9/30/2007

 

Verlangen is het volgen van de Kudu

Bert den Boer en Wim Huijser hebben een boek geschreven genaamd “Leef je verlangen”, met 16 interviews met bekende en minder bekende Nederlanders. Er staat een interview in met Stef Bos dat mij sterk heeft geraakt. Wat zijn zijn gedachten mooi (zoals ook blijkt uit zijn liedteksten). Verlangen is een erg boeiend en belangrijk concept volgens mij, en sterk verbonden met vrijheid en geluk. Ik zal Stef Bos citeren en tussen de citaten door op hem reageren.

“Verlangen is iets wat aantrekt. Het zit niet ín je, maar ligt in je verbeelding buiten jezelf. Ik denk dat de schoonheid van de mens gelegen is in zijn onvolledigheid. En de essentie van het verlangen is het zoeken naar die volledigheid. Het is heel belangrijk om het verlangen in stand te houden, en om het niet te concretiseren in een doel, of een reële droom.”

Waarom mag het geen concreet doel of een reële droom zijn? Die vraag heb ik lang over nagedacht. Alain noemde een paar voorbeelden uit de film “The Secret” over mensen die een enorm geldbedrag boven hun bed hangen om van te dromen, of hoe hij zelf graag een vijfdeurs Golf zou willen. Maar dat soort dingen droom ik eigenlijk nooit van. Materiële dingen voor mezelf daar geef ik weinig om.

Ik begrijp wel waarom de droom beter niet te concreet kan zijn. Als je een gedetailleerd plaatje voor je ziet van welke persoon je wilt trouwen, welke dingen je wilt hebben, hoe je leven precies moet zijn, dan maakt een kleine afwijking daarvan, iets wat onhaalbaar blijkt te zijn, dat de hele droom in duigen valt. Als de auto vijf deuren moet hebben dan is een auto met drie deuren een teleurstelling. Terwijl als de droom is dat je onafhankelijk bent en op ieder moment lekker weg kunt met je auto (of een ander vervoermiddel), dan valt de droom niet in duigen als de auto minder dan vijf deuren heeft.

Als je droom wat abstracter is, een waarde is, dan kun je hem op allerlei manieren invullen. Dus je kunt altijd blijven dromen en die droom blijven volgen. Toch is het volgens mij niet altijd mogelijk om zo abstract te verlangen. Als je verliefd bent op iemand dan verlang je toch vooral naar die persoon, niet zo naar de liefde in het algemeen. Dus het is dan onvermijdelijk dat de kans op teleurstelling groter is.

“De mens heeft de droom nodig om de dynamiek in zijn leven te houden. Ik zie in mijn eigen leven – maar ook als ik om mij heen kijk – dat op de momenten dat ik niet naar iets verlangde, alles erg grijs en mistig werd. Wezenlijk leven zonder verlangen is eigenlijk dood zijn. De schoonheid van de onvolledigheid, dat is het voor mij. Ik voel soms dat ik heel dicht bij die volledigheid ben. Dan heb ik het gevoel een Icarus te zijn, dicht bij de zon. Op het moment dat ik muziek maak, of op de fiets zit of ergens een prachtig uitzicht zie, dan krijgt dat verlangen opeens een gezicht. Dan klopt het. Het moment dat je beseft dat alles samenkomt en dat het licht erop valt. Het gaat om het wezenlijk híer en nú voelen.
Het is ook een Godsbesef. Ik heb niets met de instituten die spiritualiteit bureaucratiseren om in hun voordeel te gebruiken of er een machtspositie aan te ontlenen. Maar ik vind godsdienst even interessant als literatuur, poëzie, theater en muziek. Dat is voor mij één. Het komt allemaal voort uit de menselijke verbeelding. Het Godsbesef is voortdurend aanwezig bij de zwarte culturen in Afrika. Het is ongelooflijk mooi hoe de mensen er daar mee omgaan. Daar heb ik mijn cynisme wel afgeleerd. Zij zijn direct verbonden met muziek en verbeelding, maar zonder waarheidsbevinding. Die mensen kennen geen dogmatisme. Ze kennen een veel emotionelere beleving van religie, muziek en literatuur. Het goddelijke ligt ook altijd dichtbij ontroering. Wezenlijke ontroering bespringt je van achteren, zonder dat je het in de gaten hebt. Echte ontroering zie je nooit aankomen. Het goddelijke overkomt je.”

