10/29/2009

 

Veel geschreeuw maar weinig wol

Zo, wat las ik een slecht geschreven artikel in de Volkskrant vandaag. De tekst staat vol met generalisaties / simplificaties en er blijkt een groot gebrek aan kennis uit, vooral over de islam. Het artikel is geschreven door Gert-Jan Segers, directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de Christenunie. Segers pleit ervoor dat we allemaal in deze multi-culturele samenleving luidt en duidelijk gaan botsen met andersdenkenden. Hij zegt dat de bijdrage van christenen daarbij cruciaal is, omdat we anders niet weten waar we vandaan komen en waar we onze identiteit en moraal moeten zoeken. Segers zegt zelf dat we geen andere keuze hebben dan voor een gezamenlijke toekomst, met een besef van verantwoordelijkheid voor elkaar. Dat klinkt hoopvol. Maar ik vrees dat hij iets anders bedoelt dan ik, want dat stukje tekst is in strijd met de rest van het artikel. Luid en duidelijk botsen met moslims is iets anders dan samen werken aan een gemeenschappelijke toekomst, van iedereen die in dit land woont. Ik zal zin voor zin een reactie geven op het artikel. De cursieve vette tekst is van het artikel.


***

In het islamdebat moeten christenen een cruciale rol spelen. Want zonder vitaal christendom weten we niet waar we het zoeken moeten. Toen op 2 november 2004 Theo van Gogh met acht kogels van zijn fiets werd geschoten en met een messteek aan zijn einde kwam, stierf niet alleen een luidruchtige filmmaker en columnist. Die dag knapte er iets in de Nederlandse samenleving. De moord, die werd gepleegd door Mohammed B., een in Amsterdam geboren en getogen Marokkaanse Nederlander, was ook het einde van een multiculturele droom.

De feiten van hoe Theo van Gogh vermoord werd, die kennen we allemaal wel, dus die hoeft Segers hier eigenlijk niet te herhalen. Maar dan volgt de conclusie dat dit het einde betekent van een multiculturele droom. Waarom is met deze ene moord een droom van een goed functionerende multi-culturele samenleving niet meer mogelijk? Misschien gelooft Segers er niet meer in, maar ik wel, en met mij gelukkig veel meer mensen (waarom zou Job Cohen anders bijvoorbeeld het boek "Binden" schrijven).
En nog een punt: het gaat hier niet om een islamdebat maar om een integratiedebat.


Het was het einde van een samenleving waarin culturele verschillen alleen maar een verrijking waren, waarin de Nederlandse identiteit werd gerelativeerd om het nieuwkomers zo gemakkelijk mogelijk te maken en waarin de islam vooral een exotische aanwinst voor onze veelkleurige samenleving was.

De Nederlandse samenleving is er nooit een geweest waarin culturele verschillen alleen een verrijking waren, de integratie van nieuwkomers is altijd moeizaam geweest, is altijd gepaard gegaan met botsingen en problemen. De Nederlandse identiteit wordt niet gerelativeerd om het makkelijk te maken voor nieuwkomers. Ik denk dat als wij als Nederlanders een duidelijke identiteit zouden hebben, als we zouden weten wie wij zijn, dat het daarmee beter te doen wordt voor nieuwkomers om te integreren. Nu zeggen we in feite: "Jullie vreemdelingen moeten je aanpassen aan ons, aan onze normen en waarden, maar eigenlijk weten we niet precies meer wie we zijn en wat onze normen en waarden zijn, dus zoek het maar uit met het je aanpassen." Er wordt gesproken over een joods-christelijke traditie, maar er gaan nog maar weinig Nederlanders naar de kerk (vooral weinig jonge mensen) en voor veel Nederlanders neemt religie geen belangrijke plaats in hun leven in. Christenen kunnen dus inderdaad een bijdrage leveren aan een multi-culturele samenleving met een sterke ethiek waarin mensen weten wie zij zijn, waarin zij zichzelf kunnen zijn en waarbij zij hun verantwoordelijkheid op zich nemen om samen te werken aan een betere toekomst. Die bijdrage leveren christenen echter niet door te botsen met moslims. Mohammed B. is een extremist, een gek, geen normale moslim. De islam is niet exotisch. De islam heeft dezelfde wortels als het christendom.

Nieuwkomers mochten ‘integreren met behoud van eigen cultuur’ en weinig Nederlanders zagen daar iets tegenstrijdigs in.

Ja, integreren met behoud van eigen cultuur, dat is volgens mij de enig mogelijke manier om te integreren. Anders is het geen integreren maar assimileren. Behoud van eigen cultuur onder bepaalde voorwaarden, namelijk dat je gedrag niet in strijd is met de Nederlandse wet en dat je geen onnodige overlast veroorzaakt voor anderen. Dus je mag jezelf zijn zolang je wel rekening houdt met de gevolgen van je gedrag voor anderen.

De fatale ontmoeting tussen Van Gogh en B. was ook de botsing tussen twee subculturen die zich door elkaar bedreigd voelen.

Ontmoeting? Dat klinkt of ze gezellig samen een kopje thee gingen drinken.

