10/25/2007

 

The Secret - deel 2: het hele jaar Sinterklaas

Het Gouden Kalf
Toevallig zag ik dat er een artikel over The Secret in Volzin stond (van Anton de Wit). De toon is erg negatief, een stuk negatiever dan wat ik zelf had geschreven (zie onderstaande post). Maar er staat wel een goed en belangrijk punt in: The Secret gaat helemaal niet over de ander, het gaat alleen maar over mijzelf. Wat ik wil dat zal krijgen. Daar zou Levinas ook meteen bezwaar tegen maken, als je de ander vergeet dan ben je totaal verkeerd bezig.

Hier is een citaat uit het Volzin artikel:

"Dat The Secret lariekoek van de bovenste plank is behoeft amper betoog. Het concept is een ratjetoe van pscyhologie van de koude grond, vlees-noch-vis spiritualiteit en quasi-wetenschappelijke nonsense, en maakt gebruik van dubieuze marketingtrucjes die vooral doen denken aan Tell Sell-reclames. Dat mensen zich geld uit de zakken laten kloppen door deze zwendel - ook in ons land schijnen tal van op The Secret geïnspireerde workshops tjokvol zitten - zou op zichzelf natuurlijk geen groot punt zijn. De mens wil nu eenmaal graag bedrogen worden, dus als mensen zich daar goed bij voelen, ach, láát die onnozele stakkers dan, baadt het niet dan schaadt het niet. Maar dat is nu juist het probleem: The Secret schaadt wél. Want weliswaar zijn onze gedachten niet zo almachtig als mevrouw Byrne en haar kliek willen doen geloven, en is het universum geen snoepwinkel die wij naar believen kunnen leeg graaien, maar toch schuilt er een waarheid in The Secret: hoe wij denken is van invloed op ons leven, op onze omgeving, onze naasten, etc. Dat lijkt me geen eeuwenoud "Geheim" maar een kwestie van eenvoudig boerenverstand. Dus natuurlijk zijn "goede gedachten" belangrijk, zoals het boek ook stelt. Maar als dat zo is, komt het erop aan hoe je "goed" en "kwaad" definieert. "Goed" dat betekent in The Secret op de eerste en enige plaats "goed voor mijzelf". Het is een functioneel goed, zelfzuchtige winst op korte termijn. Het wereldbeeld dat hier achter schuilt is een materialisme van de platste, meest egocentrische soort. Het Geheim wordt omschreven als een natuurwet, onpartijdig en onverschillig. Het maakt niet uit wát je vraagt. Voor moraal is dus geen enkele plaats, zorg voor anderen is van ondergeschikt belang, aan de consequenties van jouw geluk voor andere mensen of de leefomgeving worden geen woorden vuil gemaakt. Het Geheim is dus ten diepste nihilistisch: er bestaat in deze "geheime leer" geen moraal, geen liefde, geen hoger goed, geen genade, geen God."

En dan gaat de schrijver door over hoe The Secret het Christendom voor het karretje spant van deze "geestelijke valsmunterij".

"Het creatieve proces dat in The Secret wordt toegepast wordt volgens Byrne ontleend aan het Nieuwe Testament. Dat is een simpel drie stappenplan: vraag (of liever: geef een bevel), geloof, ontvang. Geef je verlanglijstje door aan de kosmische Sinterklaas, wees ervan overtuigd dat je ook alles krijgt en zie: het hele jaar is het 5 december."

