2/22/2009

 

Jij die mij ik maakt

Ik wilde graag wat teksten van Huub Oosterhuis citeren. Ik denk dat ze voor zichzelf spreken en geen toelichting nodig hebben. Het is bijna poezie zoals hij het schrijft. En het is altijd fijn als iemand Levinas gelezen en begrepen heeft :)

***

Ziel: innerlijke ruimte vol vurige paarden en eindeloze deining. Mijn ziel, dat is waarmee ik kijk en zing en begrijp en twijfel en niet weet en toch.

Andere, eerdere mensen maken je 'ik', door je aan te kijken, aan te raken, aan te spreken. Was je nooit 'in aanraking gekomen', je zou een cactus geworden zijn. Had niemand naar je gekeken, je was een blinde muur geworden.

Je kent jezelf niet, je bent zo veel, zo veel verschillende eigenschappen en personages, ieder ik is een wij. Het is moeilijk om van jezelf te houden. Probeer van een afstand naar jezelf te kijken, jezelf als een vreemde te zien. Misschien kan alleen een ander die van je houdt, je zover brengen dat je van jezelf gaat houden.

Het weten van verbondenheid, van toebehoren aan hemel en aarde en alles - die intuïtie 'dat aan je gedacht wordt' - dat je gescheidenheid, je onmacht, je vervreemding, niet de laatste waarheid is - dat je bedreigd, opgejaagd, voortvluchtig, toch gekend bent en omgeven - dat is een gelukservaring die door sommigen een godservaring wordt genoemd.


Inleving, begrip, respect, solidariteit tussen mensen is het perspectief van onze beschaving. Dat je leert denken vanuit anderen, met name vanuit die anderen die nietig zijn, bedreigd, op de vlucht, arm. Dat je leert kijken naar deze wereld met de ogen van de arme, de vluchteling, de ontheemde voor wie de wereld onveilig en bedreigend is. Dat is beschaving.

***

Lastige meneer die twee jaar geleden op een avond in november plotseling bij mij aanbelde, doorgestuurd door iemand die wel eens een liedje van me gezongen had - daar sta je op mijn drempel, voor mijn neus, je kijkt me aan ... wat moet ik met je? Ik moest iets met je. je was onontkoombaar. Maar ik hoopte dat je gauw weer zou weggaan. Ik keek in je gezicht. En jij in mijn gezicht, met ogen die zeiden: ja ik weet het, ik ben onmogelijk, ik ben een vluchteling, een asielzoeker. Ik heb geen plek op aarde, ik ben ontworteld en overbodig. Neem mij op, red mijn ziel, dood me niet - ik ben een mens als jij.

En ik herinner mij die zondag 20 juni 1943 toen op het plein van de Roerstraat, Rivierenbuurt in Amsterdam, duizenden joden op elkaar werden gedreven om te worden gedeporteerd. Ik woonde daar, ik stond voor het raam, ik was negen, ik zag het, mijn ouders huilden van schaamte. Het was alsof één uit die menigte vanachter zijn gele ster mij toeriep: 'Jij daar, hoe leef jij verder, van nu af?'

Gedurende vijftig jaar heeft de joodse wijsgeer Emmanuel Levinas in meer dan honderd publicaties een wijsgerige visie ontvouwd waarvan niet het ik-bewustzijn (ik denk dus ik ben) het uitgangspunt is - zoals in heel de West-Europese filosofische traditie sinds Descartes - maar de confrontatie met 'de ander'. Met die ander die naast en tegenover mij, en niet weg te denken aanwezig, een beroep op mij doet. Hij spreekt zelfs over de menselijke uitverkiezing elkaar te dienen. Vanaf het moment dat een andere mens in mijn tijd en ruimte binnenkomt, mij aanziet, aanspreekt, een beroep op mij doet, sta ik in zijn dienst.