Een deel van de seculiere meerderheid voelt zich erg ongemakkelijk bij de terugkeer van religie, bij wat Gilles Kepel la revanche de Dieu noemt. Voor de seculier-liberale goegemeente is iedere hoofddoek een bedreiging voor de ‘verworvenheden’ van de afgelopen decennia. En het huidige kabinet hoeft maar een tittel of jota aan de abortuswet te wijzigen of even langer na te denken over embryoselectie en de Elsbeth Etty’s van dit land hebben het niet meer. Ze staan op scherp.

Dit stuk tekst staat vol met generalisaties. Een simpel stukje stof, een hoofddoek, kan nooit een bedreiging vormen voor onze "verworvenheden" van de afgelopen decennia. Nu is Segers het met dat idee misschien ook niet eens en is dit een figuurlijke manier van spreken, maar het is beter om het zorgvuldiger te formuleren. De voorstellen voor wijziging van de abortuswet en embryoselectie gingen veel verder dan het wijzigen van een tittel of jota. En er is maar 1 Elsbeth Etty. Dat laatste lijkt misschien niet zo belangrijk, maar als je meer teksten m.b.t. Levinas op deze blog hebt gelezen, dan begrijp je misschien waarom het wel belangrijk is dat Segers Etty niet in een hokje stopt van "mensen zoals zij". Met die definiering reduceert hij haar tot een object, tot een categorie die hij in zijn hoofd verzonnen heeft. Dat mag hij niet doen met een mens, met de ander.

Daar tegenover staat het onbehagen van jonge moslims waarvan Mohammed B. een extreme representant was.

Er is inderdaad onbehagen onder jonge moslims. Mohammed B. is echter niet hun representant. Hij vertegenwoordigt niemand, alleen zichzelf.

Bij hen is er een conflict tussen enerzijds een innerlijke overtuiging, met het doen en laten van een Arabische profeet van 1300 jaar geleden als de maat der dingen, en anderzijds een omringende samenleving waarin alles mag en niets moet. Ze zitten knel tussen de plattelandscultuur van hun ouders en een hedonistische westerse cultuur. Het is een niemandsland waarin velen ofwel de ‘zuivere islam’ van het salafisme omarmen ofwel met hun wangedrag een grote middelvinger naar iedereen opsteken.

Vindt Segers dat een beetje belachelijk / achterlijk, om het doen en laten van een profeet van 1300 jaar geleden als maat der dingen te hanteren? De profeet Jezus leefde anders nog langer geleden. De meerderheid van de moslims in Nederland is geen salafist en vertoont geen wangedrag met het opsteken van een grote middelvinger naar iedereen. Dit zijn niet kloppende generalisaties.

In veel gevallen leidt het conflict van de tweede en derde generatie islamitische allochtonen letterlijk tot een innerlijke gespletenheid. De eerste generatie van Marokkaanse Nederlanders heeft vier keer zoveel kans op schizofrenie dan autochtonen, terwijl de tweede generatie daar zeven keer zoveel kans op heeft.

Een meisje op de middelbare school zei een keer over een leraar: "Hij was zo'n klootzak, hij stond je letterlijk af te zeiken." Ik denk niet dat de leraar dat letterlijk heeft gedaan. De innerlijke gespletenheid kan ook niet letterlijk zijn, dat klinkt als een gebroken ruggenwervel. De gespletenheid in de samenleving brengt inderdaad een innerlijke gespletenheid met zich mee en schizofrenie neemt toe. Zou dat helpen om de gespletenheid tegen te gaan, om luid en duidelijk te botsen, of zou de spleet, de kloof daardoor alleen maar groter worden...

Naast het gevoel van verlies bij de seculier-liberale meerderheid en de islamitische minderheid is er ook het ‘christelijke verlies’. Ikzelf maak deel uit van een gemeenschap die leeft met een herinnering aan een christelijk verleden, golven van secularisatie en paarse politiek over zich heen heeft gehad en steeds sterker het gevoel heeft gekregen dat er voor haar slechts een plaats in de culturele marge is. Toen onze huidige grondwet in de verf werd gezet en het liberalisme werd geformuleerd, was het christendom een nog algemeen aanvaarde bron van moraal. Dat is niet langer het geval.

"Golven van secularisatie en paarse politiek" is een overdreven formulering. En om te spreken van een herinnering aan een christelijk verleden gaat ook wel heel ver. De ontkerkelijking gaat snel in Nederland maar ook weer niet zo snel, er is wel een christelijk heden. Het christendom is nog steeds een algemeen aanvaarde bron van moraal, ook voor atheisten en ietsisten. Bijna ongemerkt is de Nederlandse cultuur voor een groot deel gevormd door christelijke waarden. Een cultuur verandert niet zo snel, dit is iets wat wezenlijk voor ons is als Nederlanders, ook al vinden we het steeds moeilijker om onder woorden te brengen wat die waarden precies zijn en hoe wij onze identiteit kunnen uitdragen.

In het islamdebat en de zoektocht naar onze nationale identiteit is duidelijk dat dit land geen christelijk land meer wil zijn. Daarmee kennen alle deelnemers aan het huidige debat gevoelens van verlies en vervreemding. Het ideaal van een multiculturele samenleving is voorbij, religie is terug, moslims voelen zich miskend en christenen gemarginaliseerd. In het islamdebat zijn we aanbeland aan de Boulevard of Broken Dreams.

