8/12/2018
De taal van de jakhals en de giraf
We volgen met Coöperatie Eva een training voor coöperatief ondernemen (www.ondernemenmeteenuitkering.nl). Afgelopen donderdag ging het over verbindende / geweldloze communicatie. Ik heb wel vaker iets gehoord over geweldloze communicatie, maar deze training was heel verhelderend en goed toepasbaar in de praktijk. Ik bedacht me dat er veel overeenkomsten zijn met de filosofie van Levinas.
Overeenkomsten met Levinas:
***
Geweldloze communicatie
Rosenberg ontwikkelde het model van geweldloze communicatie (NVC: nonviolent communication). Het is een taal van mededogen waarmee we de machtsstrijd overstijgen en inzetten op vertrouwen. Door op deze ontwapenende wijze te communiceren kunnen we latente conflicten voorkomen, verlopen onderhandelingen soepeler en kunnen gesprekken sneller met het gewenste resultaat worden afgesloten. Bij NVC richt je je puur op de behoeften van de ander en van jezelf. Je kiest een ontwapenende doch doeltreffende taal om daarover te communiceren om vanuit de behoeften van jezelf én de ander een win-win situatie te creëren.
Te late oplevering
Iedereen maakt wel eens situaties mee die iets in ons losmaken en ons geduld op de proef stellen. Als je als manager in tijdnood komt omdat een medewerker bepaalde cijfers later aanlevert dan je had verwacht, zeg je wellicht op geïrriteerde toon: ‘je bent weer te laat met het rapport!’. Besef je wat de gevolgen zijn van zo’n opmerking? De kans is groot dat jouw medewerker zich gaat verdedigen: ‘ja maar, het is druk op de afdeling’ of een tegenaanval lanceert: ‘dat heb je aan jezelf te danken, je vroeg er eergisteren pas om’.
Afstand creëren
Hoe dan ook, de toon voor het gesprek is gezet. Het zal lastig zijn om op positieve wijze met elkaar te praten, de relatie te herstellen en samen tot een oplossing te komen. Wat gaat er mis? In onze communicatie veroordelen we elkaar voortdurend, waardoor we afstand creëren in plaats van verbinding maken. ‘Je bent te laat’, ‘je luistert niet’, ‘je onderbreekt me nu al voor de tweede keer’, ‘zeur toch niet zo’, ‘doe niet zo brutaal’. Hierdoor ontnemen we onszelf de mogelijkheid om werkelijk met elkaar in contact te komen. Rosenberg: “Als we op deze manier spreken, dan denken en communiceren we vanuit wat er naar ons idee mankeert aan het gedrag van anderen. Dat doen we ook ten aanzien van onszelf. Onze aandacht is dan gericht op het vaststellen in hoeverre iets fout is en niet op de behoeften van onszelf en de ander. Zo is mijn partner ‘veeleisend en afhankelijk’ als ze meer affectie wil dan ik geef. Wil ik meer affectie dan zij geeft, dan is ze ‘afstandelijk en ongevoelig’. Als mijn collega zich meer met details bezighoudt dan ik, dan is hij ‘een pietje precies en een uitslover’. Als ik me meer met details bezig houd dan hij, dan is hij opeens ‘slordig en onnauwkeurig’.”
De taal van de jakhals
NVC gebruikt twee dieren om het verschil tussen gewelddadige en geweldloze communicatie te verduidelijken: de jakhals en de giraf. De taal van de jakhals is doorspekt met kritiek, kleineringen, beschuldigingen en verwijten. Als we menen dat we worden aangevallen of onheus worden behandeld, gebruiken we eerder de taal van de jakhals. Het is een taal die angst, verdeeldheid en (verbaal) geweld oproept.
De taal van de giraf
De taal van de giraf is een taal van mededogen, oprechtheid en empathie. De giraf is het dier met het grootste hart op het land. Ze heeft geen natuurlijke vijanden en gedraagt zich doorgaans vredelievend. Met haar lange nek staat ze symbool voor een goed overzicht en heldere visie. Ze is in staat om met een open hart te luisteren naar de ander. De taal van de jakhals verdeelt, de taal van de giraffe verbindt. Kijk maar eens naar de onderstaande voorbeelden:
Jakhals: ‘Je luistert niet / nooit naar me’.
Giraf: ‘Je kijkt op je mobiel, terwijl ik tegen je praat’.
Jakhals: ‘Je onderbreekt me nu al voor de tweede keer’.
Giraf: ‘Je begint met praten, terwijl ik nog iets wilde zeggen’.
Jakhals: ‘De enige beloning die ik hier ontvang is mijn salaris’.
Giraf: ‘Ik heb behoefte aan erkenning voor mijn expertise en inzet’.
Jakhals: ‘Jaap kan zijn team helemaal niet aan’.
Giraf: ‘Jaap werd diverse keren door teamleden onderbroken tijdens zijn presentatie’.
Giraf: ‘Je kijkt op je mobiel, terwijl ik tegen je praat’.
Jakhals: ‘Je onderbreekt me nu al voor de tweede keer’.
Giraf: ‘Je begint met praten, terwijl ik nog iets wilde zeggen’.
