol en zonder zich te binden in een relatie. Hoewel het al snel tot jaloezie kan leiden is dat op zich een vorm van vrijheid die geen schade hoeft aan te richten.


Het is een film vol passie. De passie van diepe wanhoop en van groot geluk. Het is vreemd dat diepe wanhoop bijna hetzelfde is als onverschilligheid, omdat je niets te verliezen hebt, dat je nergens om geeft en je dus onverschillig bent. Maar dat is een ander soort onverschilligheid dan de saaiheid van een middelmatig en routinematig bestaan.
Het heeft iets moois, zo extreem als Cahit en Sibel leven, maar ook iets heel triests. Op de rand tussen leven en dood is heel intens. Zij doen meteen wat er in hen opkomt, wat 'gewone' mensen nooit durven. Maar dat is dan ook meteen levensgevaarlijk, zoals het gevecht van Sibel met drie dronken mannen in Istanbul.
Het is vreemd dat het beter met hen gaat naarmate ze steeds meer te verliezen hebben. Dat is logisch natuurlijk, maar ook vreemd, omdat voor hen allebei vrijheid het allerbelangrijkste is. Maar ze hebben toch ook andere mensen nodig. Eigenlijk kun je toch alleen echt vrij zijn als je gelukkig bent, dat is dan toch niet grenzeloos / extreem en met niets te verliezen.

***

Ik heb deze tekst laten lezen aan Coen, van wie ik de DVD voor mijn verjaardag kreeg (die ik dus zondagnacht heb gekeken). Hier is zijn reactie:

Interessant wat je schrijft over de film, toevallig ken ik dat liedje van Janis Joplin goed, ik heb het een keer in een gelegenheidskoortje gezongen en werd ook getroffen door de tekst.

Ik zat nog na te denken over je laatste zin dat echte vrijheid alleen ervaren wordt als je gelukkig bent of voelt. Maar ik kom er niet uit, misschien is die vrijheid meer vrijheid van denken, waarin je je niet beknot voelt door morele normen die je je nu eenmaal in acht moet nemen om met anderen samen te leven.
Of juist dat je je niet gevangene voelt van andermans normen...

Volgens mij maken veel beatniks en andere neo provo's elke keer de fout dat ze vrijheid verwarren met bandeloosheid in gedrag (vrij naar Reve).

***

En mijn reactie:

Vrijheid is iets ongrijpbaars. Ik zei dat je alleen echt vrij kunt zijn als je gelukkig bent. Maar misschien bedoelde ik het een beetje anders. Voor mij heeft vrijheid de meeste waarde wanneer het samengaat met gelukkig zijn, een lege vrijheid heeft voor mij weinig waarde. (Zie ook “It’s my life”.)

Het niet beknot voelen is belangrijk. En ik denk dat vrijheid inderdaad vrijheid van denken is, verbeeldingskracht. En wat dat betreft zou iedereen altijd vrij kunnen zijn, want je mag altijd denken wat je wilt, ongeacht hoe weinig vrijheid je hebt in je dagelijks leven. Maar ook al zijn onze gedachten eigenlijk altijd vrij, toch kunnen we ons erin gevangen voelen.

Op de middelbare school met maatschappij- / filosofieles vroeg de docent: wat vind je belangrijker, vrijheid of liefde? Ik antwoordde zonder aarzelen “liefde”. Maar nu denk ik dat ik vrijheid toch belangrijker vind. Ik kan wel een tijdje zonder de liefde van een partner (en ook gelukkig zijn op die manier). Maar zonder vrijheid kan ik niet gelukkig zijn. “Nothing left to loose”: het voelt fijn om los te laten. Het is vreemd, maar het was een opluchting om de afwasmachine, droger, breedbeeld televisie en meer van dat soort dingen achter mij te laten. En het was een opluchting om mijn 9 tot 5 baan bij de MBO Raad achter mij te laten, ook al heb ik daarmee ook niet meer dat salaris als vast inkomen. Ik heb maar weinig nodig. Wat is het fijn om spontane dingen te doen, om later op te staan als ik dat wil, om mijn dag vrij in te kunnen delen.
Niet leven alleen volgens hoe mijn omgeving dat van mij verwacht, niet klem komen te zitten in een harnas van normen, verplichtingen en verwachtingen, maar leven zoals ik dat zelf wil, waar ik zelf voor kies. Als een vogel in de lucht die de wind in zijn vleugels voelt en die alle kanten op kan. Vrijheid is verbeeldingskracht (zie ook “Sartre en Laroui
), is de kracht om een beeld voor je te zien van waar je van droomt, waar je naar verlangt, wat wezenlijk voor je is, en om in die richting op weg te gaan.
Vrijheid is niet dat je bereikt waar je van droomt. Vrijheid is dat je weet waar je van droomt, dat je het visioen voor je ziet. En vrijheid is de bewegingsruimte om op weg te gaan.