Ik ben een geboren egoïst. Ik wil mijzelf ontplooien, zo mogelijk ongeremd, en ik ben belust op de bevrediging van mijn behoeften. Ik wil eten, drinken, wonen, warmte, en - ik wil intimiteit, met een ander ik, even ik als ik. En juist in die behoefte wordt mijn geweten en mijn verantwoordelijkheid voor de ander gewekt, meent Levinas. Ook als die andere mens mijn behoefte niet blijkt te vervullen, ben ik voor hem of haar verantwoordelijk. Ik, zo vrij en zelfbewust als ik ben, zo gecodeerd om mijn eigen goddelijke gang te gaan, houd mij in 'ten overstaan van de Andere Mens, wanneer ik hem werkelijk zonder bedrog of uitvluchten recht in zijn weerloze en van alle bescherming verstoken ogen kijk'. Zo omschrijft Levinas de werking van het geweten, het 'morele bewustzijn'.

Waar slaat dit allemaal op? Zijn antwoord luidt: op 'de onwerkelijke werkelijkheid van mensen die in de alledaagse geschiedenis van de wereld vervolgd worden, aan wier waardigheid en zin nooit aandacht is besteed'. Ik word, ikzelf, in het overstijgen van mijn ik-zucht. Die overstijging wordt mij mogelijk gemaakt, gegeven, in de ontmoeting met de ander in wiens ogen ik de vraag lees 'laat mij leven'. In de aanvaarding van de ander word ik mijzelf, en wordt de ander 'jij die mij ik maakt'.

Is dit moeilijk? Dit is moeilijke taal. Is dit te begrijpen? Ja. Is dit te doen? Zij die dit al doende begrepen hebben, vormen een ontelbare menigte in de alledaagse geschiedenis van de wereld. Deze wijd en zijd geëerbiedigde en in christelijke kring zelfs populaire wijsbegeerte blijft volstrekt betekenisloos, meende Levinas zelf, als zij geen gestalte krijgt in een concreet humaan beleid jegens weerloze, vernederde mensen. Deze 'levensleer' vindt zijn ijkpunt in de bijbel.

'In het feit dat de relatie tot het goddelijke via de relatie tot mensen verloopt en met de sociale rechtvaardigheid samenvalt, ligt de hele geest van de joodse bijbel. Mozes en de profeten bekommerden zich niet om de onsterfelijkheid van de ziel, maar om de arme, de weduwe, de wees en de vreemdeling. De relatie tot de mens, waarin het contact met het goddelijke zich voltrekt, is niet een soort geestelijke vriendschap, maar een vriendschap die zich uit, bewijst en voltooit in een rechtvaardige economie waarvoor iedere mens ten volle verantwoordelijk is.' Rechtvaardig betekent: gericht op de lotsverbetering van de armsten in de wereld.

Levinas is een onmisbare, maar wel tot het uiterste confronterende en doorvragende gespreksgenoot en leermeester voor wie zoekt naar een laatste ijkpunt van normen en waarden.

***


Stem als een zee van mensen
om mij door mij heen.
Stem van die drenkeling,
van dat stuk wrakhout
dat een mens blijkt,
als hij mij aankijkt

Stem die mij roept: wie ben je?
Mens waar is je broer?
Stem die mijn vliezen breekt
en mij bevrijdt, die
vuur uit steen slaat,
jij die mij ik maakt.

Stem die geen naam heeft, nog niet,
Mensen zonder stem.
Stem als een specht die klopt
aan mijn gehoorbeen,
woord dat aanhoudt,
God die mij vasthoudt.


2/21/2009

 

Heilige boeken en de geschiedenis

Gisteren ben ik eindelijk naar de poldermoskee in Amsterdam gegaan, dat was ik al lange tijd van plan. De poldermoskee leek me een goede plek om bruggen te bouwen. Een plek waar jonge mensen vanuit allerlei achtergronden bij elkaar komen om van gedachten te wisselen.

