9/24/2011
Agora
Ik heb de film Agora gezien. De film speelt lang geleden - vier eeuwen na Christus - maar is erg actueel. Het christendom is in die tijd in opkomst in Alexandrië, Romeins Egypte. Het christendom raakt er in conflict met het jodendom, met polytheïsme en met de wetenschap. (Het is trouwens een vreemd idee dat de islam nog niet bestond in die tijd.)
Het is naar om te zien hoe de mensen in de film tegen elkaar ten strijde trekken, hoe ze elkaar niet de ruimte geven om verschillend te zijn. Ze zien hun eigen waarheid als absoluut en proberen die aan anderen op te leggen. De christenen beledigen de Romeinse goden en vervolgens trekken de Romeinen hun zwaard tegen de christenen. Daarop volgt weer een wraakactie van de christenen, enzovoort. De film geeft een goed inzicht in hoe toenemende intolerantie en polarisatie leidt tot een spiraal van toenemend geweld.
De hoofdpersoon, Hypatia, is een filosofe met een grote passie voor de wetenschap. Zij is zo ongeveer de enige in de film die verdraagzaamheid en geweldloosheid tot het einde blijft promoten. Tijdens een van de filosofielessen die ze geeft, wanneer een Romein en een christen elkaar in de haren vliegen, zegt ze: "Als het ene gelijk is aan het andere, en een derde iets is gelijk aan het tweede, dan zijn alledrie gelijk. Dus als de christen gelijk is aan mij en de Romein ook, dan zijn we alledrie gelijk. Laten we niet vergeten dat we allen broeders zijn."
Op een gegeven moment zegt ze tegen een christen: "Jij kunt niet anders dan zeker zijn van je geloof, want voor jou is je geloof absoluut. Ik kan niet anders dan twijfelen. Als wetenschapper moet ik steeds vragen stellen en blijven zoeken."
Ik bedacht me dat ik zelf probeer om beide tegelijk te doen: te geloven en te twijfelen. Dat geldt denk ik ook voor Levinas. Hij gelooft in God en hij is tegelijkertijd een filosoof die op onderzoek uitgaat. Ik bedacht me dat de twijfel voor mij fundamenteler is dan mijn geloof. Mijn geloof ben ik in een bepaalde fase van mijn leven kwijt geweest maar mijn twijfel nooit. Sommige mensen hebben behoefte aan een geloof omdat ze op zoek zijn naar zekerheden. Ze willen van hun twijfels verlost worden. Voor mij geldt dat niet. Ik geloof niet in een absolute waarheid. Ik ben gewend aan twijfel en onzekerheid, die horen erbij voor mij.
Ik denk dat het voordelen heeft om niet te geloven in een absolute waarheid. Als je denkt dat je de waarheid in pacht hebt zul je die eerder aan anderen opleggen en zul je andersdenkenden eerder tot vijand bestempelen.
Wanneer haar man zegt dat hij zonder Hypatia de strijd met de onrechtvaardige machthebber niet kan winnen, dan zegt zij dat de machthebber allang gewonnen heeft. Ik hoop dat de onrechtvaardige machthebbers van deze tijd niet zullen winnen. En ik denk toch eigenlijk dat Hypatia de strijd niet verloren heeft. Het is een thema dat steeds terugkomt (ook een Bijbels thema): van mensen die nauwelijks macht hebben, maar die trouw blijven aan hun idealen en die niet opgeven, ongeacht wat anderen hen aandoen. De duisternis heeft het licht niet overmeesterd.
Wanneer haar man zegt dat hij zonder Hypatia de strijd met de onrechtvaardige machthebber niet kan winnen, dan zegt zij dat de machthebber allang gewonnen heeft. Ik hoop dat de onrechtvaardige machthebbers van deze tijd niet zullen winnen. En ik denk toch eigenlijk dat Hypatia de strijd niet verloren heeft. Het is een thema dat steeds terugkomt (ook een Bijbels thema): van mensen die nauwelijks macht hebben, maar die trouw blijven aan hun idealen en die niet opgeven, ongeacht wat anderen hen aandoen. De duisternis heeft het licht niet overmeesterd.