Bandeloosheid is een makkelijke en lege vrijheid. Een beetje bandeloosheid kan wel fijn zijn op zijn tijd :). Maar vrijheid die echt de moeite waard is, is “moeilijke vrijheid”. Vrijheid die samengaat met verantwoordelijkheid, met zingeving, met bewuste keuzes, met gedrevenheid, met liefde, met genieten, met gelukkig zijn, met rekening houden met de ander, kortom: de vrijheid zoals Levinas die beschrijft (ook in de Sartre en Laroui post).



9/05/2007

 

Self-love

So I just came back from the Weerribben. The workcamp was nice, a good group, so it was not too heavy to be a campleader. A first comment that I wanted to make is that in fact there weren't any problems with prejudices, hate or racism towards a culture or country. The crazy images about Pakistani, Muslims, Americans, liberals, communists, Jews, whatever, which you can find on Orkut, were absent in the Weerribben. When youngsters choose to meet other cultures, when they are tolerant and flexible, then it’s not difficult to live together with different cultures. Like in any other workcamp we discovered (or knew it already) that we are all only human and that we are not that different, no matter where we come from. Not that it is always easy to spend two weeks day and night together in a big group, with hard work in the middle of nowhere. There will be fights and annoyances, you have to take each other into account and you have to find a way to work together, to overcome the differences. Your own freedom ends where the freedom of the other starts.

But there is also something else in relation to the workcamp that I wanted to write about. There was a “difficult” participant, I will call him Icarus here. He asked me what he should do “to fix himself”. His mother is from Slovakia, his father from Greece. He says he was born by accident, his parents didn’t want to have a child. His father was always angry with him, he never did anything right, he always got punishments and he always felt guilty. He has got a very low self-esteem / self-confidence. He is often worried about what others might think of him. He talks a lot and loud to gain attention, and he causes trouble, he behaves in a crazy way. He knows that he won’t get much love and appreciation from people when he annoys them but it happens unconsciously. And when he keeps other people on a distance like that, it feels more safe. He thinks he didn’t succeed in anything in his life. Some of his problems are similar to mine, the patterns are recognizable: a feeling of lack of protection / lack of security in my youth, a feeling of uncertainty, that I am good for nothing and that nobody would miss me if I would stop to exist. And the strategies from my youth which I used to survive, I still apply them unconsciously, although they work against me at present. I tried to make myself very small, so nobody would notice me and nobody would hurt me (the opposite of Icarus’ behaviour). But with e.g. a job application this is a bad thing to do, for I won’t get the job when I am very shy / uncertain and when I don’t dare to speak out.
I spoke a lot with Icarus during the workcamp, I tried to help him, but I didn’t succeed much in explaining what I meant. I would like to write him a letter to try to explain it a bit more: the process I went through myself, a process of trying to overcome these problems. I feel much stronger now, with protection against bitterness, with positive thoughts which can lead to positive actions and with more peace of mind and self-confidence.
I think both this kind of problems and possible solutions are quite universal, so that’s why I wanted to write about it at this blog.

***

Dear Icarus,

Your youth was difficult, you had bad luck with your parents who were not ready for you when you came. The goodness of humans is fragile, it is hard to live a happy life when the luggage that you got with you from your youth is wrong, when too many essential things are missing. When your parents didn’t give you enough love it is hard to give love to others yourself. When your childhood felt like a dangerous jungle where you can be attacked any time, you will keep this feeling of uncertainty and danger as an adult. It feels more safe to keep people on a distance so they can’t hurt you.

It is normal for children to be afraid of many dangers and to ask for attention (to see how far you can go to make your parents (and others) care for you). Children cannot help what they do, they are too young to understand, the parents should take care of them. But people who didn’t get the right luggage from their childhood, they can lack behind in their personal development, they might keep acting with the childish survival strategies of the childhood when they become adults. I am 33 years old now, I cannot hide behind the dress of my mother anymore, in fact I don’t need to hide at all, I should be able to face the world. I am no longer the vulnerable child whom you can kick and who cannot defend herself. These feelings of uncertainty, of being worthless, the idea that anything can go wrong any time and that it’s always all my fault, these feelings/thoughts are irrational. The negative thoughts are a result of the difficult childhood, they are not real/true.

There is no need to be afraid, no need to feel guilty / bad about yourself, no need to keep other people on a distance, no need to worry about what they might think of you. And it is not necessary that the whole world likes you and is kind to you. When people dislike you, you should not think negatively about yourself immediately. You can look for people who do like you, and the way you think about yourself should not be determined by the judgements of some random others in your neighbourhood.

If your parents would have told you all the time that they love you very much, that you are a wonderful child and that they are confident that you will bring it far, then you would probably also think about yourself like that. But the image that you parents gave you was negative. In reality the world outside is not so dangerous, mean and unstable as the impression that you got as a child. An you are good, you can be perfect just by being completely yourself.