Landen willen niets, alleen mensen willen iets. Willen we geen christelijk land meer zijn? Wat is dat, een christelijk land? Het ideaal van een multiculturele samenleving is niet voorbij. Als het wel voorbij zou zijn, wat heeft het dan nog voor zin dat we ons inspannen voor deze samenleving? We kunnen altijd geloven in een ideaal en werken aan de realisatie. Bovendien is er geen alternatief, een monoculturele samenleving is geen optie voor Nederland in de nabije toekomst.

Dit is het uitgelezen moment om het gevoel van verlies te boven te komen. We hebben de weerbarstige en ingewikkelde culturele werkelijkheid te aanvaarden en zullen de overtuigde keuze voor elkaar moeten maken. Niet omdat we elkaars beste vrienden zijn, niet omdat we geen verschillen meer willen zien, maar wel omdat we geen andere keuze hebben dan die voor een gezamenlijke toekomst. We zijn elkaars naasten, elkaars buren, we zullen het met elkaar moeten doen, ook al erger je je soms kapot aan die ander. Een keuze voor elkaar impliceert niet het einde van het debat, integendeel. Laten we onze inzet in het culturele debat allemaal luid en helder verwoorden. Maar de inzet zal niet langer zijn elkaar bij voorbaat vanwege een (niet-)religieuze achtergrond uit te sluiten, weg te pesten of schrik aan te jagen.

Dat klinkt goed, maar ik vrees dat Segers er iets anders mee bedoelt dan ik.

Het zal er voor ons allemaal op aankomen dat we ons verenigen rond het absolute culturele minimum van onze samenleving: onze politieke en religieuze vrijheden en een besef van verantwoordelijkheid voor elkaar. Iedereen die niet kan leven met onze vrijheden heeft hier geen toekomst. Iedereen die dat wel kan, moet vooral luid, duidelijk en verbaal met andersdenkenden botsen.
De bijdrage van christenen is daarbij cruciaal. Want ik ben er van overtuigd dat zonder een vitaal christendom deze samenleving geen idee heeft waar ze vandaan komt en, in de zoektocht naar identiteit en moraal, niet meer weet waar ze het zoeken moet.


We kiezen voor elkaar, maar mensen die de Nederlandse vrijheden te ver vinden gaan mogen niet meedoen. Dat klinkt als een goed begin voor het samen bouwen aan een gemeenschappelijke toekomst (ahum). En degenen die wel mee mogen doen moeten flink met elkaar gaan botsen. Met welk doel? Zodat de christenen het sterkst uit de strijd komen en hun wil opleggen aan de anderen, lijkt het.

Gert-Jan Segers is directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie. Afgelopen maandag verscheen zijn islamstudie Voorwaarden voor vrede.

10/28/2009

 

Sigmund


10/25/2009

 

Dit mooie land

Als er iemand goed bruggen kan bouwen in de multiculturele samenleving dan is het Kader Abdolah. Een week geleden presenteerde hij de nieuwe dichtbundel van Baban "Lontananza" bij drukkerij Pascal in Utrecht. Hij zei tegen Baban dat het hard werken is om een groot dichter te worden, voor een immigrant is het tien keer zo hard werken als voor een oorspronkelijke Nederlander. Kader Abdolah is een wijze man. Hij vertelde over wat hij zelf heeft moeten doen om een plek te veroveren in deze samenleving.

In "Dit mooie land", een verzameling van zijn columns in de Volkrant, zegt hij:

Immigrant! Je hebt niet voor niets je huis verlaten, je kwam om te veranderen. Daarom moet je tien keer harder werken dan de oorspronkelijke Nederlanders. Studeer hard, immigrant! Haal stevige papieren! Blijf jezelf! Wees eerlijk! Het land heeft je nodig. Werk met al je kracht!

Jezelf blijven is belangrijk denk ik. Het is zonde om alles wat je van huis uit hebt meegekregen, en wat je onderweg geleerd hebt in je leven, nu opeens overboord te gooien. Aanpassen kan ook alleen maar als je tegelijkertijd jezelf blijft. Als je jezelf verliest blijft er niets van je over. Kader Abdolah doet dat goed vind ik: zichzelf blijven en tegelijkertijd integreren in Nederland. Hij is gekomen om te veranderen. Hij doet er alles aan om dit land te leren kennen, om er zich thuis te voelen en aan zijn toekomst te werken. Hij draagt bij aan dit land met verhalen over waar hij vandaan komt, verhalen uit het oosten. En hij maakt scherpe analyses van wat er gaande is in Nederland, met de heldere blik van een buitenstaander.

Nog een paar citaten uit "Dit mooie land":

Verliezen is een ervaring naar een nieuwe weg. Een nieuwe gelegenheid om op een andere manier te denken. Verliezen is niet het einde van alles, maar het einde van een bepaalde manier van denken. Wie ergens valt, staat ergens anders weer op. Dat is de wet van het leven.