Zo is het in de Bijbel nooit bedoeld. Er is geen sprake van de mens die God beveelt. En het ontvangen wat je vraagt, "zoekt en gij zult vinden", dat gaat over hulp vragen voor iemand anders, niet voor jezelf. Het gaat over brood vragen voor een vriend die net terug is van een lange reis en honger heeft. Dan wordt het een ander verhaal. Voor mij is de gerichtheid op positieve goede gedachten verbonden met mijn geloof. Ik zei eerder dat er niets bovennatuurlijks is aan terugkrijgen wat je uitzendt, maar misschien is er in mijn beleving wel een bovennatuurlijk aspect. Ik weet niet of God bestaat, en ik weet al helemaal niet of hij "stuurt" in ons dagelijks leven. Maar ik heb vaak het gevoel dat alles wat gebeurt zo heeft moeten zijn. Dat het niet toevallig is dat ik iemand tegen kom net als ik daar behoefte aan had, dat er dingen op mijn pad komen die gezonden lijken te zijn. Rationeel geloof ik dat eigenlijk niet. Dat God zich met van die pietluttige dingen bezig zou houden als zorgen dat mijn trein een beetje vertraging heeft zodat ik hem net haal en dan op tijd kom voor een sollicitatiegesprek. God heeft wel wat beters te doen dan dat soort kleine dingen voor de hele wereld tegelijk te regelen. En als hij dat wel doet dan wordt het tijd dat hij zich met grotere zaken gaat bemoeien: alle honger en oorlogen de wereld uithelpen, bijvoorbeeld. Maar het blijft voor mij zo voelen: als ik goed doe krijg ik het goede terug. Hoe meer ik de goedheid opzoek, hoe dichter ik ook de oneindige goedheid van God bij mij voel. Ik kan erop vertrouwen dat het goed komt. Wat er ook gebeurt, God loopt naast mij, hij blijft bij mij, hij leeft met mij mee en daarom kan ik altijd contact houden met het goede. Dus voor mij zijn de positieve gedachten juist wel verbonden met ethiek en met de ander. Door mijn ontmoeting met de ander word ik wakker geschud, word ik aangesproken op mijn verantwoordelijkheid, waardoor een beroep wordt gedaan op mijn goedheid. Via de ander kan ik een glimp zien van God, kan ik mijn egocentrisme loslaten.

En het gevoel dat God mij helpt, dat is op zichzelf ook een positieve gedachte die als een self-fulfilling prophecy kan werken. Ik verwacht dat het geluk mij gunstig gezind is, en doordat ik dat geloof gaat het ook echt beter. Dus stel ik mijzelf niet te veel vragen over of de goede dingen op mijn pad nu echt van God komen of niet.

10/20/2007

 

The Secret

Vanavond heb ik dan eindelijk echt naar de film zelf gekeken, naar The Secret (zie "Verlangen is het volgen van de Kudu" ). En wat vind ik ervan? Voor mij heeft de film twee kanten.

Aan de ene kant sta ik er helemaal achter, ik geloof zeker dat positief denken mijn werkelijkheid veel positiever maakt. Om negatief te denken, over wat er allemaal verkeerd is, gevoelens van frustratie, woede en wanhoop, een slachtofferrol, dat helpt me geen stap verder, het werkt veel beter om de Kudu te volgen, om mijn verlangen te volgen. Zoals Winnie de Poeh bij wie alles goed gaat, omdat hij vol vertrouwen het positieve denkt, en dat gebeurt dan ook, als "woe wei", het gebeurt (bijna) vanzelf.

Het boekje "Beren op de weg, spinsels in je hoofd" legt heel goed uit hoe je in je gedachten een gebeurtenis op een bepaalde manier interpreteert, en dat die gedachten je gevoel bepalen, en het gevoel bepaalt je gedrag (zie mijn beschrijving van de A-B-C methode). En dat gedrag bepaalt dan dus weer hoe je omgeving reageert / wat je "aantrekt" volgens The Secret.
Negatieve irrationele gedachten leiden tot een negatieve spiraal, positieve realistische gedachten leiden tot een positieve spiraal. En je kunt je gedachten sturen. Je kunt onderzoeken of je gedachten realistisch zijn of niet. En je kunt kiezen of je iets pessimistisch, somber, zwartgallig, cynish, verbitterd, schuldig, als slachtoffer, machteloos, verlammend gaat interpreteren, of optimistisch, hoopvol, vrolijk, opgeruimd, initiatiefrijk, ondernemend zult interpreteren. Kijk je naar de kansen die er zijn of kijk je naar wat er mis zou kunnen gaan en verwacht je dan ook meteen dat het ergst denkbare zal gebeuren?

