4/16/2007

 

Mijn ziel wil een zigeuner zijn

Mijn post vandaag gaat over de berg Ararat in Koerdisch Turkije. Ik zal schrijven over twee boeken: "Op weg naar Ararat" van de Iraaks-Koerdische dichter Baban en "Ararat" van Frank Westerman.

Mijn ziel wil een zigeuner zijn
die veel vertrekpunten kent
Mijn ziel heeft geen land, geen huis, geen zone
herkent geen bestemming


Op weg naar Ararat - Baban

De dichter Baban ken ik van het intercultureel theehuis. Het bovenstaande fragment uit het gedicht "Mijn ziel" vind ik erg mooi, en het klinkt Levinasiaans. Dat de ziel een zigeuner wil zijn, betekent dat de ziel vrij wil zijn. De ziel wil niet worden vastgepind, haar vele vertrekpunten betekenen vrijheid. Er is geen determinisme, geen vaststaand lot / bestemming, de ziel kan steeds weer op weg gaan, steeds opnieuw beginnen.

Dit is volgens mij de kern van het meningsverschil tussen Levinas en Heidegger (zie ook wat ik eerder schreef over Heidegger en Levinas). Bij Heidegger wordt de mens vastgepind op zijn roots, achtergrond, afkomst. De mens moet autochtoon zijn volgens Heidegger, hij zou op het land moeten leven van zijn voorouders, waar zijn volk al eeuwen heeft geleefd, terug naar de natuur, terug naar de authenticiteit, om ontworteling en vervreemding tegen te gaan. Levinas, echter, wijst op de gevaren die het met zich meebrengt om mensen vast te pinnen in hun geschiedenis, hun wortels, hun achtergrond, hun ras. Dit vastpinnen betekent het tegenovergestelde van vrijheid: gevangenschap, opsluiting, onderdrukking. Een mens wordt dan onontkoombaar bepaald door zijn achtergrond, die houdt hem gevangen, daardoor wordt de mens gereduceerd tot een categorie.

Heidegger schrijft over zijn hut in het Zwarte Woud, over hoe zijn volk eeuwenlang op dezelfde wijze daar op het land heeft gewerkt en schapen heeft gehoed. Hij kijkt naar de herders vanuit zijn hut, en naar de natuur, en hij vindt dat prachtig. En dan schrijft hij over de gedichten van Hölderin, die ook over de pracht van zijn land en zijn volk gaan. De joden in Duitsland zijn niet autochtoon, hun geschiedenis stamt van een ander gebied dan Duitsland. Zij zijn dus niet zo geworteld in de Duitse grond als Heidegger en zijn landgenoten, de joden zijn eigenlijk vreemdelingen. En om die reden wilde Heidegger geen joden aannemen aan de universiteit, en sloot hij zich aan bij de Nazi's.

Heidegger beschouwde joden niet, zoals Hitler, als een inferieur ras op zich, ze zijn volgens hem alleen inferieur als diaspora, als niet levend op de bodem van hun voorvaderen. Maar al is de reden voor de inferioriteit een andere, deze vorm van onderscheid maken /discriminatie van joden, is evengoed anti-semitisme / racisme. Levinas ontrafelt stap voor stap hoe dit racisme ontstaat door het vastpinnen van volkeren op hun achtergrond (met name in "Enkele beschouwingen over het Hitlerisme"). Wij mensen zijn allemaal uniek. Niemand mag ons reduceren to een categorie van jood, Marokkaan, zwarte, vluchteling of vrouw. Wie wij als unieke persoon zijn, mag niet ondergeschikt worden gemaakt aan een collectieve categorie waar we toe behoren. Als mens zijn we altijd aan elkaar gelijk, het maakt niet uit of je jood, moslim, atheist, allochtoon, autochtoon, wit of zwart of wat dan ook bent. Laat onze ziel blijven als een zigeuner, pin ons niet vast. Om te wonen in een vreemd land hoeft niet te betekenen dat we ontworteld raken. We dragen onze identiteit, onze wortels met ons mee, waar we ook gaan. De vreemdeling is niet minder waard dan de autochtoon, volgens Levinas is het eerder omgekeerd. Als mensen zijn we altijd volstrekt gelijkwaardig. Maar de positie van de vreemdeling is kwetsbaar. Een vreemdeling kent de weg niet, kent de taal niet, heeft misschien geen onderdak, geen beschutting. Voor mensen die kwetsbaar zijn, zijn wij extra verantwoordelijk, voor de arme, de weduwe, wees, vluchteling, vreemdeling (extra is een vreemd woord, want voor iedere ander die voor mij staat en mij roept ben ik oneindig verantwoordelijk, maar kwetsbare groepen, onderdrukten, de zwakkeren, zij verdienen extra aandacht). Als de ander een beroep op mij doet, mij om hulp vraagt, dan moet ik helpen. Als de ander mij roept dan moet ik antwoorden, dat is mijn ethische plicht.
Dus in plaats van dat de autochtoon de allochtoon gaat discrimineren omdat die "niet van hier is", heeft de autochtoon volgens Levinas juist de plicht om de vreemdeling gastvrij te ontvangen, om de reiziger die van ver komt eten en drinken aan te bieden en onderdak, en hem de weg te wijzen.