***

Immigranten hebben geen keus: ze moeten de Nederlandse taal leren. Een taal kun je niet alleen leren, zoek naar een vereniging en word er lid van. Ik was lid van een hardloopvereniging, maar ze liepen zo hard dat communicatie onmogelijk was. Kies dus geen hardloopvereniging, maar iets waar je kunt zitten en praten. Twijfel nooit aan je kwaliteit als je kinderen je soms om je accent en foutjes belachelijk maken. Het accent is van jou, net als je ogen die van jou zijn, net als je handen die van jou zijn, dat is mooi.

***

Een paar jaar geleden, toen het water het land bedreigde, ging de koningin met haar rubberen laarzen in het water staan. Ze moet weer met laarzen aan op tv komen. Volgens mij zullen zelfs de terroristen naar haar luisteren. Ze moet zich tot iedereen richten en zeggen: "Dit land is van u. Het maakt niet uit wie u bent, het land is voor iedereen die hier een dak boven zijn hoofd heeft. We hebben een kroonjuweel: de vrijheid van meningsuiting. Iedereen mag het opzetten. Praat met elkaar. Dit mooie land is een goddelijk geschenk voor u en uw kinderen."


10/22/2009

 

Het verschil tussen gastverwarring en blinde haat: racisme in Nederland

Evelien Tonkens, buitengewoon hoogleraar actief burgerschap, maakt in de Volkskrant van een paar dagen geleden onderscheid tussen vijf soorten racisme. Ze zegt dat als we de verschillende soorten onderscheiden, dat we racisme dan gerichter en effectiever kunnen bestrijden. En ze bedenkt er mooie termen voor, voor de verschillende soorten racisme (als je nog eens een woord zoekt voor Galgje: gastverwarringsracisme).

De vijf soorten:

  • Ignoracisme (ignorance, onwetendheid): racisme gebaseerd op feitelijke onjuistheden, een gebrek aan kennis.
  • Gastverwarringsracisme: racisme gebaseerd op het idee dat nieuwe Nederlanders hier te gast zijn en dat zij het land uitgezet moeten worden als ze zich niet gedragen.
  • Pragmatisch racisme: racisme gebaseerd op de wens om alle criminelen en etters het land uit te zetten, ongeacht etnische afkomst (dus ook Nederlanders). Pragmatisch richten zij zich op buitenlanders, vanuit het idee dat je die makkelijker het land kunt uitzetten.
  • Blinde haat racisme: racisme gebaseerd op blinde haat tegen een bevolkingsgroep, ongeacht wat zij zeggen of doen.
  • Ervaringsracisme: racisme gebaseerd op reele negatieve ervaringen.

Als we de verschillen zien dan kunnen we de bestrijding afstemmen op de soorten racisme. Sommige varianten zijn met informatie te bestrijden (ignoracisme), andere met effectiever beleid en weer andere met meer positieve interculturele ontmoetingen. Tonkens zegt dat ervaringsracisme het moeilijkst te bestrijden is. Dat denk ik niet eigenlijk. Volgens mij is blinde haat of angst het lastigst om mee om te gaan. Als mensen blind zijn geworden, figuurlijk, dan hebben pogingen tot beinvloeding geen zin meer . Geen enkele informatie, beleid of ontmoeting zal tot hen doordringen of zal hun standpunt veranderen. Hun mening staat vast, verder luisteren ze niet en denken ze niet meer na. Op Orkut is veel blinde haat terug te vinden, het enige wat mensen dan doen is zinloos tegen elkaar heen en weer schreeuwen, elkaar uitmaken voor rotte vis.

Maar als iemand een concrete negatieve ervaring heeft dan kunnen we daarover praten. Als iemand vertelt over wat hij of zij heeft meegemaakt, dan neem ik dat serieus. Het heeft geen zin om te zeggen dat het meestal best meevalt of dat ik zelf niet zulke ervaringen heb, maar wel positieve.

De gastverwarring vind ik een raar fenomeen. Als een Nederlandse puber, een autochtoon, de wet overtreedt dan krijgt hij of zij een boete, of een gevangenisstraf. Als een allochtoon, bijvoorbeeld een puber met ouders die in een ander land zijn geboren, de wet ovetreedt, dan zou hij of zij opeens het land moeten worden uitgezet. Dan heeft onze gast, die wij een hartelijk en warm welkom hebben gegeven bij de ontvangst (ahum), zich niet als goede gast gedragen, dus moet de ongewenste gast vertrekken. Maar iemand die hier geboren is, is hier niet te gast, die hoort hier thuis. Iemand die hier al dertig jaar woont is ook niet te gast. En waar ligt dan de grens? Waarom zouden we onderscheid maken tussen gasten en oer-Hollanders of zoiets? Iedereen moet zich aan de wet houden. Waar iemand vandaan komt, of zijn ouders, en hoe lang geleden, dat is niet relevant.

In Nieuwegein waren er vaak hangjongeren onder het poortje waar ik langs liep om naar de tram te gaan. Soms namen ze het hele poortje in beslag en kon ik er bijna niet langs. Ze gingen ook niet aan de kant als ik eraan kwam. Ze waren aan het blowen en drinken en maakten lawaai. Ik vond het niet prettig om daar dicht langs te lopen. Die jongeren hebben allerlei achtergronden en huidskleuren, soms zijn er ook "witte" Nederlanders bij. Moet nu iedereen het land worden uitgezet, behalve de Nederlanders, zodat ik geen last meer van hen heb? Wat een onzinnige oplossing. Ik kan beter een blokje omlopen zodat ik er niet langs hoef. Of ik vraag hen aan de kant te gaan. En verder is er allerlei beleid mogelijk vanuit de overheid om te zorgen dat hangjongeren minder overlast geven.

