6/25/2007
Durf te dromen, maak het waar
Ik ben weer in het land :)
En laat ik beginnen met een Hollands filosofiegesprek als nieuwe blogpost…
Gisteren had ik een gesprek met Arthur in de kroeg van het Gemeenschappelijk wonen. We hadden het over de vraag wat wezenlijk is in het leven. Ik wil hier graag weer geven wat we besproken hebben en er nog wat gedachten aan toevoegen. Toen ik een jaar of 15 was stelde ik in mijn vragenschrift de vraag wat de zin van het leven is. Sindsdien (en ook al daarvoor) ben ik daarover aan het nadenken. De vraag naar wat wezenlijk is, is ongeveer dezelfde vraag. De laatste maanden heb ik het gevoel dicht te leven bij wat voor mij wezenlijk is. Laat ik hier proberen uit te leggen wat ik bedoel.
Ik zie het als dat we allemaal geboren worden als een zaadje van een bepaalde boom, een zaadje van bijv. een sinaasappelboom, een citroenboom of een bananenplant. We worden geboren met bepaalde eigenschappen, en met een bepaalde potentie die ontwikkeld kan worden. Hoe die potentie zich tijdens ons leven ontwikkelt hangt af van de keuzes die we maken en van wat we meemaken, wat er op ons pad komt onderweg. Wat wezenlijk is voor mij, is dat ik wat ik in potentie in mij heb, dat ik het alle ruimte geef om te groeien, op weg naar een grote stralende sinaasappelboom die zover doorgegroeid is als hij maar de kans kreeg, die de ruimte heeft om te leven. De groei hoeft helemaal niet op het gebied van geld of status te zijn, daar gaat het juist niet om. Als mijn innerlijk groeit betekent het dat de goedheid groeit, de wijsheid, de ervaring en de liefde. Ik zoek de grenzen op, de grenzen van wat ik wil, voel, meemaak, ik wil intens leven. Niet iedereen krijgt de kans om die prachtige sinaasappelboom te worden. Sommige zaadjes vallen in verkeerde grond, zonder water, zonder voedingsstoffen, zonder licht. Het lukt het plantje nauwelijks om überhaupt te blijven leven. En toch is de potentie nog steeds in het plantje, en is er ook nog steeds de wil om te groeien, zover als de omstandigheden dat toelaten. Het plantje zal altijd de takjes/wortels uit proberen te steken om bij het zonlicht en het water te komen.
Het groeien betekent dat ik mij zo ontwikkel dat ik helemaal mezelf word. Als mijn zaadje van een sinaasappelboom is dan moet ik geen citroenboom of bananenplant proberen te worden. Alles wat ik ben dat is van het begin af aan aanwezig in het zaadje. Maar het moet nog wel groeien, door te groeien kan ik datgene wat wezenlijk bij mij hoort tot ontplooiing laten komen.
Datgene wat mij drijft om te groeien, wat me in beweging brengt om datgene te bereiken waar ik het meest naar verlang / wat wezenlijk is voor mij; dat is mijn passie. Als ik ontdek wat echt bij mij past, dan voel ik een sterk verlangen. De passie / het verlangen is een motor die mij in beweging zet om mij te bewegen in de richting van mijn droom, in de richting van het volgroeien van de sinaasappelboom.
Arthur zei dat het niet gaat om passie alleen. Een terrorist die een zelfmoordaanslag gaat plegen kan ook heel gepassioneerd zijn, maar wat er bij hem ontbreekt is zijn verstand. Een blinde passie voor een slecht doel dat helpt niet voor de ontplooiing. Dus je voelt een verlangen en je moet wel eerst nog nadenken over wat de gevolgen zijn als het verlangen uitkomt, of dat wel echt is wat je wilt.
Dus er is het zaadje met mijn identiteit en mijn potentie daarin. Dan is er het verlangen om te groeien, en mijn takjes strekken zich uit naar het licht, ze strekken zich uit in de ruimte om hun grenzen te verkennen. Zo komt de boom dichter bij de droom van een stralende bloeiende sinaasappelboom.
Zaadje -> verlangen -> op weg gaan -> groei -> de droom wordt waar.
Maar als ik dit alles in mijn eentje ga proberen dan kom ik nergens. Zoals Levinas zei is de mens in de eerste plaats een sociaal wezen, een ethisch wezen. Voor er wat-dan-ook is, is de ethiek er al. De ontologie, het zijn op zich, dat is niet fundamenteel. Als ik alleen op de wereld zou leven dan zou de ethiek niet aan mijn “zijn” vooraf gaan, maar omdat we met een heleboel mensen op de wereld leven en we voortdurend rekening met elkaar moeten houden, daarom is de ethiek er eerst al voordat er iets anders is.
