2/09/2009
"Ik ben niet bang voor moslims"
Vorige week ben ik naar een interessant debat geweest in Rotterdam, over radicalisering onder moslims. (Zie het verslag van Umar Mirza op http://www.wijblijvenhier.nl/). En nu heb ik Esma Choho in het echt ontmoet.
Ik denk dat Rotterdam een stuk verder is dan Utrecht wat betreft het “bruggen bouwen in de multiculturele samenleving”. Ik kan me niet goed voorstellen dat zo'n levendig debat met zo'n gemeleerd en goed geïnformeerd publiek in Utrecht zou plaatsvinden. Het debat ging over het Rotterdamse beleid om radicalisering tegen te gaan.
Ik vind het een boeiende vraag waar de veel voorkomende frustraties onder moslims vandaan komen tegenover de Nederlandse politiek, cultuur en samenleving. Wat is er zo ergerlijk, zo frustrerend? Esma Choho zei dat de Nederlandse politici moeten ophouden met hun hypocriete gedrag. Zeg dan gewoon openlijk dat de Nederlandse politiek grotendeels pro-Israël is, en probeer niet de schijn op te houden van een onpartijdige neutrale democratie en politiek. Er wordt met twee maten gemeten, zei Mustapha Hilali (TANS). Kritiek op de islam wordt niet op dezelfde manier ontvangen als kritiek op bijvoorbeeld het jodendom. Neem een tekst van Geert Wilders en vervang alle woorden “moslims” / “islam” door “joden” / “jodendom”. Je wordt meteen uitgemaakt voor anti-Semiet, en de reacties zijn veel geschokter dan wanneer mensen zo'n tekst over moslims lezen.
Het meest lastige vind ik dat het bijna onvermijdelijk is dat ik (en iedereen) negatief beïnvloed wordt door de publieke opinie, door de beelden die in de media te zien zijn, door het heersende discours en door sociale druk. Ik kan steeds tegen mijzelf zeggen dat de vooroordelen nergens op slaan, maar ik word er toch door beïnvloed. Een voorbeeld werd aangehaald van een moeder die met een kind naar de dokter gaat en zegt dat het kind een bepaalde ziekte heeft. Dat is niet zo, dat is alleen een beeld in het hoofd van de moeder. Maar als dat beeld als maar herhaald wordt en steeds gepresenteerd wordt als de werkelijkheid, dan gaat dat kind zich vanzelf ziek voelen, ongemerkt. Of het gaat zich afzetten en roept steeds harder “ik ben niet ziek!”.
Aicha, een vriendelijke twintigjarige studente pedagogiek, met hoofddoek, vertelde hoe ze in de tram haar vrolijk gekleurde handtas met bloemetjesmotief opende om haar collegeverslag eruit te halen. Ze vloekte toen ze zag dat ze het thuis had laten liggen. De mensen tegenover haar keken verschrikt op. Even later werd ze op straat door de politie aangehouden voor een bommelding. De mensen in de tram hadden haar aangezien voor een potentiële terrorist met een bom in haar tas, en hadden aangifte gedaan.
Hoe meer het discours zwart-wit wordt, hoe moeilijker het is om zelf genuanceerd te blijven denken. En ik denk dat het nu tijd wordt dat we ons eens echt hard gaan maken voor vrijheid van meningsuiting. Daarbij gaat het me niet om wetten die de vrijheid beschermen (en zeker niet om wetten die de vrijheid inperken). Het gaat me er vooral om dat mensen niet zo snel oordelen en dat zij anderen de ruimte geven om hun stem te laten horen, dat we naar elkaar leren luisteren. De Nederlandse cultuur wordt zoals bekend gekenmerkt door een sterke mondigheid. Je kunt recht voor z'n raap zeggen wat je vindt, je mag er ook best bij schelden en de ander voelt zich niet snel beledigd, eerlijkheid wordt gewaardeerd. Maar als een moslim zegt serieus gelovig te zijn of als een allochtoon kritiek uit op de Nederlandse politiek / democratie en een verandering tot stand wil brengen, dan wordt dat vaak niet geaccepteerd.
Esma Choho is graag bereid de training “Ik ben niet bang voor moslims” te geven aan autochtonen wiens geest wordt vertroebeld door angst. Misschien is zo'n training wel veel nuttiger dan nog een integratiecursus voor potentiële radicalen.
Het debat begon met een radicaliseringsquiz van de Meiden van Halal :)