Stef Bos heeft een erg mooie poëtische manier van denken. Laten we de rationalisering loslaten. We moeten niet denken dat we alles zo kunnen controleren, naar onze hand zetten, wetenschappelijk onderzoeken en bewijzen. Levinas schrijft daar ook veel over, over het geraakt worden, als een passief handelen, als iets dat mij overkomt wanneer ik het gezicht zie van de ander. Dat is waarom de goedheid die wakker wordt met het geraakt worden onvermijdelijk is, omdat het ons overkomt.

“Wat is eigenlijk het tegenovergestelde van verlangen? Verloren zijn is denk ik het tegenovergestelde. Iemand die depressief is, is ook verloren voor zichzelf. Als iets met verlangen samenhangt, is het de verbeelding: dingen zien die er niet zijn. Of dingen durven zien die eventueel zouden kunnen komen. Als je in een depressie zit, zie je in niets meer de betovering of de verwondering.”

De verbeelding is essentieel. Verbeelding geeft vrijheid, zoals ik al eerder schreef en het brengt me in beweging. Door een droom te zien, een richting te zien van waar je heen wilt, kun je een stippellijn uitstippelen en op weg gaan. Dan verdwijnt het depressieve lusteloze gevoel.
Kun je mensen leren dromen? Kun je mensen leren betovering en verwondering te voelen? Wat kun je doen om het verlangen terug te laten komen bij mensen die depressief zijn? Ik heb dat wel af en toe, het gevoel van lusteloosheid en onverschilligheid, van leegheid en eenzaamheid, vooral als ik moe ben. Maar het gaat niet heel diep en ik weet altijd, ook op de meest zware momenten, dat mijn verlangen en het lichte gevoel weer terug zal komen, en best snel. Meestal alweer de volgende dag. Ik heb dus geen aanleg voor depressiviteit, mijn optimisme en vrolijkheid is veel sterker aanwezig in mijn aard. Ik kan me die gevoelens in ieder geval nog herinneren op het moment dat ik het niet zelf voel.

“Heel mooi is de jagerskunst van de Khoikhoi, de bosjesmannen, de originele bevolking in Zuid-Afrika. Zij hebben een prachtige manier van jagen. Soms zitten ze drie, vier dagen achter één springbok of kudu aan. Ze jagen het niet op, maar volgen dat beest, terwijl ze toch altijd op een afstand blijven. Ze hebben de conditie van een beer. Het beest voelt op een bepaald moment de dreiging en de aanwezigheid van die jagers. Dan stopt het. De jager staat er een paar honderd meter achter. Dan ontstaat voor mij het beeld van verlangen. De kudu draait zich om en kijkt recht in de ogen van de bosjesman, die zelf niet hoger is dan éénmetervijftig. Zij kijken elkaar aan. De kudu staat doodstil. Ze worden als het ware één. Dat is de verhouding van de moeder en het kind, of twee geliefden, die zonder het te hoeven zeggen weten dat ze voor elkaar bestemd zijn. Het paradoxale is alleen dat één van de twee dood moet. Dan pakt de jager zijn pijl en boog, en schiet: Tak!. Dat beest staat daar nog, kijkt en denkt waarschijnlijk: oké, het is goed zo. Op dat moment zijn jager en prooi één leven. Ik heb zelf wel eens het gevoel dat die kudu naast mij loopt, dat die kudu aanwezig is. En dat is veel mooier verlangen dan erop te moeten jagen. De blik van dat dier is acceptatie en volledige overgave.”

Deze tekst is ook heel Levinasiaans, ook al is de ander in dit geval een dier dat gedood moet worden i.p.v. een andere mens die ik juist niet mag/kan doden. De blik van de ander raakt mij, wij worden één en toch blijven we van elkaar gescheiden. We zijn met elkaar verbonden, de ander maakt mij verantwoordelijk. De ander roept mij op en ik kan niet anders dan te reageren. De ander is degene die kwetsbaar is, de kudu is degene van wie ik binnenkort het leven ga afnemen. Maar de kudu is ook mijn meester, want alleen hij kan mij zo aankijken, mij wakker maken en mijn leven veranderen. De jager en de kudu zijn met elkaar verbonden, ze kunnen niet zonder elkaar. Er is een warme acceptatie / aanvaarding van wat er gebeurt, het heeft zo moeten zijn. Aanvaarding, overgave en bestemming; dat zijn religieuze woorden. Ik vind het jammer dat dat zo weinig aanwezig is in de Westerse cultuur, een gevoel van aanvaarding en overgave aan datgene wat ons overkomt, overgave aan de blik van de ander. Het idee om voorbestemd te zijn klinkt hier vaak negatief, als een beperking van vrijheid. Maar ik vind het idee om voorbestemd te zijn juist heel mooi, ik zal alles warm aanvaarden wat voor mij bestemd is, ook als het moeilijk is en mij verdriet doet.