Ik wil intercultureel contact bevorderen, dat is de kern van waar ik mij op richt, zowel in mijn werk, als in mijn filosofische gedachten, als in mijn persoonlijke leven. Ik wil bevorderen dat mensen met verschillende achtergronden op een goede manier werkelijk samen leven in de Nederlandse samenleving. Wat kunnen we doen om te leren omgaan met cultuurverschillen, hoe kunnen we leren rekening met elkaar te houden, verdraagzaam te zijn, met respect met elkaar om te gaan? En dan niet alleen theorieen bedenken, maar het vooral ook in de praktijk brengen. Ik ben als het ware bezig me de kunst / het vak eigen te maken van "bruggen bouwen in een multiculturele samenleving".

Het is om die reden dat ik naar debatten ga, boeken lees en dus naar de poldermoskee ben gegaan. Ik denk dat er vooral bruggen nodig zijn tussen moslims en niet-moslims, omdat er veel angst en onbegrip is tussen die groepen en ik denk dat het veel verschil zou maken voor het functioneren van de samenleving als die afstand minder groot zou worden.

***

Nu terug naar de lezing in de poldermoskee van gisteravond:

De lezing was onderdeel van een lezingenreeks: "Tijdens de lezingenreeks “Palestine in Motion” wordt de geschiedenis van Palestina behandeld - van pre-historie tot actualiteit. We gaan in op historische claims van Joden en van Palestijnen. Hoe zijn de begrippen semitisme en anti-semitisme ontstaan. Welke historische gebeurtenissen hebben de geschiedenis van joden bepaald? Hoe leefden joden onder islamitisch gezag? Waarom wilden joden massaal naar Palestina, na de shoah? Vragen waarop wij tijdens deze reeks een antwoord hopen te vinden."

We hebben gisteravond niet veel antwoorden gevonden op deze vragen. De lezing ging over David en Salomo. De strekking van de lezing was (ik hoop dat ik het goed weergeef zo) dat wat in de Bijbel staat historisch gezien niet correct is, er was geen groot koninkrijk zoals het in de Bijbel beschreven wordt, er was een klein koninkrijk met dorpen, geen echte steden, met een stammenstructuur. Aangezien wat er staat niet klopt zouden de joden niet op basis van de Bijbel aanspraak kunnen maken op het land van de staat Israël.

Ik voelde me ongemakkelijk bij deze lezing. Niet dat ik beweer dat wat er in de Bijbel staat wel historisch correct is. Ik denk dat er geen enkel heilig boek volledig correct is, historisch gezien. Hoe zou het woord van God zonder enige vertekening een mensenoor binnen kunnen komen? Als God dat had gewild had hij het boek beter persoonlijk kunnen overhandigen. De heilige boeken zijn door mensenhanden opgeschreven, en niet door de mensen die zelf direct het woord van God hebben gehoord, het is via via, van mond tot mond gegaan. En zelfs voor zover het woord van God precies zoals het bedoeld is in een heilig boek is terecht gekomen, dan nog is de vraag of wij mensen goed begrepen hebben hoe het bedoeld is, of we de tekst op de juiste manier interpreteren.

Het punt is dat het volgens mij niet relevant is of wat in de Bijbel staat historisch gezien wel of niet klopt. Stel je voor dat ik nu media-aandacht zoek als profeet van de Spaghetti-religie. Ik ben boodschapper van mijn volk de Spaghettiërs, wij eten al 2000 jaar iedere dag drie keer per dag spaghetti. Nu is mij een boodschap geopenbaard dat wij op weg moeten gaan naar het beloofde land: Italië. Het land van de spaghetti is waar ons volk thuishoort. Op basis van die ongelooflijke hoeveelheden spaghetti die wij achter de kiezen hebben, eeuwenlang, claimen wij aanspraak te kunnen maken op het spaghettiland.

Misschien is het allemaal wel waar wat ik zeg. Het is niet zo makkelijk te bewijzen dat mijn God niet bestaat en dat er geen boodschap aan mij geopenbaard is. Punt is wel dat er al mensen wonen in Italië. Dus wij kunnen niet zo maar met ons volk het land Italië overnemen, want de mensen die er nu wonen, voor wie het hun land is, hebben ook rechten. Dus wat er in ons heilige boek staat, en of dat juist is of niet, is wat dat betreft niet relevant.