Dus ik heb een negatieve ervaring gehad met hangjongeren. Er waren waarschijnlijk Marokkanen bij. Is nu mijn conclusie: "Ik heb een hekel aan Marokkanen want ze blowen, drinken, maken lawaai en ze gaan niet voor me opzij"? Nee natuurlijk niet. Misschien heb ik nu een hekel aan dat groepje jongeren onder het poortje, of in ieder geval heb ik er een hekel aan dat ik soms last van hen heb. Waar zij vandaan komen, of ze autochtoon of allochtoon zijn is niet relevant. Het is een simpel principe: als je last hebt van mensen dan vraag je hen daarmee op te houden. Het slaat nergens op om aan een zo'n ervaring, of een paar, een conclusie over een heel volk te verbinden.

Ja, criminaliteit komt relatief veel voor onder Marokkanen in Nederland. Dus de kans op een negatieve ervaring met een criminele Marokkaan is relatief groot. Maar Marokkanen zijn gewoon mensen zoals iedereen en racisme tegen Marokkanen - of wie dan ook - is nooit gerechtvaardigd. (Ik noem Marokkanen als voorbeeld ter ondersteuning van het Munt filmpje, ik vind het erg dat driekwart van de stemmers op de site zegt dat ze niet kunnen wachten tot de laatste Marokkaan uit Nederland is vertrokken.)

Dus dit is wat ik zou zeggen tegen de ervaringsracist: "Dat is naar voor je, die ervaring, maar het is geen excuus om racist te worden." Mensen horen zich normaal te gedragen zodat anderen daar niet onnodig last van hebben. Dat geldt voor iedereen: autochtonen en allochtonen. Als je last van iemand hebt vraag je de ander daarmee op te houden. Conclusies over de aard van een volk / ras laat je verder achterwege, want dat doe je bij Nederlanders ook niet.

***

Hoe kan het dat Wilders zo populair is, wat is er aan de hand met dit land? De tegenstellingen en de vijandelijkheden versterken zichzelf. De haat en angst nemen toe aan beide kanten, onder zowel autochtonen als allochtonen. Als Nederlanders negatief denken over buitenlanders voelen buitenlanders zich minder geaccepteerd en dat vergroot de kans dat buitenlanders zich slechter gaan gedragen (radicalisering, toename in geweld door gebrek aan binding, betrokkenheid, waardering), waardoor Nederlanders weer meer een hekel aan hen krijgen en Wilders populairder wordt met zijn onzin.

In het kader van "Waarom Wilders?" probeer ik me in te leven in wat een Wilders aanhanger beweegt. Dit filmpje is verhelderend. Deze mensen willen dat Nederland weer wordt zoals twintig jaar geleden. En er wordt gezegd dat er meer molens en kerken moeten komen en minder moskeeen. Persoonlijk is dat gevoel mij totaal onbekend, het gevoel van: het vertrouwde Nederland van vroeger verdwijnt en de macht wordt overgenomen door een stel gevaarlijke vreemde buitenlanders. Angst voor dit soort veranderingen is mij vreemd. Ik hou ervan om temidden van allerlei culturen te leven. Toen iemand zei dat reizen voor haar niet zo hoeft, dat ze het liefst thuis is met het vertrouwde frisse Hollandse gras, toen kon ik mij daar wel iets bij voorstellen. Maar meer molens en kerken, wat moeten we daarmee? De bestaande kerken lopen al leeg. Misschien is de angst voor verandering begrijpelijk voor mensen die wat minder wereldburger zijn dan ik en die niet verliefd zijn geworden op Senegal. Maar hoe dan ook is er geen weg terug, we kunnen de klok niet twintig jaar terugdraaien. Dus wen er maar aan, aan de nieuwe tijd, de nieuwe situatie, snelle veranderingen, invloeden van buiten; hoe eerder hoe beter. De buitenlanders blijven, het is tijd om op te houden met haat zaaien en flink aan de slag te gaan met bruggen bouwen.


10/11/2009

 

The Zahir

I am reading “The Zahir” from Paolo Coelho. Sometimes I think his books are full of clichés, a bombastic moralistic lecture on “universal love”, in which the story of the book is subordinate to the ideas he wants to express, which sometimes makes the story a bit artificial. Also it seems he “steals” his stories from other sources, e.g. “The Alchemist” is very similar to a story from Martin Buber, and from some other stories in The Zahir he doesn't seem to have invented that himself.

On the other hand this book touches me very much. The story seems to be grabbed from my life, it's very recognizable. And it's recognizable to many people I think (in different ways). Paolo Coelho is a good writer. His underlying philosophy is very interesting, and it can be helpful to live a meaningful and inspired life.

