11/23/2010
Het morele ideaal van authenticiteit - Charles Taylor
Drie dingen vind ik mooi en bijzonder in de tekst van Taylor - juist in deze tijd zouden we daar meer aandacht aan moeten besteden:
- Individualisme leidt niet noodzakelijkerwijs tot een egoistische, platvoerse, narcistische leefwijze. Er bestaat een niet ontspoorde vorm van individualisme, een vorm van verlangen tot zelfontplooing, zelfverwerkelijking die gebaseerd is op een moreel ideaal van authenticiteit. Dit is een verlangen om vrij te zijn en om jezelf te zijn, om te worden wie je in potentie bent. Dat is een ideaal wat ik ook nastreef. En dat kan volgens Taylor niet alleen, niet op een puur egocentrische manier. Je ontwikkelt en ontdekt jezelf binnen een sociale context, in dialoog met iets of iemand buiten jezelf. Dat vind ik een hoopgevende gedachte. Een "ikke ikke ikke en de rest kan stikke" mentaliteit is een ontspoorde vorm van individualisme, maar er is ook een vorm mogelijk waarbij mensen wel rekening houden met anderen.
- De rol van kunst. Taylor geeft aan dat een kunstenaar in het zelf scheppen / creeren van kunst zichzelf ontdekt, ontwikkelt en zichzelf uitdrukt. Dit is ook op een dialogische manier, want er is een interactie tussen de kunstenaar en het publiek wat de kunst bekijkt. In de kunst van nu wordt niet meer simpel iets bestaands nagemaakt. Het is een originele creatie die de authenticiteit van de kunstenaar weerspiegelt. En als ik kunst bekijk en ik merk dat geraakt wordt, dan vraag ik me af waarom die kunst mij raakt, wat dat over mij zegt, over wie ik ben. Kunst als expressie levert een bijdrage aan zelfverwerkelijking volgens het ideaal van authenticiteit. Laat de regering daar nog maar eens goed over nadenken voordat ze beginnen aan de geplande grootschalige bezuinigingen op het gebied van kunst en cultuur.
- Taylor geeft aan dat erkenning van verschil in een samenleving belangrijk is om mensen met verschillende achtergronden de ruimte te geven voor een eigen invulling van hun streven naar zelfverwerkelijking. Ik vind het een eyeopener dat hij zei dat erkenning van verschil pas kan nadat er erkenning van overeenkomsten heeft plaatsgevonden en dat op basis daarvan is vastgesteld dat mensen ondanks de verschillen gelijkwaardig zijn. Ik kan heel goed de verschillen erkennen tussen een hond en mijzelf, en accepteren dat een hond anders is dan ik. Maar daarmee hebben de hond en ik nog geen gelijke rechten, want we hebben niet eerst vastgesteld dat we gelijkwaardig zijn. Wat zou dat mooi zijn, als we in onze samenleving erkennen dat autochtonen en allochtonen / moslims en niet-moslims gelijkwaardig zijn en dus dezelfde rechten hebben. Vervolgens kunnen we dan verschillen erkennen en accepteren: dat niet iedereen dezelfde achtergrond heeft en niet op dezelfde manier naar zelfverwerkelijking streeft, binnen de kaders van Nederlandse wetgeving.
Mijn eigen gedachten, waar ik steeds door werd afgeleid tijdens het lezen, kwamen vooral voort uit de vraag: hoe is dit in Senegal? Wat Taylor beschrijft is van toepassing op westerse landen. In niet-westerse landen is de situatie totaal anders.
Taylor schrijft (ingekort): "Een eerste bron van verontrusting in de moderniteit is individualisme. De moderne vrijheid werd veroverd doordat wij ons vrijmaakten van oude ethische horizons. Vroeger zaten mensen meestal gevangen in een bepaalde situatie, een rol en een positie die werkelijk de hunne was en waaruit het bijna ondenkbaar was zich te bevrijden. De moderne vrijheid ontstond door de ontwaarding van dergelijke rangordes. Maar terwijl deze ordes ons beperkten, verleenden zij tegelijkertijd betekenis aan de wereld en aan de sociale activiteiten. Herhaaldelijk is de zorg uitgesproken dat het individu iets belangrijks heeft verloren tegelijk met het toenemen van vrijheden. Het verlies aan zin was gekoppeld aan een versmalling. Mensen verloren de bredere visie omdat zij hun blik richten op hun individuele leven. De donkere kant van het individualisme is het gedrag van de "ik-generatie" of de overheersing van het narcisme, een concentratie op het zelf, waardoor ons leven zowel vlakker als enger, armer aan betekenis en minder betrokken op anderen of de samenleving wordt."
Dit is een ontwikkeling die heeft plaatsgevonden in Nederland en andere westerse samenlevingen, maar niet in Senegal. Taylor beschrijft hoe veel mensen er door de cultuur van zelfverwerkelijking toe zijn gebracht zaken die hen overstijgen uit het oog te verliezen. Deze cultuur heeft oppervlakkige en genotzuchtige vormen aangenomen. Mensen zijn alleen bezig met hun carriere en geld verdienen, soms offeren zij hiervoor hun liefdesrelaties op en de zorg voor de kinderen. Mensen zien relaties als instrumenten voor individuele zelfverwerkelijking. Het vermogen tot keuze wordt een goed dat een zo groot mogelijke plaats moet krijgen.