Maar wanneer een moslim tegen een christen of een jood zegt: "jullie heilige boek klopt niet", dan spreekt daar een soort arrogantie uit. Ik wilde inbrengen dat de Koran ook "niet klopt", maar eigenlijk is dat een zinloze discussie. Het perspectief van een bepaalde godsdienst geeft altijd een vertekening, een gekleurdheid. Intern, naar het eigen geloof toe geeft dat niet, maar wanneer je godsdiensten gaat vergelijken is dat wel relevant. Als je als gelovige een heilig boek op historische correctheid wil onderzoeken, doe dat dan vooral met het boek van je eigen geloof, zou ik zeggen. Het kan ook best met de andere boeken, maar verbindt daar dan geen politieke conclusies aan.

***

De lezing viel me dus tegen, maar verder ben ik blij dat ik gegaan ben. De poldermoskee is wel zoals ik gehoopt had een laagdrempelige, open, tolerante ontmoetingsplek. Er werd me een paar keer gezegd dat ik welkom was, en een open kritische discussie werd aangemoedigd.

2/17/2009

 

Moeizame toenadering tot de ander

Ik heb "Een Jihad van vertrouwen" gelezen van Tariq Ramadan. Deze Egyptisch-Zwitserse theoloog / filosoof is een omstreden intellectueel. Zijn afkomst als kleinzoon van de oprichter van de Egyptische Moslimbroeders maakt mensen achterdochtig. Ik ben echter al eens eerder naar een lezing van hem geweest, en ik vond dat hij toen heel goede dingen zei. Ik denk ook dat de Erasmus Universiteit Rotterdam niet zo snel een extremist als gasthoogleraar Identiteit en Burgerschap zou aanstellen. Toch vond ik zijn boek een beetje teleurstellend. Zijn idealen zijn mooi en heel belangrijk voor Nederland als multiculturele samenleving. Maar hij slaagt er niet echt in om een brug te bouwen naar "de anderen", naar niet-moslims.

De resolutie van de PvdA, "Verdeeld verleden, gedeelde toekomst" slaagt er nog een stuk minder goed in om bruggen te bouwen dan Ramadan. De kern van de resolutie is (Volkskrant 17 februari): "Wij accepteren geen zelf aangemeten slachtofferschap van mensen die de verantwoordelijkheid voor hun werkloosheid van zich afschuiven door van discriminatie te reppen." Wie zijn die "wij"? Het klinkt alsof het autochtonen zijn, tegenover "zij", de allochtonen. Hiermee wordt een stereotype beeld neergezet alsof allochtonen allemaal werklozen zijn in een slachtofferrol. Van de "nieuwe Nederlanders" verwacht de PvdA dat ze werken, Nederlands spreken en zich verdiepen in de geschiedenis van de Nederlandse samenleving. Van autochtonen / "oude Nederlanders" wordt niets verwacht...

Onze samenleving is cultureel divers. Als we willen dat onze samenleving goed functioneert dan moeten we van alle burgers iets verwachten, namelijk dat we rekening met elkaar houden, dat we elkaar met respect behandelen, dat we bruggen bouwen om toenadering te zoeken om werkelijk samen te kunnen leven. Natuurlijk wordt er van de nieuwkomers meer gevraagd dat zij zich aanpassen dan van de meer oorspronkelijke Nederlanders, maar er is wel degelijk van beide kanten een inspanning nodig.

Er staan een paar goede teksten in het boek van Ramadan:

"Er zijn bruggen nodig tussen twee referentiekaders, twee (heel betwistbare) constructies die 'westerse beschaving' en 'islamitische beschaving' worden genoemd (alsof het gesloten en monolithische werelden zijn) en tussen burgers in de westerse samenlevingen. Het is nodig om zowel theoretisch als praktisch aan te tonen dat je zowel volledig moslim als westerling of Europeaan kunt zijn en dat we ondanks onze zichtbare verschillen veel beginselen en waarden gemeen hebben. Op grond daarvan is het mogelijk 'samen te leven' in hedendaagse pluralistische en multiculturele samenlevingen, waar meerdere religies naast elkaar bestaan."