Ik pas het veel toe in het dagelijks leven, om te proberen positief te denken. En vooral met Multi-Pass merk ik sterk hoe het zijn vruchten afwerpt. Volgens The Secret is dat een magisch eeuwenoud wonder van het universum, alsof er tovenarij in het spel is. Maar volgens mij is er niets bovennatuurlijks aan, het is vooral menselijk. Negatief denken is destructief, dat maakt kapot en dat maakt dat er geen beweging, geen vooruitgang mogelijk is, je probeert alleen het negatieve te vermijden maar er is niet een punt in het vooruitzicht waar je naartoe wilt. Als ik iets graag wil dan kom ik haast vanzelf in beweging, vanuit het verlangen om er te komen.
En met het negatieve stoot ik mensen af. Mensen houden er meestal niet van om te worden opgescheept met mislukkelingen, zieligerds, gefrustreerden, lastpakken. Ze hebben veel liever het gezelschap van vrolijke succesvolle mensen, dan voelen ze zichzelf ook beter. Dus als je steeds negativiteit uitzendt dan is dat ook wat je ontvangt en dan blijf je uiteindelijk alleen en mislukt over, precies als in de nachtmerrie die je steeds al had voorspeld. Maar het tegenovergestelde - je droom wordt waar - is dus ook mogelijk, door het positieve uit te stralen, en daarmee neem je een voorschot op de toekomst, als een self-fulfilling prophecy.

Ik las een verhaal in de Yes over een jongen die de hele tijd gepest werd, op school en overal, die negerzoenen in zijn haar gesmeerd kreeg, die helemaal geen vrienden had en die iedere avond alleen op zijn kamer zat te huilen. Maar op zijn achttiende heeft hij het roer radicaal omgegooid. Hij is gestopt met als slachtoffer zielig in een hoekje te zitten. Hij heeft actie ondernomen om zich te verzetten tegen het pesten: hij heeft een speciale weblog gemaakt tegen pesten. Daarmee heeft hij zijn trots en waardigheid helemaal terugveroverd: hij staat nu in alle kranten en tijdschriften, hij komt op televisie. Hij staat midden in de schijnwerpers, hij is sterk, hij staat voor zijn zaak. Hij wordt nu serieus genomen, niemand durft hem nog te pesten, er wordt naar hem opgekeken. Wat een omslag is dat, en hij heeft het helemaal zelf gedaan. Door anders te denken, anders te voelen en anders te handelen, en zo een veel mooiere werkelijkheid te creëren.

Maar de andere kant van het verhaal is dat het me in The Secret allemaal veel te makkelijk wordt gepresenteerd, als een glorieuze American Dream, als een magische wereld waar je met een toverstafje zwaait en de welvaart en het geluk liggen meteen voor het oprapen. Je denkt aan een blije baby, je voelt je goed en meteen zit alles je mee. Het lijden, het verdriet, de grote problemen die mensen ongevraagd op hun bord krijgen, die worden wel heel makkelijk van tafel geveegd en ook de handicaps / beschadigingen die je in je leven hebt opgelopen en waar je steeds weer tegenaan loopt. Als het allemaal als vanzelfsprekende instant glitter & glamour gepresenteerd wordt dan geeft het weer een extra frustratie als het iemand niet lukt, voor de kwetsbare mensen met veel pech in hun leven. Het kan hard vechten zijn om een omslag naar het positieve te maken. Ik vind dat de hardheid van het leven en de pijn en verdriet die erbij horen niet moeten worden ontkend. Als ik me de hele tijd goed moet gaan voelen vind ik dat veel te vermoeiend en onecht. Het geeft mij troost om te onderkennen dat het leven soms heel moeilijk kan zijn en dat het niet allemaal in één klap perfect hoeft te zijn, sterker nog; dat het altijd een beetje behelpen blijft. Maar ik kom er wel, het maakt niet uit hoe :)