Toen ik deze zinnen las dacht ik: dit is echt heel anders in Senegal. Meer dan de helft van de bevolking is werkloos. Er zijn maar heel weinig mensen die carriere maken. Je bent allang blij als je uberhaupt werk hebt. Wat voor werk dan ook, al ben je buschauffeur of verkoop je kranten op straat. Je verwacht niet dat je carriere gaat maken, dat je alsmaar hogerop komt, dus je bent ook niet teleurgesteld als je je leven lang hetzelfde werk doet. En geld verdienen doe je niet voor jezelf alleen, om nog meer en nog duurdere spullen te kopen, je doet dat voor de hele familie, zodat zij genoeg te eten hebben. Je deelt wat je hebt, je bent solidair. Je denkt niet aan jezelf maar aan je familie. Het gaat niet om "ik" maar altijd om "wij" - het is een collectivistische cultuur. Je bent deel van een groter geheel en het gaat om het geheel, je bent daarbinnen alleen een schakel. In hoeverre is zelfontplooing / zelfverwerkelijking dan eigenlijk belangrijk? In ieder geval niet op dezelfde manier als in een westerse samenleving. Het verkrijgen van status, het opscheppen met je dure spullen dat gaat meestal niet in Senegal. In plaats van carriere, status en rijkdom gaat het om relaties, de banden met je familie en de gemeenschap. Je brengt in principe, vooral in een dorp, je hele leven door met dezelfde mensen. En er is veel tijd die je met hen doorbrengt, want er is weinig te doen. Meestal kiezen je ouders je partner uit en een huwelijk is een verbond tussen twee families. Je gaat er vanuit dat je de rest van je leven bij je partner blijft, want scheiden is meestal onmogelijk en komt heel weinig voor, dus je doet je best om op een goede manier samen te leven.
Dat is iets heel anders dan dat ik gericht ben op mijn individuele zelfverwerkelijking, mijn eigen geluk en ontplooing. Het leven hier is gehaast, vluchtig, er zijn zoveel keuzemogelijkheden en daarmee onzekerheden en vragen: ben ik nu echt gelukkig met mijn partner, zijn er nog leukere knappere partners denkbaar, is dit de meest optimale keuze voor mijn zelfverwerkelijking, is mijn leven eigenlijk toch niet een beetje saai en zou het veel spannender kunnen zijn? Relaties staan meer onder druk, het is lang niet zeker dat je je leven lang samen blijft, die kans is vrij klein. Vanuit die onzekerheid zijn mensen bang voor afhankelijkheid, ze richten zich maar liever op hun eigen leven, voor het geval ze later alleen weer verder moeten of willen. En met de relaties die aangaan en weer uitgaan, zijn er best veel mensen die een lange tijd geen relatie hebben. Zij gaan zich helemaal op hun eigen leven richten en raken het ontwend om hun leven te delen met een partner. Zij raken vaak erg gehecht aan hun individuele vrijheid, dat ze hun gang kunnen gaan zonder steeds met iemand rekening te houden.
De grootste verschillen tussen Nederland en Senegal zijn op het gebied van welvaart, de rol van religie en sociale kaders / controle en op het gebied van individualisme versus collectivisme. Dat het individualisme in Nederland de neiging heeft te leiden tot een egocentrische narcistische materialistische onverschillige leefstijl vind ik een groot nadeel van de Nederlandse cultuur. Ik vond het mooi om te lezen dat er vanuit individuele vrijheid ook een moreel ideaal van authenticiteit mogelijk is, dat dialogisch is, dus in interactie met anderen. Daarna bedacht ik me dat we gelukkig wel allemaal mensen zijn over de hele wereld. Er kunnen grote culturele verschillen zijn maar uiteindelijk zijn de universele overeenkomsten groter. Narcisme is een ontspoorde vorm van individualisme, maar ook in Nederland hebben mensen een verlangen om samen te leven, om liefde te delen, in plaats van alleen aan zichzelf te denken. En ook in Senegal willen mensen zich ontplooien, al is het op een andere manier.
Tijdens de bijeenkomst werd door iemand gezegd dat Afrika nog niet zover is als de westerse wereld. Dat klinkt alsof beide delen van de wereld dezelfde fasen doorlopen en dat Afrika zich nog in een eerder stadium bevindt. Ik denk dat dit niet zo is. De geschiedenis van Afrika is anders, met het traditionele geloof in animisme, de manier waarop stammen samenleefden. De huidige situatie is ook anders voor Afrika dan voor Europa een paar eeuwen geleden. Niet alleen heeft een land een bepaald welvaartsniveau, het heeft ook een bepaalde positie in de wereldeconomie. De manier waarop de armoede van Afrika zich nu verhoudt tot de rest van de wereld is anders dan hoe Europa of Amerika zich vroeger verhield tot de rest van de wereld. Het is ook niet te verwachten dat Afrikanen binnenkort met schepen de wereld over reizen om andere volkeren te overheersen en kolonieen te stichten.
Het zou kunnen dat Afrika in de toekomst rijker wordt (maar misschien ook niet) en het zou kunnen dat dit ontwikkelingen op gang brengt die vergelijkbaar zijn met Europa: het is vaak zo dat toenemende welvaart leidt tot een proces van secularisatie en het is ook vaak zo dat meer rijkdom solidariteit minder noodzakelijk maakt en een proces van individualisering stimuleert. Maar op wat voor manier dat precies zal uitwerken in Afrika is nu nog moeilijk te zeggen.