"Een positieve en constructieve ontmoeting tussen het Westen en de islam (tussen beschavingen, naties en burgers) zal niet alleen tot stand komen door middel van een vrome wens die er optimistisch aan herinnert dat er gemeenschappelijke waarden bestaan. Er is een probleem dat hieraan voorafgaat. Allen moeten blijk geven van bescheidenheid, respect en coherentie. Van bescheidenheid met de erkenning dat niemand, geen enkele beschaving of natie, het monopolie op het universele en het goede heeft. Van respect jegens de ander, met de overtuiging dat de verworvenheden en rijkdommen van de ander een bijdrage kunnen leveren. En van coherentie, door de ander als een spiegel te zien die ons wordt voorgehouden en die we moeten gebruiken om onze eigen tegenspraken en ons gebrek aan samenhang in te zien in de manier waarop we onze meest verheven waarden in het dagelijks leven in de praktijk brengen."

"Het hoofdzakelijk negatieve beeld van de islam en moslims in de media, de populistische en sektarische uitspraken van sommige politieke partijen, de angst en terughoudendheid waarmee de Europese medeburgers te kampen hebben en, bovendien, de vertrouwenscrisis en onzekerheden die zich van de moslims meester maken vormen bij elkaar genomen een enorme uitdaging. We dienen met dit psychologische gegeven rekening te houden: de mensen zijn bang, ze ondergaan spanningen en onzekerheden die soms heftige emotionele en zelfs volledig ongecontroleerde en buitensporige reacties teweegbrengen. Onder invloed van emoties luisteren mensen minder en houden zich doof; er is steeds minder ruimte voor genuanceerd denken en men drukt zich op een binaire wijze uit, terwijl men de nuance als een dubbelzinnigheid beschouwt. Anekdotes die voor wezenlijk worden gehouden dienen als rechtvaardiging voor onherroepelijke oordelen over de ander (het gedrag van deze of gene is representatief voor diens samenleving of gemeenschap)."

Ramadan geeft naar mijn mening een hele sterke analyse van de kern van het probleem. Helaas is hij echter minder sterk in het aandragen van oplossingen. Hij is nog te veel bezig met "preken voor eigen parochie". Hij moedigt moslims aan zich te verenigen, de politiek in te gaan en te proberen hun positie te verbeteren. Ook pleit hij ervoor dat Europese islamitische geleerden in de geschiedenis lesboeken op alle Europese scholen worden opgenomen. En hij moedigt journalisten aan om te komen tot een minder eenzijdig "autochtone" berichtgeving. Een pleidooi voor empowerment voor Europese moslims valt vast in goede aarde bij een doelgroep van gematigde Europese moslims zelf, maar de autochtone Europeanen zal hij zo niet kunnen overtuigen. Als hij het over "wij" heeft dan bedoelt hij meestal de Europese moslims. Hij slaagt er niet in van zijn eigen eiland af te komen en een brug te bouwen naar de ander toe; naar atheisten, christenen, westerlingen. Hij denkt vooral vanuit zijn eigen belangen, zijn eigen referentiekader. Misschien heeft hij toch iets van een verborgen agenda. Ik denk dat hij graag zou willen dat er sterke moslimpartijen onstaan overal in Europa. Dat moslims verenigd zijn en zo samen kunnen opkomen voor hun belangen. Hij is zelf allang geen Egyptisch moslim meer, en waarschijnlijk ook nooit geweest. Hij is een Europees burger, met zijn eigen godsdienst, die beinvloed is door de omgeving waarin hij is opgegroeid. Hij zou denk ik willen dat die godsdienst meer macht zou hebben, dat moslims niet meer zo te kampen hebben met een achtergestelde positie, met minder kansen, negatieve beeldvorming en discriminatie. Een beweging van Europese moslims is niet iets om meteen heel bang voor te worden. Een sterkere positie van een Europese islam hoeft helemaal geen probleem te zijn voor niet-moslims. Maar als Tariq Ramadan werkelijk een bemiddelaar wil zijn tussen verschillende referentiekaders dan is hij verkeerd bezig, want hij zal "de ander", de niet-moslim, op deze manier nooit mee krijgen. Misschien moet hij nog ergens een cursus "bruggen bouwen in de multiculturele samenleving" volgen...