The story reminded me of my relationship with my ex-boyfriend. In the book a man and a woman, who love each other very much, loose each other. It can easily happen without anyone noticing it.
My boyfriend sort of lost himself, he was depressed and didn't feel much anymore, not in general and not for me either. Then we started to talk less to each other. The desire to be with the other was gone, it was only an obligation, a (not kept) promise. At one moment you realize that the other has become a stranger, that you cannot understand each other or share anymore, it's like talking to a wall (or to stop talking at all). I didn't feel free anymore, and that I had so much to do, it was never good enough, I was so busy and I felt so tired. Like in the book, I thought for some time that I would just accept the situation. We had a nice house, I had a nice job, and a nice partner who has never beaten me up or has done me any harm. There were not many worries, it could be much worse. If it's just boring that doesn't have to be a reason to break up, I thought. I had my friends and my projects in Senegal, which were not boring at all. But like with the Esther in the book (it's interesting her name is also Esther), there came a moment when I couldn't bear it anymore. I had the feeling I could not be myself in the relationship, and there came a moment that I lost the hope that the situation would some day improve, I lost the hope that the good relationship that we used to have would come back. At that moment I broke up with my boyfriend.

***
I would like to try to write, in my own words, about “The obligation we all have to realize our destiny” (and my story is only partly based on the philosophy of Paolo Coelho, but not in contradiction with it, I think).

I don't know if God exists. I will never know it for sure. I can only choose if I want to believe in God or not. I believe in God. I believe that God created us humans, that he is the source of our existence. We are his creatures (which doesn't mean that the evolution theory is wrong). Regarding the rest of the story I will tell here; I also don't know if it's true. But it's a beautiful idea that gives me strength, and as a philosopher I don't believe that we have access to an absolute truth. It might be true, that's all.

Everything that happens is meant to be. God is all-knowing and all-mighty. He knows what will happen and he often decides not to do something to stop it from happening. He gave us humans a free will. He gave us the ability to choose between good and bad (=ethics). He could have created us as completely good humans, living in an everlasting Utopian society of love and peace. He didn't do so. We are responsible for our own actions, for the choices we make, for how we treat other people. The injustice in the world, the enormous poverty, the environmental problems, the never ending wars, the unnecessary suffering, it's a consequence of what human beings did to other humans, and to animals / nature.

When a baby is born, it's as if a seed was planted. The seed has a potential, the seed has everything inside itself to become one day a certain type of tree or flower, with a certain color and certain properties. The seed is meant to become like that, to become a red rose or to become an orange tree. This was already “decided” before the seed was planted. When a seed falls on a concrete road or in a desert with no water, the seed cannot grow. This means that the seed doesn't reach its destiny to become a flower.

We all have the obligation to try to realize our own destiny. We all have a potential of what we could become, if we use and develop our talents and skills at maximum, if we understand which way we want to go, if we get the chance to move in that direction and if we do all we can to reach our destiny. We all have a mission to move towards our destiny. It is as if we are prophets. A prophet has a vocation, a calling to listen to the word of God and to spread that word among people. God is Goodness and to spread the word of God means to spread Goodness. For most people it's more difficult to listen to the word of God than for prophets and for most people it's difficult to know what is their mission and their destiny. But we can listen to our hearts and reflect on it.

There are different roads I can choose between. One road is getting the closest to my own destiny, to where I belong, to what fits best for me, to being completely myself. I should try to find that road and move in that direction. The energy that makes me want to move in a certain direction is my desire. My heart stretches out its arms in a certain direction, it longs to go there, and then I start walking. When I don't feel any desire to go somewhere, then something is very wrong. For me, the meaning of life is not simply happiness or self-development, these are just side-effects while I am on my way (but positive side-effects which make my life more pleasant). To be on my way towards my destiny is maybe the meaning of life, for me.

Paolo Coelho often talks about divine signs who point someone towards his or her destiny. I don't know if such signs really exist. But I know that to listen to my heart, to my core, to what is fundamental to me, to what defines me as a seed, my potential, if I follow that kind of desires, it makes my walking on the road a more positive experience. I start to attract positive things. When I move towards whom I really am, I can develop my talents and I feel happy because I come closer to myself.

It gives me peace of mind to move towards my destiny. There is no need for stress, no need to be too much concerned about little things that are bothering me in my daily life. The problem of a relationship falling apart, as Paolo Coelho describes it in the Zahir, I think that it doesn't happen if you can both continue to move towards your destiny, and if these destinies are not too far away from each other.

I have a strong desire for justice. With regard to the situations that I find unjust, unfair; I like to do something to change such situations, and to help people with difficult lives, people who are poor and oppressed. When I am in Senegal I feel very close to myself. I think Senegal is my destiny.

 

Hope for the hopeless


Stitch in your knitted brow
and you don't know how
you're gonna get it out
crushed under heavy chest
trying to catch your breath

but it always beats you by a step, all right now
making the best of it
playing the hand you get
you're not alone in this

there's hope for the hopeless
there's hope

cold in a summer breeze
yeah, you're shivering
on your bended knees

till, when you're heart is sore
and the heavens pour
like a willow bending with the storm, you'll make it

running against the wind
playing the cards you get
something is bound to give

there's hope for the hopeless
there's hope

10/06/2009

 

Ontwikkelingsgeld voor vrouwen

Ik was naar een debat van de Oikocredit debattour vanavond. Het was goed georganiseerd en interessant. Van tevoren vroeg ik me af wat ik eraan zou hebben, aan debatteren, of ik mijn tijd niet beter kon besteden. Maar net als met de KPA Wilde Ganzen dag van afgelopen zaterdag zijn dit soort gelegenheden geschikt om te netwerken in de pauzes en met de borrel. En ook al heb ik er misschien niet direct iets aan, toch is het goed om stil te staan bij mijn werk en met anderen van gedachten te wisselen.