Mijn gedachtewereld is maar klein, zoals mijn zaadje maar klein is, met een aantal toevallige eigenschappen die in andere zaadjes weer heel anders zijn. De ander kan mij wakker schudden uit mijn kleine wereldje. De ander kan mij een spiegel voorhouden. Het verschil met de citroenboom die de ander is, maakt dat ik kan zien dat ik zelf een sinaasappelboom ben. En ik leef niet voor mijzelf alleen, want ik ben dus niet alleen op de wereld. Ik kan niet zomaar doen waar ik zin in heb, ik ben verantwoordelijk voor hoe ik met de ander omga. En dat is niet iets wat ik mijzelf steeds vertellen moet met een opgeheven wijsvinger, het gebeurt vanzelf. Als ik het naakte gezicht van de ander zie dat een beroep op mij doet, dat mij om hulp vraagt, als een arm kind om eten vraagt, als een vreemdeling verdwaald is, dan zal ik hen vaak al geholpen hebben nog voordat ik erover nagedacht heb.
Als het groeien van het zaadje alleen bestaat uit dat ik een goede baan vind, veel geld verdien, een groot huis koop en een dure auto, dan zal ik niet gelukkig worden. Dan voel ik mij eenzaam en leeg wanneer ik alleen ben in dat enorme huis. Ik zal pas echt het gevoel hebben dat ik helemaal tot ontplooiing kom als ik anderen kan helpen. Als we samen een droom hebben, een droom van een betere wereld voor ons allemaal, en vooral voor de mensen die het moeilijk hebben. Als we die droom hebben waar kunnen maken dan zijn we pas echt gelukkig.
De droom en de vrijheid liggen in de toekomst, niet in het verleden. Het verleden kun je achter je laten maar je kunt het niet meer veranderen. De toekomst is open, in de toekomst kun je nog alle kanten op. Maar je moet dan wel zorgen dat je je vrijheid op je neemt, dat je bewust leeft, bewust je hart volgt, bewust je keuzes maakt. Er is een droom, een ideaal, dat je als een visioen voor je ziet in de toekomst. Vervolgens teken je een stippellijn die van het heden rechtstreeks naar het ideaal toeloopt. En dan ga je op weg in die richting. Niets kan je laten afdwalen, het ideaal houd je steeds voor ogen, je gaat geen dwaalsporen volgen die een andere kant op gaan. Steeds check je of je je nog op die stippellijn bevindt, want soms kan het gebeuren dat je toch ongemerkt afdwaalt. Er zijn veel obstakels op je weg. Soms blijkt dat het niet mogelijk is om je droom waar te maken. Soms ben je in het heden op zo’n plek beland dat het onmogelijk is om nog een stippellijn te trekken naar je droom toe. Om die lijn te kunnen trekken zou je het verleden moeten veranderen zodat ook het heden anders wordt. Maar dat kan dus niet. Dan moet je niet blind blijven doorlopen en ook niet stil blijven staan. Dan moet je accepteren dat de droom in rook is opgegaan. Maar je hebt nog steeds dezelfde verlangens, van de dingen die wezenlijk zijn voor jou. Probeer dan een droom te bedenken waar je wel vanuit het heden een stippellijn naartoe kunt trekken. Misschien is dat een iets minder mooie droom, dat is dan niet anders. Als je de lijn weer getrokken hebt dan kun je weer op weg gaan. Er kunnen heel veel obstakels / tegenslagen zijn onderweg, veel verdriet en onrecht. Misschien kom je er nooit, bij die droom, je blijft hem maar bijstellen en je hebt soms het gevoel dat je geen stap vooruit komt. De pijn en het verdriet die horen erbij, die moeten je er niet van weerhouden om in de richting van de droom te lopen. Maar hoe moeilijk het ook kan zijn; volgens mij maakt het gelukkig om de droom te blijven volgen, om steeds je hart te volgen, steeds voor ogen te houden wat wezenlijk is voor jou. Je hoeft dan ook geen spijt te hebben van wat je doet. Je bent doelbewust op pad gegaan, ook als later blijkt dat het niet lukt om daar te komen waar je naartoe wilde. Het voelt goed om het vuur van de passie te voelen, om samen op weg te gaan naar een droom. Het geeft een kracht waarmee we een heleboel obstakels kunnen overwinnen.
Laat mij maar dromen over een wereld van vrede, genoeg te eten voor iedereen en rechtvaardigheid, en laat mij samen met anderen op weg gaan naar die droom.