See this text in English

2/09/2009

 

"Ik ben niet bang voor moslims"

Vorige week ben ik naar een interessant debat geweest in Rotterdam, over radicalisering onder moslims. (Zie het verslag van Umar Mirza op http://www.wijblijvenhier.nl/). En nu heb ik Esma Choho in het echt ontmoet.
Ik denk dat Rotterdam een stuk verder is dan Utrecht wat betreft het “bruggen bouwen in de multiculturele samenleving”. Ik kan me niet goed voorstellen dat zo'n levendig debat met zo'n gemeleerd en goed geïnformeerd publiek in Utrecht zou plaatsvinden. Het debat ging over het Rotterdamse beleid om radicalisering tegen te gaan.
Ik vind het een boeiende vraag waar de veel voorkomende frustraties onder moslims vandaan komen tegenover de Nederlandse politiek, cultuur en samenleving. Wat is er zo ergerlijk, zo frustrerend? Esma Choho zei dat de Nederlandse politici moeten ophouden met hun hypocriete gedrag. Zeg dan gewoon openlijk dat de Nederlandse politiek grotendeels pro-Israël is, en probeer niet de schijn op te houden van een onpartijdige neutrale democratie en politiek. Er wordt met twee maten gemeten, zei Mustapha Hilali (TANS). Kritiek op de islam wordt niet op dezelfde manier ontvangen als kritiek op bijvoorbeeld het jodendom. Neem een tekst van Geert Wilders en vervang alle woorden “moslims” / “islam” door “joden” / “jodendom”. Je wordt meteen uitgemaakt voor anti-Semiet, en de reacties zijn veel geschokter dan wanneer mensen zo'n tekst over moslims lezen.
Het meest lastige vind ik dat het bijna onvermijdelijk is dat ik (en iedereen) negatief beïnvloed wordt door de publieke opinie, door de beelden die in de media te zien zijn, door het heersende discours en door sociale druk. Ik kan steeds tegen mijzelf zeggen dat de vooroordelen nergens op slaan, maar ik word er toch door beïnvloed. Een voorbeeld werd aangehaald van een moeder die met een kind naar de dokter gaat en zegt dat het kind een bepaalde ziekte heeft. Dat is niet zo, dat is alleen een beeld in het hoofd van de moeder. Maar als dat beeld als maar herhaald wordt en steeds gepresenteerd wordt als de werkelijkheid, dan gaat dat kind zich vanzelf ziek voelen, ongemerkt. Of het gaat zich afzetten en roept steeds harder “ik ben niet ziek!”.
Aicha, een vriendelijke twintigjarige studente pedagogiek, met hoofddoek, vertelde hoe ze in de tram haar vrolijk gekleurde handtas met bloemetjesmotief opende om haar collegeverslag eruit te halen. Ze vloekte toen ze zag dat ze het thuis had laten liggen. De mensen tegenover haar keken verschrikt op. Even later werd ze op straat door de politie aangehouden voor een bommelding. De mensen in de tram hadden haar aangezien voor een potentiële terrorist met een bom in haar tas, en hadden aangifte gedaan.