Levinas verwijst in zijn werk veel naar bijbelteksten, bijvoorbeeld: ‘… want gij zijt vreemdeling geweest in het land Egypte’ (Leviticus, 19:34) en over dat het land geen bezit is van de mens, dat een bepaald stuk land niet van nature van een volk is, maar door God gegeven, wat door de mens met respect en dankbaarheid behandeld moet worden. Eigenlijk zijn wij allemaal vreemdelingen die het land waar wij wonen als het ware in bruikleen hebben. Wat dat betreft is het onderscheid tussen autochtonen en allochtonen onzinnig.
En de tekst dat de vreemdeling, arme, de weduwe en wees geholpen moeten worden, is ook uit de bijbel afkomstig.

Ararat - Frank Westerman

Het is niet toevallig dat Baban en Frank beiden de berg Ararat noemen in de titel van hun boeken. Filosofisch / symbolisch / poëtisch zijn de beide boeken met elkaar verbonden. De berg Ararat is omgeven door symboliek, Frank Westerman zei dat het hem soms bijna te veel werd. De berg ligt op de grens tussen Turkije en Armenië, waar vroeger het "ijzeren gordijn" liep, en waar nog steeds een moeilijk te passeren grens is met een sterk politieke betekenis. De berg ligt in Koerdistan en is een belangrijk symbool voor de Koerdische identiteit. De berg ligt op de grens tussen twee schollen: de Eur-Aziatische en de Arabische, en het botsen van die schollen heeft de berg gecreëerd, die vulkanisch is. En het is de berg waar zowel volgens de islam als volgens het christendom de Ark van Noach op is gestrand (zie ook wat ik schreef over Noachs pudding). Het verhaal van de Ark van Noach is één van de mooiste bijbelverhalen vind ik, over de profeet die door iedereen voor gek werd verklaard en toch vasthield aan zijn overtuiging dat hij iets moest doen om de wereld te redden. Een verhaal van hoop, met de duif die komt aanvliegen met het takje. En volgens de islam een verhaal van solidariteit, waarin je de restjes eten die je nog hebt bij elkaar brengt, je daar een pudding van maakt, en die met elkaar deelt. En het verhaal van mijn kinderfantasie, dat ik zelf zo'n ark had gebouwd met de buurjongen samen, en mensen ging redden.

Het boek van Westerman is een reis, een reis als de beklimming van de berg, en een reis naar zichzelf en naar de ander. Hij zei dat wat hij het meest boeiend vond aan de verhalen die hij hoorde terwijl hij de berg beklom, de verbeeldingskracht was. Naast de vragen over geloof, wetenschap en politiek, was dat wat hem het meest raakte, de verbeeldingskracht in de verhalen die de mensen hem vertelden. En dat is waar het boek van Frank de dichtbundel van Baban raakt, in het verlangen en de verbeeldingskracht, en daarmee de vrijheid. Los van de verschillen tussen mensen, de verschillende persoonlijke waarheden, de tegenstellingen, los daarvan is er de verbeeldingskracht die gedeeld kan worden.