Het is frustrerend dat ik zoveel makkelijker schrijf dan dat ik praat. Mijn bijdragen aan het debat kwamen niet helemaal uit de verf. Ik ben niet meer zo verlegen of zenuwachtig voor spreken in het openbaar, maar mijn gedachten zitten toch wel veel helderder in mijn hoofd dan dat ze mijn mond uit komen.

Er waren stellingen en kampen van voor- en tegenstanders (je werd willekeurig ingedeeld).
Een van de stellingen was: "Het grootste deel van ontwikkelingsgeld moet aan vrouwen gegeven worden." Ik zat aan de kant van de voorstanders, waar ik blij mee was.

Karlien de Ruijter (directeur LLiNK) zei na afloop van het debat dat ze geen enkel argument had gehoord van de voorstanders. En dat na ons vurige betoog (en bedankt).

Ik vond het debat soms pijnlijk. Er is iets raars aan de hand met de Nederlandse cultuur vind ik. Aan de ene kant willen mensen niet meer paternalistisch overkomen, dus herhalen ze steeds dat we niet als arrogante westerlingen onze wil moeten opleggen aan de zwakke arme mensen in het Zuiden. Maar mensen zijn niet zwak in het Zuiden, alleen hun situatie is moeilijk. Het wordt al bijna paternalistisch gevonden om er uberhaupt heen te gaan en je mag niet zeggen dat je mensen daar wilt helpen. En dan wordt gezegd dat we niet onze westerse normen van emancipatie moeten opleggen, want misschien willen de vrouwen in ontwikkelingslanden dat helemaal niet. Wat een arrogant idee, dat Westerlingen zo geemancipeerd zouden zijn en Zuiderlingen niet.

Ik ben geen felle feministe, wat betreft de situatie in Nederland interesseert het onderwerp gender issues / emancipatie mij niet zo. Maar ik heb gezien en ervaren hoe vrouwen in Senegal leven. Er werd ook gezegd dat vrouwen het nu al zo zwaar hebben met alles wat zij moeten doen: het huishouden, voor alle kinderen zorgen, op het land werken, naar de markt, etc. Als ze meer geld krijgen voor projecten zou het nog zwaarder worden, werd gezegd. Wat een onzin. Ontwikkelingsgeld is geld voor ontwikkeling, om hen te steunen, om hun lasten te verlichten. Ontwikkelingsgeld wordt nu voor het grootste deel aan mannen gegeven, terwijl vrouwen veruit het meeste werk doen.

Het is belangrijk dat er inkomsten zijn voor vrouwen. Dat maakt hen minder afhankelijk. Er zijn weinig vrouwen die zelf geld verdienen. Er bestaat geen bijstandsuitkering. Het is bijna onmogelijk om te scheiden van je man. Je bent als vrouw afhankelijk van je man en dat maakt je kwetsbaar. Het is niet eerlijk om wel het meeste werk te doen maar geen financiele zekerheden te hebben.

Het is niet makkelijk om een cultuur te veranderen. De verdeling van middelen en daarmee van invloed is daarbij erg belangrijk. Een gehandicapte van centrum Mbokatoor in Diofior zei: "Als je niets hebt dan tel je niet mee in je familie, je wordt niet geïnformeerd over wat er gaande is en je wordt niet betrokken in het nemen van beslissingen. Als je geld inbrengt dan heb je ook iets te zeggen." Ik denk dat dat voor vrouwen net zo goed geldt als voor gehandicapten. Het zal even wennen zijn voor mannen, een situatie waarin vrouwen meer invloed krijgen, en dat is dan jammer voor mannen als ze zich in hun eer voelen aangetast. Maar het is rechtvaardig en nodig om de positie van vrouwen in ontwikkelingslanden te verbeteren. Dat is voor iedereen goed, voor de ontwikkeling van de samenleving als geheel. Natuurlijk is dat wat vrouwen willen, de vrouwen daar zijn niet gek.

Zie ook de Wereldvrouwenconferentie.

En zie www.microkrediet.nl/debat voor de data van debatten in andere plaatsen.

10/04/2009

 

Het geweten van Marokkaanse rotjochies

Tijdens de Nacht van de Vrede, waar ik eerder over schreef, zei iemand dat de oorzaak van dat er relatief veel Marokkanen crimineel zijn, is dat het in de genen zit dat Marokkanen gewelddadiger zijn dan andere volken. Daar reageerde ik fel op, ik zei dat het niets met genen te maken heeft, anders zouden Marokkanen in Marokko ook gewelddadig zijn. Het heeft te maken met de situatie in de Nederlandse samenleving.

Ik las net dat neef-nicht huwelijken een risico met zich meebrengen van een verstandelijke handicap of schizofrenie. Daardoor is een hoger dan gemiddeld aandeel van criminele jongeren licht verstandelijk gehandicapt of schizofreen. Dus dan heeft het toch nog iets met genen te maken (maar nog steeds niet veel)...

