10/12/2007

 

Bruggen bouwen naar de ander

Het is een boeiend idee dat de woorden die we kiezen bepalen hoe we naar de werkelijkheid kijken. Als we zelf kunnen kiezen hoe we de werkelijkheid zien door onze woordkeuze, laten we die woorden dan ook goed kiezen.
Om terug te komen op de Griek van het SIW-project in de Weerribben (die ik op deze weblog Icarus heb genoemd): zijn therapeut zei dat hij een narcist is en dat hij moet oppassen dat hij niet vervreemd raakt van mensen ("alienation" noemde Icarus het). Hoe kan die therapeut dat nou zeggen; hoe kan ze hem beplakken met zo’n negatieve sticker van “narcist”, en ook dat rare woord “alienation”, wat ik meteen associeer met buitenaardse wezens (zie het onderstaande liedje van Paul Simon, van het album "Songs from the Capeman").
Het punt is dat negatieve gedachten de werkelijkheid negatief beïnvloeden. Dus als Icarus denkt dat hij een vreselijk iemand is, dominant, egoïstisch, megalomaan, mislukt en vervreemd van de mensen om hem heen, dan zal hij zich ook vreselijk gaan gedragen en/of zich terugtrekken in zijn eigen veilige wereld. Mensen gaan vaak in therapie omdat ze negatieve gedachten hebben over zichzelf. Dan is het de bedoeling dat de therapeut hen van die ideeën afhelpt, niet dat die het verergert.

Het is daarom denk ik beter om mensen niet te labelen als narcist, misantroop, fascist, racist, islamofoob of wat dan ook. Want daarmee wordt de ander gevangen genomen in het beeld dat ik van hem schets. De stickers roepen een negatief beeld op dat onontkoombaar is. Het is een harnas waar een uniek individu in wordt gepropt, maar waar hij nooit helemaal in past. Icarus heeft vast wel een aantal eigenschappen van een narcist, maar waarschijnlijk zijn er ook eigenschappen van een narcist die Icarus niet heeft, en er zijn zeker ook een heleboel eigenschappen van Icarus die niet bij een narcist horen.
Ik hou dus niet van dat soort woorden die andere mensen op mijn hoofd plakken: optimist, idealist, socialist, individualist, vage filosoof, naïeve politiek correcte progessieveling, etc. Ik ben mezelf en ik wil niet in dat soort hokjes worden gestopt. Dat iemand zegt: “Ik ken jouw soort.” Dan zeg ik: “Ik ben niet van een soort, ik ben van mezelf en je kent mij helemaal niet.”
In plaats van negatieve stickers kunnen we volgens mij veel beter kiezen voor positieve werkwoorden. De twee belangrijkste voor het tegengaan van narcisme en vervreemding zijn volgens mij: relativeren en inleven. Dat zijn woorden waar je iets mee kunt.

Relativeren
Mensen die veel hebben meegemaakt denken vaak dat de hele wereld alleen om hen draait. De problemen zijn zo groot in hun hoofd dat ze zich in het centrum van het universum lijken te bevinden, er is geen ruimte meer voor wat er zich buiten hun eigen geest afspeelt. Het helpt dan om even afstand te nemen van jezelf en van verder weg het geheel te overzien. De miljarden mensen in deze wereld zijn een enorme door elkaar krioelende mierenhoop. Ik ben maar één miertje in dat geheel. Voor mij is het stuk brood dat ik op mijn rug draag een enorme last. Maar er is zoveel meer in de wereld dan alleen deze ene mier met dat stuk brood. Door afstand te nemen worden mijn eigen gedachten en gevoelens minder alles overheersend.

Inleven
Inleven in de ander helpt om tijdelijk uit mijzelf te kunnen stappen en daarmee los te komen van de beperkte wereld van mijn eigen gedachten. Ik zit op mijn eigen kleine eilandje in een eindeloze zee. Er zijn de eilanden van de anderen maar daar kan ik niet komen; de anderen zijn net als ik hun leven lang alleen op hun eigen eiland. Want ik heb geen toegang tot het bewustzijn van de ander, ik kan alleen maar mezelf zijn mijn leven lang.

Maar het eiland houdt mij niet gevangen, ik kan mijn grenzen overstijgen. De manier waarop ik dat kan doen is door een brug te bouwen naar het eiland van de ander. Als die ander dat ook doet dan kunnen we elkaar halverwege ontmoeten op de brug. Het inleven in de ander is een beweging naar de ander toe en daarmee bouwen we aan de brug. Het materiaal waar de brug van gemaakt is, wat de afstand overbrugt, is taal. Met taal kunnen we bij elkaar komen, kunnen we elkaar begrijpen, kunnen we uitstijgen boven ons eigen beperkte eilandje en iets zien van de wereld waarin de ander leeft. De boodschap die ik uitzend zal bij de ander anders aankomen dan hoe ik hem heb uitgezonden. Als ik over een boom vertel dan ziet de ander een boom voor zich die op zijn eiland groeit, terwijl ik een boom zie van mijn eigen eiland, die misschien heel anders is (en als er geen bomen zijn op het eiland van de ander dan wordt het helemaal moeilijk). Ik kan niet precies weten hoe mijn boodschap is aangekomen en de ander weet niet precies wat ik voor me zag met de boodschap die ik uitzond. Maar voor zover onze beelden overlappen begrijpen wij elkaar. In de uitwisseling van onze perspectieven ontstaan nieuwe beelden. Zo worden onze blikken verruimd en neemt ons egocentrisme af.

***
Trailways Bus

A passenger travelling quietly conceals himself
With a magazine and a sleepless pillow
Over the crest of the mountain the moon begins its climb
And he wakes to find he's in rolling farmland

The farmer sleeps against his wife
He wonders what their life must be
A Trailways bus is heading south
Into Washington, D.C.

A mother and child, the baby maybe two months old
Prepare themselves for sleep and feeding.
The shadow of the Capitol dome slides across his face
And his heart is racing with the urge to freedom.

The father motionless as stone,
A shepherd resting with his flock,
The Trailways bus is turning west-
Dallas via Little Rock.

“O my darling, darling Sal
The desert moon is my witness.
I've no money to come East,
But I know you'll soon be here”

We pull into downtown Dallas by the side of the Grassy Knoll
Where the leader fell and a town was broken.
Away from the feel and flow of life for so many years
He hears music playing and Spanish spoken

The border patrol outside of Tucson boarded the bus:
“Any aliens here? You better check with us,
How about you son?
You look like you got Spanish blood.
Do you 'Habla Ingles' am I understood?”

“Yes, I am an alien, from Mars.
I come to earth from outer space.
And if I travelled my whole life
You guys would still be on my case”

But he can't leave his fears behind,
He recalls each fatal thrust
The screams carried by the wind,
Phantom figures in the dust

Comments: Post a Comment

<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?