***

"De zaak is", zei Konijn, "dat we op de een of andere manier verdwaald zijn." Ze zaten een beetje uit te rusten in een zandkuiltje op de heuvel in het Woud. Dat zandkuiltje begon Poeh allang te vervelen en hij verdacht het kuiltje er eigenlijk van dat het hem achtervolgde, want welke kant ze ook uitliepen, ze kwamen altijd weer bij het zandkuiltje uit... "Nou", zei Konijn na een lange stilte, waarin niemand hem bedankte voor de prettige wandeling die hij ze bezorgde, "we moesten maar eens verder gaan, vind ik. Welke kant zullen we proberen?" "Wat denk je ervan", zei Poeh bedachtzaam, "als we eens, zogauw we uit het zicht zijn van deze kuil, probeerden hem terug te vinden?" "Wat heb je daaraan?" vroeg Konijn. "Wel", zei Poeh, "we zoeken nu almaar naar ons huis en we vinden het maar niet, en nou dacht ik, als we nou eens naar deze ene Kuil zochten, dan vonden we die vast ook niet en dat zou al een Mooi Ding zijn, want dan konden we misschien wel eens iets vinden waar we niet naar zochten en dat was dan misschien juist iets waar we wel naar zochten."

***

'Knorretje en Poehbeer liepen langs een boom. Knorretje zei tegen Poeh; 'Poeh, wat nou als die boom omvalt precies als wij eronder lopen?' En Poeh zei tegen Knorretje; 'En wat als hij dat eens niet deed?' En toen voelde Knorretje zich meteen een stuk beter.'

10/12/2007

 

Bruggen bouwen naar de ander

Het is een boeiend idee dat de woorden die we kiezen bepalen hoe we naar de werkelijkheid kijken. Als we zelf kunnen kiezen hoe we de werkelijkheid zien door onze woordkeuze, laten we die woorden dan ook goed kiezen.
Om terug te komen op de Griek van het SIW-project in de Weerribben (die ik op deze weblog Icarus heb genoemd): zijn therapeut zei dat hij een narcist is en dat hij moet oppassen dat hij niet vervreemd raakt van mensen ("alienation" noemde Icarus het). Hoe kan die therapeut dat nou zeggen; hoe kan ze hem beplakken met zo’n negatieve sticker van “narcist”, en ook dat rare woord “alienation”, wat ik meteen associeer met buitenaardse wezens (zie het onderstaande liedje van Paul Simon, van het album "Songs from the Capeman").
Het punt is dat negatieve gedachten de werkelijkheid negatief beïnvloeden. Dus als Icarus denkt dat hij een vreselijk iemand is, dominant, egoïstisch, megalomaan, mislukt en vervreemd van de mensen om hem heen, dan zal hij zich ook vreselijk gaan gedragen en/of zich terugtrekken in zijn eigen veilige wereld. Mensen gaan vaak in therapie omdat ze negatieve gedachten hebben over zichzelf. Dan is het de bedoeling dat de therapeut hen van die ideeën afhelpt, niet dat die het verergert.

Het is daarom denk ik beter om mensen niet te labelen als narcist, misantroop, fascist, racist, islamofoob of wat dan ook. Want daarmee wordt de ander gevangen genomen in het beeld dat ik van hem schets. De stickers roepen een negatief beeld op dat onontkoombaar is. Het is een harnas waar een uniek individu in wordt gepropt, maar waar hij nooit helemaal in past. Icarus heeft vast wel een aantal eigenschappen van een narcist, maar waarschijnlijk zijn er ook eigenschappen van een narcist die Icarus niet heeft, en er zijn zeker ook een heleboel eigenschappen van Icarus die niet bij een narcist horen.
Ik hou dus niet van dat soort woorden die andere mensen op mijn hoofd plakken: optimist, idealist, socialist, individualist, vage filosoof, naïeve politiek correcte progessieveling, etc. Ik ben mezelf en ik wil niet in dat soort hokjes worden gestopt. Dat iemand zegt: “Ik ken jouw soort.” Dan zeg ik: “Ik ben niet van een soort, ik ben van mezelf en je kent mij helemaal niet.”
In plaats van negatieve stickers kunnen we volgens mij veel beter kiezen voor positieve werkwoorden. De twee belangrijkste voor het tegengaan van narcisme en vervreemding zijn volgens mij: relativeren en inleven. Dat zijn woorden waar je iets mee kunt.