Ik las dit (over de gevolgen van nicht-neef huwelijken) in een interessant artikel over de integratie van Marokkaanse jeugd in de Nederlandse samenleving. Trees Pels, hoogleraar Opvoeden in de multi-etnische stad, geeft een analyse van de situatie van Marokkaanse probleemjongeren. Ze zegt dat opvoeding in Marokkaanse families meestal niet faalt, al is de opvoeding wel anders dan in een Nederlands gezin. Er wordt doorgaans meer autoritair opgevoed. Gemiddeld wordt er minder gecommuniceerd met de kinderen. Dat gaat echter wel samen met heel veel liefde, zegt Pels. "Zoiets als het doorsnee gezin bij ons in de jaren vijftig - streng maar rechtvaardig. En niet koud of kil, maar warm. In mijn gezin van herkomst was het ook zo."

"De Marokkaanse jochies die je op straat ziet rondhangen, komen vaak uit multi-probleemgezinnen. In die gezinnen is heel veel aan de hand. De vaders hebben het niet kunnen bolwerken en zijn machteloos geworden, de moeders hebben hun kinderen niet kunnen begeleiden en laten hen los. Ze wonen te klein, en binnenshuis is nog het domein van de vrouwen, waardoor de jongens naar buiten geduwd worden. En dan is er ook nog geen geld. Wij kunnen onze kinderen naar tennis sturen, en hockey en schaken, en dat zouden zij ook best willen, maar dat kan niet. Dus de jongens belanden op straat en wat vinden ze daar? Niet die wilde rommelplekken die er vroeger waren. Onze steden zijn totaal kindonvriendelijk geworden. Toen ik hier kwam wonen, waren er nog wilde plekken, waar je ook altijd kinderen zag. Nu is er een speelplekje met een paar wipkippen. Daar zijn kinderen snel op uitgekeken. Er ontstaan snel irritaties, mensen komen naar buiten met een kwaaie kop. Dat is olie op het vuur gooien. Dat verwachten ze, de slachtoffermentaliteit is vaak al een beetje ingesleten en ze kunnen er lekker tegenin. Dan zie je een negatieve spiraal. Ik heb onderzoek gedaan onder die Marokkaanse jongens en hun klachten kwamen hier op neer: er is gebrek aan eigen plekken, er is geen contact met de buren, er is te snel irritatie. Er wordt niet gepraat, dus er is geen positieve sociale controle."


Dit laat al wel zien dat er niet zoiets is als een Marokkaans volk met gewelddadige genen, de reden waarom "Marokkaanse rotjochies" zich zo gedragen, is vanwege de situatie waarin zij zich bevinden, en vanuit een wisselwerking tussen de cultuur van hun ouders en de Nederlandse cultuur.

Pels heeft het over de verhouding tussen een autoritair ethos en een autoritatief ethos. Het autoritaire model houdt in dat je gewend bent jezelf van buiten te laten sturen. Het geweten heb je niet geïnternaliseerd maar je bent eraan gewend dat anderen - je ouders, oudere broers en zussen, andere familieleden, de buren etc. - degenen zijn die jou onder controle houden.

Senegal heeft ook sterk een autoritaire cultuur. Het is een systeem dat best goed kan werken, maar het is ook kwetsbaar. Als ik luister naar mijn eigen innerlijke geweten dan maakt het niet uit wat mensen in mijn omgeving zeggen, ik geef mijn eigen grenzen aan. Als dat niet zo is en er is niemand meer die zegt wat ik wel en niet moet doen, of ik heb besloten (vanwege Nederlandse invloeden) dat ik niet naar mijn ouders / familie hoef te luisteren, dan zijn er geen grenzen, geen controle meer, dan kan ik alles doen. Een model waarbij je naar anderen moet luisteren is ook lastig omdat je moet gehoorzamen, ook al ben je het er totaal niet mee eens. En het is lastig omdat het mensen stimuleert om dingen stiekem te doen. Zolang niemand het weet is er geen probleem. Maar wat je gedaan hebt wordt er niet minder slecht door.

Een Marokkaanse jongere leeft tussen twee werelden: de strenge wereld van zijn of haar ouders en de vrije onzekere kille geïndividualiseerde wereld van de Nederlandse samenleving. Je ouders begrijpen je niet en in de Nederlandse samenleving voel je je niet welkom, niet geaccepteerd. Pels wil Marokkaanse ouders aanmoedigen om over te gaan op het autoritatieve model en meer met hun kinderen te praten. Het leven in deze samenleving is te gecompliceerd, er zijn te veel dilemma's, de zoektocht is onzeker, er is weinig houvast voor jongeren. De ouders kunnen hun kinderen steunen en tegelijkertijd hun gezag behouden als ze praten met hun kinderen, als ze elkaar begrijpen en de ouders de kinderen daarna op weg helpen (al is dat voor veel Marokkaanse ouders geen eenvoudige opgave, zij hebben misschien zelf nog wel behoefte aan iemand die hen op weg helpt in de Nederlandse samenleving).

This page is powered by Blogger. Isn't yours?