En laat ik beginnen met een Hollands filosofiegesprek als nieuwe blogpost…
Gisteren had ik een gesprek met Arthur in de kroeg van het Gemeenschappelijk wonen. We hadden het over de vraag wat wezenlijk is in het leven. Ik wil hier graag weer geven wat we besproken hebben en er nog wat gedachten aan toevoegen. Toen ik een jaar of 15 was stelde ik in mijn vragenschrift de vraag wat de zin van het leven is. Sindsdien (en ook al daarvoor) ben ik daarover aan het nadenken. De vraag naar wat wezenlijk is, is ongeveer dezelfde vraag. De laatste maanden heb ik het gevoel dicht te leven bij wat voor mij wezenlijk is. Laat ik hier proberen uit te leggen wat ik bedoel.
Ik zie het als dat we allemaal geboren worden als een zaadje van een bepaalde boom, een zaadje van bijv. een sinaasappelboom, een citroenboom of een bananenplant. We worden geboren met bepaalde eigenschappen, en met een bepaalde potentie die ontwikkeld kan worden. Hoe die potentie zich tijdens ons leven ontwikkelt hangt af van de keuzes die we maken en van wat we meemaken, wat er op ons pad komt onderweg. Wat wezenlijk is voor mij, is dat ik wat ik in potentie in mij heb, dat ik het alle ruimte geef om te groeien, op weg naar een grote stralende sinaasappelboom die zover doorgegroeid is als hij maar de kans kreeg, die de ruimte heeft om te leven. De groei hoeft helemaal niet op het gebied van geld of status te zijn, daar gaat het juist niet om. Als mijn innerlijk groeit betekent het dat de goedheid groeit, de wijsheid, de ervaring en de liefde. Ik zoek de grenzen op, de grenzen van wat ik wil, voel, meemaak, ik wil intens leven. Niet iedereen krijgt de kans om die prachtige sinaasappelboom te worden. Sommige zaadjes vallen in verkeerde grond, zonder water, zonder voedingsstoffen, zonder licht. Het lukt het plantje nauwelijks om überhaupt te blijven leven. En toch is de potentie nog steeds in het plantje, en is er ook nog steeds de wil om te groeien, zover als de omstandigheden dat toelaten. Het plantje zal altijd de takjes/wortels uit proberen te steken om bij het zonlicht en het water te komen.
Het groeien betekent dat ik mij zo ontwikkel dat ik helemaal mezelf word. Als mijn zaadje van een sinaasappelboom is dan moet ik geen citroenboom of bananenplant proberen te worden. Alles wat ik ben dat is van het begin af aan aanwezig in het zaadje. Maar het moet nog wel groeien, door te groeien kan ik datgene wat wezenlijk bij mij hoort tot ontplooiing laten komen.
Datgene wat mij drijft om te groeien, wat me in beweging brengt om datgene te bereiken waar ik het meest naar verlang / wat wezenlijk is voor mij; dat is mijn passie. Als ik ontdek wat echt bij mij past, dan voel ik een sterk verlangen. De passie / het verlangen is een motor die mij in beweging zet om mij te bewegen in de richting van mijn droom, in de richting van het volgroeien van de sinaasappelboom.
Arthur zei dat het niet gaat om passie alleen. Een terrorist die een zelfmoordaanslag gaat plegen kan ook heel gepassioneerd zijn, maar wat er bij hem ontbreekt is zijn verstand. Een blinde passie voor een slecht doel dat helpt niet voor de ontplooiing. Dus je voelt een verlangen en je moet wel eerst nog nadenken over wat de gevolgen zijn als het verlangen uitkomt, of dat wel echt is wat je wilt.
Dus er is het zaadje met mijn identiteit en mijn potentie daarin. Dan is er het verlangen om te groeien, en mijn takjes strekken zich uit naar het licht, ze strekken zich uit in de ruimte om hun grenzen te verkennen. Zo komt de boom dichter bij de droom van een stralende bloeiende sinaasappelboom.
Zaadje -> verlangen -> op weg gaan -> groei -> de droom wordt waar.
Maar als ik dit alles in mijn eentje ga proberen dan kom ik nergens. Zoals Levinas zei is de mens in de eerste plaats een sociaal wezen, een ethisch wezen. Voor er wat-dan-ook is, is de ethiek er al. De ontologie, het zijn op zich, dat is niet fundamenteel. Als ik alleen op de wereld zou leven dan zou de ethiek niet aan mijn “zijn” vooraf gaan, maar omdat we met een heleboel mensen op de wereld leven en we voortdurend rekening met elkaar moeten houden, daarom is de ethiek er eerst al voordat er iets anders is.