Relativeren
Mensen die veel hebben meegemaakt denken vaak dat de hele wereld alleen om hen draait. De problemen zijn zo groot in hun hoofd dat ze zich in het centrum van het universum lijken te bevinden, er is geen ruimte meer voor wat er zich buiten hun eigen geest afspeelt. Het helpt dan om even afstand te nemen van jezelf en van verder weg het geheel te overzien. De miljarden mensen in deze wereld zijn een enorme door elkaar krioelende mierenhoop. Ik ben maar één miertje in dat geheel. Voor mij is het stuk brood dat ik op mijn rug draag een enorme last. Maar er is zoveel meer in de wereld dan alleen deze ene mier met dat stuk brood. Door afstand te nemen worden mijn eigen gedachten en gevoelens minder alles overheersend.

Inleven
Inleven in de ander helpt om tijdelijk uit mijzelf te kunnen stappen en daarmee los te komen van de beperkte wereld van mijn eigen gedachten. Ik zit op mijn eigen kleine eilandje in een eindeloze zee. Er zijn de eilanden van de anderen maar daar kan ik niet komen; de anderen zijn net als ik hun leven lang alleen op hun eigen eiland. Want ik heb geen toegang tot het bewustzijn van de ander, ik kan alleen maar mezelf zijn mijn leven lang.

Maar het eiland houdt mij niet gevangen, ik kan mijn grenzen overstijgen. De manier waarop ik dat kan doen is door een brug te bouwen naar het eiland van de ander. Als die ander dat ook doet dan kunnen we elkaar halverwege ontmoeten op de brug. Het inleven in de ander is een beweging naar de ander toe en daarmee bouwen we aan de brug. Het materiaal waar de brug van gemaakt is, wat de afstand overbrugt, is taal. Met taal kunnen we bij elkaar komen, kunnen we elkaar begrijpen, kunnen we uitstijgen boven ons eigen beperkte eilandje en iets zien van de wereld waarin de ander leeft. De boodschap die ik uitzend zal bij de ander anders aankomen dan hoe ik hem heb uitgezonden. Als ik over een boom vertel dan ziet de ander een boom voor zich die op zijn eiland groeit, terwijl ik een boom zie van mijn eigen eiland, die misschien heel anders is (en als er geen bomen zijn op het eiland van de ander dan wordt het helemaal moeilijk). Ik kan niet precies weten hoe mijn boodschap is aangekomen en de ander weet niet precies wat ik voor me zag met de boodschap die ik uitzond. Maar voor zover onze beelden overlappen begrijpen wij elkaar. In de uitwisseling van onze perspectieven ontstaan nieuwe beelden. Zo worden onze blikken verruimd en neemt ons egocentrisme af.

***
Trailways Bus

A passenger travelling quietly conceals himself
With a magazine and a sleepless pillow
Over the crest of the mountain the moon begins its climb
And he wakes to find he's in rolling farmland

The farmer sleeps against his wife
He wonders what their life must be
A Trailways bus is heading south
Into Washington, D.C.

A mother and child, the baby maybe two months old
Prepare themselves for sleep and feeding.
The shadow of the Capitol dome slides across his face
And his heart is racing with the urge to freedom.

The father motionless as stone,
A shepherd resting with his flock,
The Trailways bus is turning west-
Dallas via Little Rock.

“O my darling, darling Sal
The desert moon is my witness.
I've no money to come East,
But I know you'll soon be here”

We pull into downtown Dallas by the side of the Grassy Knoll
Where the leader fell and a town was broken.
Away from the feel and flow of life for so many years
He hears music playing and Spanish spoken

The border patrol outside of Tucson boarded the bus:
“Any aliens here? You better check with us,
How about you son?
You look like you got Spanish blood.
Do you 'Habla Ingles' am I understood?”

“Yes, I am an alien, from Mars.
I come to earth from outer space.
And if I travelled my whole life
You guys would still be on my case”

But he can't leave his fears behind,
He recalls each fatal thrust
The screams carried by the wind,
Phantom figures in the dust

This page is powered by Blogger. Isn't yours?