I know you don’t believe in God. But maybe you can imagine what it would be like if God existed, the good God who cares most about people with difficult lives. God loves you very much, and he loves you just the way you are, he loves you unconditionally. You are unique, there is nobody like you, nobody can stand in your shoes. If you would disappear from the earth it would be a big loss. Nobody can replace you. Everything that happens was meant to be like this.
God wants you to be happy and strong, he hopes that you will hold on, he gives you the strength to hold on. He will forgive you for the mistakes you made. He is keeping you in the palm of his hands. This doesn’t mean that you won’t have to suffer in your life. God has given humans a free will and this means that they can and will choose for evil quite often and that they make other humans suffer.

If you love yourself, if you accept yourself the way you are, totally, if you are confident that you are good and that everything will be alright, then you don’t need to annoy other people anymore, since you will no longer be dependent on their attention. There should have been a caring mother who took her child by the hand and who said: “You don’t have to be afraid, I will protect you. The world is good and nice, you can go out there with confidence, you are a good and strong child.” But if your mother was not like that, then you can be that mother yourself now, you can take yourself by the hand and say: “It will be alright, don’t be afraid, don’t worry”.

That was the hardest part for me, to start loving myself. I also thought that it is a too egocentric and not so healthy feeling to love myself, love is meant to give to somebody else. And I thought that the psychologist was just learning me a trick, pushing me to tell myself a lie. But if God loves me and if I am good when I am myself and if I cannot be replaced, then why wouldn’t I love myself. It is the only way to stop the negative thoughts and to stop the dependence on the appreciation of others.

So what can you do to fix yourself:
- Try to recognize irrational negative thoughts which were your strategy to survive as a child, thoughts like: I am good for nothing, everything that goes wrong is my fault, I am all alone in this world, I have to do everything all by myself, nobody would miss me if I would disappear, everybody thinks I am annoying and stupid, etc.
- Say to yourself that they are irrational and untrue.
- Replace them by more positive and more realistic thoughts: I am good, many things I did went well, many things that went wrong were things I couldn’t help, and I tried my best, I am not alone, there are people who love me, whom I can trust, whom I can ask for help and they will help me, they would miss me when I am gone, it doesn’t matter if there are some people who don't like me, then I will just stay away from them. What people think of me is their own business, I don’t need to be worried about that and to invent myself what they might think, then I had better ask them.
- Try to be silent for a while, try some different strategies. See how it feels when nobody pays attention to you, is it that bad?
- Don’t worry too much, let it go. You are great the way you are, you don’t need to change. You can try to change but just take small steps at a time, you won’t become a totally different person at once and you cannot become somebody else than yourself anyway.
- Give yourself compliments for the things that went well, as the loving mother would say it to you. Don’t punish yourself when something goes wrong. It’s ok, everybody makes mistakes. Just think about how you can do it better the next time.

Good luck and take care,

Esther


***

Ik hou van mij hoor je nooit zingen.
Ik hou van mij wordt nooit gezegd.
Maar ik hou van mij ga ik toch zingen.
Want ik hou van mij, van mij alleen en ik meen het echt.
Ik hou van mij, want ik ben te vertrouwen.
Ik hou van mij, van mij kan ik op aan.
Ik hou van mij, op mij kan ik tenminste bouwen.
Ik hou van mij en ik laat mij nooit meer gaan.

Ik blijf bij mij en niet voor even.
Ik blijf bij mij voor eeuwig en altijd.
Ben zelfs bereid mijn leven voor mezelf te geven.
Ik blijf bij mij totdat de dood mij scheidt.

Houwen van een ander.
Dat heb jij alleen maar nodig.
Omdat je niet genoeg kan houden van jezelf.
Hou van jou joh, maak de ander overbodig.
Ware liefde, geloof me, begint altijd bij jezelf.

Want ik hou van jou is niet de sleutel tot de ander.
Maar ik hou van mij, al klinkt het bot en slecht.
Want wie van zichzelf houdt.
Die geeft pas echt iets kostbaars.
Als-ie ik hou van je tegen een ander zegt.

***
I believe the children are our future
Teach them well and let them lead the way
Show them all the beauty they possess inside
Give them a sense of pride to make it easier
Let the children's laughter remind us how we used to be

Everybody's searching for a hero
People need someone to look up to
I never found anyone to fulfill my needs
A lonely place to be
So I learned to depend on me

I decided long ago, never to walk in anyone's shadows
If I fail, if I succeed
At least I live as I believe
No matter what they take from me
They can't take away my dignity

Because the greatest love of all
Is happening to me
I found the greatest love of all
Inside of me
The greatest love of all
Is easy to achieve
Learning to love yourself
It is the greatest love of all

I believe the children are our future
Teach them well and let them lead the way
Show them all the beauty they possess inside
Give them a sense of pride to make it easier
Let the children's laughter remind us how we used to be

And if by chance, that special place
That you've been dreaming of
Leads you to a lonely place
Find your strength in love

This page is powered by Blogger. Isn't yours?