Ik stelde hem de vraag, tijdens de bijeenkomst van "Woorden bij Van Wegen", of hij zijn boek vanuit een binnen-religieus of een buiten-religieus perspectief had geschreven. Frank is gelovig opgegroeid, hij vertelde over hoe het geloof hem vroeger geraakt heeft, hoe mooi hij het toen vond. Één van de centrale vragen in zijn boek is hoe en waarom het zo gekomen is dat hij zijn geloof is kwijtgeraakt, dat het is weggesijpeld. Ik vroeg me af in hoeverre hij het boek nu heeft geschreven als een buitenstaander, als een atheïst die verhalen hoorde van "die rare mensen", gelovigen, christenen en moslims, zij die nog denken dat er zo'n bovennatuurlijk wezen bestaat, of dat hij zich had ingeleefd in gelovigen en luisterde alsof hij zelf gelovig was. Dat laatste, zei hij, hij had geluisterd vanuit een common ground. Dat vind ik heel belangrijk, want ik denk dat de verbeeldingskracht vanuit het christendom en de islam veel beter doordringt wanneer er vanuit een binnen-religieus perspectief wordt gekeken en geluisterd. Ik denk dat het overbruggen van de verschillen die er zijn rondom de berg Ararat, dat het bruggen bouwen tussen de tegenstellingen van mensen, veel beter gaat wanneer mensen zich echt inleven in de ander.

Labels:


Comments:
De teksten van Stef Bos over geloof vind ik ook erg mooi, van het album "Van Mpumalanga Tot Die Kaap".

Het is eigenlijk tegelijkertijd binnen- en buitenreligieus. De woorden van een atheist, maar wel ook woorden waar begrip voor gelovigen uit spreekt.

Witsand

In een land waar de toekomst
Vecht met het verleden
Ver van hier
In onrustige steden
Ver van dit strand
In Witsand

En ik loop door de jaren
langs een eindeloos strand
En ik probeer te verklaren
Hoe ik hier ben beland
Hoe sterk is het toeval
Hoe sterk is het lot
Ben ik wie ik zijn wou
Is het dit wat ik zocht

En ik praat met de zee
En ik praat met de doden
En ik mis soms een god
Om in te geloven
Zoals ik toen ik klein was
Vlak voor het slapen
Wist dat er iemand
Over mij waakte
Nu sta ik hier 's nachts
Ik kijk naar de sterren
En weet niet goed meer
Wat ik moet zeggen
Ik voel me soms moe
Ik voel me soms leeg
Hoe langer ik leef
Hoe minder ik weet

Hoe minder ik denk
In goed en in kwaad
In waarheid en leugen
In liefde en haat
Geef mij maar de wolken
Geef mij maar de lucht
Ik kan er uren naar kijken
Misschien is dat het geluk
Misschien ligt daar het geluk...

Zondag in Soweto

Het is zondag
In Soweto
De stad is stil
Niemand werkt
Ik sta met veertig mensen
In een kamer
Vier op vier
Het is een kerk

Ze bidden en
Ze dansen
Ze geven mij het woord
Ik zeg
Dit is de eerste keer
Dat ik in iets geloof
Ik geloof
En vraag niet wat
Maar ik geloof
In deze dag
Ik geloof
Vraag niet in wie
Maar ik geloof
Wat ik hier zie
Ik geloof in wat ik zie

Mijn huidskleur
Is het uniform
Van de oude orde
De vrijheid en gelijkheid
Zijn een wet geworden

Maar hier zie je nog
De sporen
Van de blinde haat
De tijden zijn
Veranderd
Voor sommigen te laat

Ik zie een oude vrouw
Ze bidt en ze beeft
Zij zegt dat zij
Iedereen vergeeft
Ik kan er met mijn hoofd niet bij
Zij vertelt hoe voor haar ogen
Een kind werd afgeschoten

En ik sta hier
En ik weet niet
Wat ik zeggen moet
Ik zie de rode aarde
Ik voel het zwarte bloed
 
Post a Comment

<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?