Mijn gedachtewereld is maar klein, zoals mijn zaadje maar klein is, met een aantal toevallige eigenschappen die in andere zaadjes weer heel anders zijn. De ander kan mij wakker schudden uit mijn kleine wereldje. De ander kan mij een spiegel voorhouden. Het verschil met de citroenboom die de ander is, maakt dat ik kan zien dat ik zelf een sinaasappelboom ben. En ik leef niet voor mijzelf alleen, want ik ben dus niet alleen op de wereld. Ik kan niet zomaar doen waar ik zin in heb, ik ben verantwoordelijk voor hoe ik met de ander omga. En dat is niet iets wat ik mijzelf steeds vertellen moet met een opgeheven wijsvinger, het gebeurt vanzelf. Als ik het naakte gezicht van de ander zie dat een beroep op mij doet, dat mij om hulp vraagt, als een arm kind om eten vraagt, als een vreemdeling verdwaald is, dan zal ik hen vaak al geholpen hebben nog voordat ik erover nagedacht heb.
Als het groeien van het zaadje alleen bestaat uit dat ik een goede baan vind, veel geld verdien, een groot huis koop en een dure auto, dan zal ik niet gelukkig worden. Dan voel ik mij eenzaam en leeg wanneer ik alleen ben in dat enorme huis. Ik zal pas echt het gevoel hebben dat ik helemaal tot ontplooiing kom als ik anderen kan helpen. Als we samen een droom hebben, een droom van een betere wereld voor ons allemaal, en vooral voor de mensen die het moeilijk hebben. Als we die droom hebben waar kunnen maken dan zijn we pas echt gelukkig.
De droom en de vrijheid liggen in de toekomst, niet in het verleden. Het verleden kun je achter je laten maar je kunt het niet meer veranderen. De toekomst is open, in de toekomst kun je nog alle kanten op. Maar je moet dan wel zorgen dat je je vrijheid op je neemt, dat je bewust leeft, bewust je hart volgt, bewust je keuzes maakt. Er is een droom, een ideaal, dat je als een visioen voor je ziet in de toekomst. Vervolgens teken je een stippellijn die van het heden rechtstreeks naar het ideaal toeloopt. En dan ga je op weg in die richting. Niets kan je laten afdwalen, het ideaal houd je steeds voor ogen, je gaat geen dwaalsporen volgen die een andere kant op gaan. Steeds check je of je je nog op die stippellijn bevindt, want soms kan het gebeuren dat je toch ongemerkt afdwaalt. Er zijn veel obstakels op je weg. Soms blijkt dat het niet mogelijk is om je droom waar te maken. Soms ben je in het heden op zo’n plek beland dat het onmogelijk is om nog een stippellijn te trekken naar je droom toe. Om die lijn te kunnen trekken zou je het verleden moeten veranderen zodat ook het heden anders wordt. Maar dat kan dus niet. Dan moet je niet blind blijven doorlopen en ook niet stil blijven staan. Dan moet je accepteren dat de droom in rook is opgegaan. Maar je hebt nog steeds dezelfde verlangens, van de dingen die wezenlijk zijn voor jou. Probeer dan een droom te bedenken waar je wel vanuit het heden een stippellijn naartoe kunt trekken. Misschien is dat een iets minder mooie droom, dat is dan niet anders. Als je de lijn weer getrokken hebt dan kun je weer op weg gaan. Er kunnen heel veel obstakels / tegenslagen zijn onderweg, veel verdriet en onrecht. Misschien kom je er nooit, bij die droom, je blijft hem maar bijstellen en je hebt soms het gevoel dat je geen stap vooruit komt. De pijn en het verdriet die horen erbij, die moeten je er niet van weerhouden om in de richting van de droom te lopen. Maar hoe moeilijk het ook kan zijn; volgens mij maakt het gelukkig om de droom te blijven volgen, om steeds je hart te volgen, steeds voor ogen te houden wat wezenlijk is voor jou. Je hoeft dan ook geen spijt te hebben van wat je doet. Je bent doelbewust op pad gegaan, ook als later blijkt dat het niet lukt om daar te komen waar je naartoe wilde. Het voelt goed om het vuur van de passie te voelen, om samen op weg te gaan naar een droom. Het geeft een kracht waarmee we een heleboel obstakels kunnen overwinnen.
Laat mij maar dromen over een wereld van vrede, genoeg te eten voor iedereen en rechtvaardigheid, en laat mij samen met anderen op weg gaan naar die droom.