Hoe meer het discours zwart-wit wordt, hoe moeilijker het is om zelf genuanceerd te blijven denken. En ik denk dat het nu tijd wordt dat we ons eens echt hard gaan maken voor vrijheid van meningsuiting. Daarbij gaat het me niet om wetten die de vrijheid beschermen (en zeker niet om wetten die de vrijheid inperken). Het gaat me er vooral om dat mensen niet zo snel oordelen en dat zij anderen de ruimte geven om hun stem te laten horen, dat we naar elkaar leren luisteren. De Nederlandse cultuur wordt zoals bekend gekenmerkt door een sterke mondigheid. Je kunt recht voor z'n raap zeggen wat je vindt, je mag er ook best bij schelden en de ander voelt zich niet snel beledigd, eerlijkheid wordt gewaardeerd. Maar als een moslim zegt serieus gelovig te zijn of als een allochtoon kritiek uit op de Nederlandse politiek / democratie en een verandering tot stand wil brengen, dan wordt dat vaak niet geaccepteerd.

Esma Choho is graag bereid de training “Ik ben niet bang voor moslims” te geven aan autochtonen wiens geest wordt vertroebeld door angst. Misschien is zo'n training wel veel nuttiger dan nog een integratiecursus voor potentiële radicalen.

Het debat begon met een radicaliseringsquiz van de Meiden van Halal :)


2/02/2009

 

Troubled water and bridges

I saw a very good movie with the film festival in Rotterdam yesterday, called "Troubled Water". It's a film about forgiveness. Or one could also say it's about "How do you find light, joy and purpose in life after a blow of fate?"

I was just reading "Destined by the future" (I don't know how to translate "Overgeleverd aan de toekomst") about Emmanuel Levinas and the Talmud, by Bas Baanders. One of Levninas' Talmud lectures is about forgiveness and reconciliation. I find it very beautiful.

The Talmud explains that when somebody misbehaved towards God, then this can be solved between this person and God. During Jom Kippur, the Atonement Day, God can offer forgiveness. But conflicts between two persons cannot be solved by God. It's not God who gives forgivesness when I did something wrong to another person. Then we have to solve it together.

The Atonement day can bring forgiveness, but to forgive is not something external, it's a process inside a person. Repentance / a change-over is needed. Levinas gives some examples in his lecture of the Talmud, and he discusses some questions of what to do when forgiveness is refused.

It's good to see how this topic is analysed with great attention. The rabbis are very much concerned with ethics, with how they should treat other people. It would be good if more people would deal with others with care like this, to make deliberate choices.

This is what touched me in the film "Troubled water", the goodness of the boy (Jan) who accidently killed a child. (By the way, the child is called Isaac, like the son of Abraham whom he was going to sacrifice because God told him to do so.) He is acting with great care for the people around him. He thinks about right and wrong and tries to do the right thing as much as he can. He has made a big mistake in his life, he did something very wrong. He feels quilty about it. But he tries to cope somehow with what has happened, and to try to make a new start. The priest Anna says that forgiveness is not the most important. The most important is to accept your life and yourself and to go on. Jan asks her if evil comes from God as well. She says yes. Everything that happens is meant to be. If you go through suffering it will make you stronger. She hopes that something good will come from that her child doesn't have a father (he left). Jan says that it's so naive to think that something good will come out of something bad. She says that she is naive, that's why she became a priest.

The film shows the process the offender (Jan) and the victim (the mother of the child that died) to deal with and accept what has happened. There's a strong tie between them, because of what has happened. They need each other. And they can't stand each other.
It's not easy for Jan to admit, first to himself, that he's responsible for the death of the child. It's not easy for the mother to meet / face the murderer of her child. Finally they meet each other and they talk. She says: “You must have killed my child, you have either beaten him to death or drown him. But why??? Why did you do that? I never understood.”

Forgiveness is a very important theme in the work of Levinas. And if I will ever write my dissertation / book, then it will be an important element there as well. Levinas talks about how to live with the other person, who is totally different, who makes me responsible. What can I do to be able to forgive? And will I be forgiven? What happens when forgiveness is not possible. With regard to intercultural contact the other person may be a stranger, an immigrant. And I will be the other person for him or her. If we want to learn how to live together with different cultures, I think it's important that we learn how to forgive, as one of the ways to improve our intercultural skills. Forgiveness helps to build a bridge between one person and the other, it makes it possible to let go of the past and to make a new start.


This page is powered by Blogger. Isn't yours?