9/17/2007
Grote mannen en hofsletten
Niet alleen allochtonen doen aan inburgeren en integreren. Ik ben zelf ook een soort nieuwkomer. Ik spreek dezelfde taal – hoewel ik niet altijd kan volgen waar het over gaat met de BV en de ABV, de Blauwe Engel, de grote mannen en de hofsletten ;). En ik kom niet uit een ander land, maar wel een beetje uit een andere wereld.
Ik ben een nieuwkomer in het project "Gemeenschappelijk Wonen" in Nieuwegein.
Dit is dus een mooie gelegenheid om met “participerende observatie” te kijken hoe dat gaat, dat inburgeren.
En het gaat goed, ik heb er zeker geen spijt van dat ik hier ben gaan wonen. Het gaat een beetje met golfbewegingen op en neer: het thuis voelen en het nog onwennig voelen. Om echt een band op te bouwen met de mensen hier heeft meer tijd nodig. Maar de algemene lijn is dat het inburgeren en thuis voelen goed gaat.
Voor de nieuwkomer is het belangrijk om met een open houding de gemeenschap tegemoet te treden, eerst goed kijken en luisteren hoe het hier gaat, niet te snel oordelen en niet te veel zelf invullen. Arthur zei een keer dat het “niet-weten”een goed beginpunt is om arrogantie en vooroordelen te vermijden. Als er iemand (nog) niet weet dan is het de nieuwkomer, dus dat is een situatie die je mooi kunt benutten. En vooral ook meedoen, want dat is de handigste manier om de mensen en manier van leven te leren kennen en een band te krijgen.
En wat ik me al vaker bedacht heb m.b.t. de multiculturele samenleving dat merkte ik nu ook heel duidelijk: het gaat niet alleen om de houding van de nieuwkomer, de houding van degenen die er al langer waren is minstens zo belangrijk. Het maakt veel verschil dat ik me hier welkom voel. Mensen komen uit zichzelf naar me toe, het contact leggen komt niet alleen van mijn kant. Het is laagdrempelig, ik kan zo naar de kroeg gaan, aanschuiven bij het kampvuur, meedoen met de activiteitenweek, naar het gamelab gaan of meedoen met een wandeling, en ik raak vanzelf met mensen aan de praat. Ik ben bij voorbaat geaccepteerd in het GW, ik hoor erbij. Die acceptatie komt alleen op losse schroeven te staan als ik mij storend gedraag. Als ik mij normaal gedraag dan is er een prima basis om vriendschappen op te bouwen.
Ik denk dat de omstandigheden voor inburgering hier dus veel beter zijn dan meestal het geval is voor allochtone nieuwkomers in de grote steden. En bijvoorbeeld het interculturele theehuis van Vluchtelingenwerk kan hierbij heel belangrijk zijn. Niet om gezellig multi-culti hapjes te eten, naar wereldmuziek te luisteren en politiek correct (soft) te doen alsof er helemaal geen problemen zijn in de multiculturele samenleving. Maar dus wel zodat nieuwkomers zich welkom voelen en een plek hebben waar zij op een laagdrempelige manier andere mensen kunnen ontmoeten. Waarin we elkaar accepteren zoals we zijn en we samen wat maken van ons "dorpje".
Ik ben een nieuwkomer in het project "Gemeenschappelijk Wonen" in Nieuwegein.
Dit is dus een mooie gelegenheid om met “participerende observatie” te kijken hoe dat gaat, dat inburgeren.
En het gaat goed, ik heb er zeker geen spijt van dat ik hier ben gaan wonen. Het gaat een beetje met golfbewegingen op en neer: het thuis voelen en het nog onwennig voelen. Om echt een band op te bouwen met de mensen hier heeft meer tijd nodig. Maar de algemene lijn is dat het inburgeren en thuis voelen goed gaat.
Voor de nieuwkomer is het belangrijk om met een open houding de gemeenschap tegemoet te treden, eerst goed kijken en luisteren hoe het hier gaat, niet te snel oordelen en niet te veel zelf invullen. Arthur zei een keer dat het “niet-weten”een goed beginpunt is om arrogantie en vooroordelen te vermijden. Als er iemand (nog) niet weet dan is het de nieuwkomer, dus dat is een situatie die je mooi kunt benutten. En vooral ook meedoen, want dat is de handigste manier om de mensen en manier van leven te leren kennen en een band te krijgen.
En wat ik me al vaker bedacht heb m.b.t. de multiculturele samenleving dat merkte ik nu ook heel duidelijk: het gaat niet alleen om de houding van de nieuwkomer, de houding van degenen die er al langer waren is minstens zo belangrijk. Het maakt veel verschil dat ik me hier welkom voel. Mensen komen uit zichzelf naar me toe, het contact leggen komt niet alleen van mijn kant. Het is laagdrempelig, ik kan zo naar de kroeg gaan, aanschuiven bij het kampvuur, meedoen met de activiteitenweek, naar het gamelab gaan of meedoen met een wandeling, en ik raak vanzelf met mensen aan de praat. Ik ben bij voorbaat geaccepteerd in het GW, ik hoor erbij. Die acceptatie komt alleen op losse schroeven te staan als ik mij storend gedraag. Als ik mij normaal gedraag dan is er een prima basis om vriendschappen op te bouwen.
Ik denk dat de omstandigheden voor inburgering hier dus veel beter zijn dan meestal het geval is voor allochtone nieuwkomers in de grote steden. En bijvoorbeeld het interculturele theehuis van Vluchtelingenwerk kan hierbij heel belangrijk zijn. Niet om gezellig multi-culti hapjes te eten, naar wereldmuziek te luisteren en politiek correct (soft) te doen alsof er helemaal geen problemen zijn in de multiculturele samenleving. Maar dus wel zodat nieuwkomers zich welkom voelen en een plek hebben waar zij op een laagdrempelige manier andere mensen kunnen ontmoeten. Waarin we elkaar accepteren zoals we zijn en we samen wat maken van ons "dorpje".
Foto's van de Zeskamp van gisteren