“Ik wil in wat ik doe zo dicht mogelijk bij mezelf komen. Door rustig door te gaan, maar alle ballast overboord te gooien. Ik heb de meeste goede beslissingen in mijn leven intuïtief genomen. Het verlangen is het maatje dat met mij meeloopt, zoals Coelho dat beschrijft. Dat is een manier van leven. Als je vraagt: waar gaat dat dan naartoe? In de letterlijke zin is dat de verlichting. Dat je steeds lichter wordt. Het is een weg die je aflegt. En met het ouder worden, wordt die alleen maar mooier. Het gaat om die weg. En het doet er niet toe of het nou daar is, of iets verder, of hoe ver je daar precies in geraakt. Maar je moet wel de richting vasthouden. Dat is wel het moeilijke van onze tijd. Er is zoveel rotzooi. Er is zoveel geestelijke vervuiling die voortdurend iets van jou wil. Ik probeer dat steeds van mij af te houden. Want ook al vraag je er niet om, het laat zich de hele tijd aan je zien. Het toont zich en dat leidt erg af. Waar het echt over gaat, dat mag je het verlangen noemen. Zonder enige twijfel. Het is toch weer die kudu, die je weg bepaalt. Je moet niet vastzitten aan een richting, maar de kudu volgen. Je moet het ruiken, je moet het voelen, maar je moet het niet beredeneren. Het is vasthouden aan je eigenlijke verlangen. Je hebt het verlangen nodig om je richting te bepalen. Het is iets wat in ons allemaal zit. Dat vind ik ook zo prachtig in de poëzie. Je voelt direct wanneer het raakt. En je kunt het verliezen door je af te laten leiden door je ego of je omgeving. Er zijn gelukkig mensen die naar de essentie zoeken. Het gaat mij om de mensen die vóór ons geleefd hebben. Die hebben allemaal dat pad moeten lopen, en dat is een mooi pad, als je het jezelf niet altijd te gemakkelijk maakt. Dat hoort erbij.”

Daar heb ik het lang geleden, toen ik een jaar of 17 was, met Yuri over gehad. Hij zei dat je niet altijd de makkelijkste weg moet kiezen. Ik begrijp steeds beter waarom de moeilijke weg meer voldoening geeft. Niet bang te zijn voor de hindernissen, je niet te laten afleiden en je niet te laten leiden door gemak. Als je je laat leiden door je verlangen, door de kudu, dan schrikken de moeilijkheden je niet af, je ben bereid alles te aanvaarden en je bestemming te volgen. Dat is wat ik wil en dat is wat mij gelukkig maakt.


Altijd als je denkt
Dit is het einde
Sta je op de grens
Van wat begint
Altijd als je alles
Denkt te kennen
Laat alles zich opeens
Weer anders zien

Vanuit de stilte
Wordt een nieuwe stem geboren
En je voelt een ander
Evenwicht ontstaan
En je hebt een lied al
Duizend keer gezongen
Maar nu weet je pas
Waarover het moet gaan

En je ziet de eerste keer
De bladeren vallen
In het tegenlicht
Van de najaarszon
En het bloed stroomt ergens heen
Waar het niet gaan kan
En je weet niet wat het is
En hoe het komt

En de liefde komt tevoorschijn
Uit het donker
Het verlangen sluit zichzelf
Niet langer op
En een engel uit de hemel
Laat zich vallen
En je vindt zonder te zoeken
Wat je zocht

Zoveel wat je ziet nog niet geschreven
Zoveel wat je denkt nog niet geweten
Zoveel wat je hebt nog niet gegeven
En je zou nog
Duizend jaren kunnen leven

En je mist opeens
Degenen die verdwenen
Met de laatste trein of
Met de noorderzon
Want er is opeens
Weer zoveel om te delen
Als de avond valt en
Als de winter komt

Altijd als je denkt dit is het einde
Sta je op de grens van wat begint
Het begint


Comments: Post a Comment

<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?