Jakhals: ‘De enige beloning die ik hier ontvang is mijn salaris’.
Giraf: ‘Ik heb behoefte aan erkenning voor mijn expertise en inzet’.
Jakhals: ‘Jaap kan zijn team helemaal niet aan’.
Giraf: ‘Jaap werd diverse keren door teamleden onderbroken tijdens zijn presentatie’.
***
Overeenkomsten met Levinas:
- Aanname: De mens is van nature goed en goed voor de ander. Rosenberg gelooft dat we van nature niet slecht / verrot zijn. We hebben goede bedoelingen maar in de praktijk werkt het vaak anders uit. We zijn niet puur egoïstisch, we zijn van nature geneigd om iets voor een ander te doen. Levinas zegt dat we gericht zijn op genieten. We eten niet alleen omdat we voedsel nodig hebben om in leven te blijven, we eten ook omdat het lekker is. Daar is niets mis mee, dat de mens van nature gericht is op iets tot zich nemen en genieten. Daar kun je helemaal in op gaan. Zolang je alleen bent is dat geen probleem. Alleen als de ander plotseling voor je staat, dan kun je daar niet mee door blijven gaan, met opgaan in je eigen wereld. De ander schud je wakker. De ander doet een oproep en je moet antwoorden, ook als je niet reageert is dat een antwoord. Dat is je ver-antwoord-elijkheid voor de ander. Het gebeurt vanzelf dat je de zorg voor de ander op je neemt, wanneer je door de ander geraakt wordt in een ontmoeting.
- Sartre zei dat de anderen de hel zijn. Levinas onderkent dat het heftig kan zijn om te worden wakker geschud door de ander. Maar de ander is niet de hel. De ander laat mij zien dat er zoveel meer is dan het kleine wereldje van mijn gedachten. Net als Rosenberg ziet Levinas mensen als van nature gericht op verbinding met de ander.
- "Gij zult niet doden". Levinas zegt dat je de ander niet dood mag maken, dat is het allerbelangrijkste gebod. Niet letterlijk maar ook niet figuurlijk. De jakhals waar Rosenberg het over heeft is bezig met figuurlijk doden. Steeds maar de ander afkraken, de grond inboren, de ander het gevoel geven dat hij of zij waardeloos is. De jakhals denkt dat hij door de ander naar beneden te duwen zelf omhoog gaat. De jakhals is zo gespannen en gefrustreerd dat hij wild om zich heen begint te slaan en te schoppen. Hij denkt dat hij zichzelf beter gaat voelen als hij doet alsof alles de schuld is van de ander. In de praktijk werkt het natuurlijk niet, de jakhals gaat zich net zo ellendig voelen als degene die hij de grond in boort.
- NIVEA - Niet Invullen Voor Een Ander. Dat is een belangrijk punt in de filosofie van Levinas. Als je alleen bent kun je helemaal opgaan in waar je mee bezig bent. Je bent aan het genieten van wat je doet. Je eet een appel, je neemt die tot je en de appel wordt van jou, je eigent hem je toe. Met een mens kun je dat niet doen. Je mag de ander niet als appel, als ding gebruiken. Als je invult voor een ander dan behandel je de ander als een ding. Vooral als je al lang een relatie met iemand hebt wordt dat risico groot. Dat je zegt: "ik ken jou toch, ik weet wat goed voor jou is." "Jij ook altijd met je ..., zo gaat het nou altijd." Dat is ook precies de jakhals die zo praat. Ga geen oude koeien uit de sloot halen, haal niet de 100 eerdere keren erbij dat er net zoiets gebeurd is. Praat over het hier en nu, praat over wat je waarneemt, praat over je behoeftes. Vraag de ander naar zijn of haar mening en zijn of haar behoeftes. Sta open voor de echte ander. Neem afstand van de beelden van de ander die je hebt in je eigen hoofd. Neem afstand van vooroordelen. Alle mensen zijn uniek. Ga niet af op uiterlijke kenmerken van de ander maar ontmoet de echte ander op een open en gelijkwaardige manier. Zoals de giraf dat doet.
- Je wordt blij van iets doen voor een ander, zegt Rosenberg. Dat beaamt Levinas. Als het goed is, doe je iets voor de ander zonder op de ander neer te kijken. Als ik de ander als heel zielig, hulpeloos en mislukt beschouw en als ik mijzelf beschouw als heel geweldig, dat ik mijzelf op de schouder ga kloppen dat ik wel super aardig ben dat ik zo gul en goed ben, dan gaat er iets helemaal niet goed. Dan verwacht ik dat de zielige mislukkeling die ik geholpen heb wel 1000 keer dank je wel gaat zeggen en dan ga ik tegen iedereen opscheppen over wat een weldoener ik ben. Dat is duidelijk niet de bedoeling. Dat is ook een vorm van de ander naar beneden duwen en zo mijzelf proberen te verheffen. De ander is juist mijn meester volgens Levinas. De ander kan mij wakker schudden uit het kleine wereldje van mijn gedachten. De ander kan mij laten zien dat er meer is. Door het contact met de ander wordt onze relatie ethisch. Ik word geraakt door de ander en ik vergeet even mijzelf, de ander komt even op de eerste plaats. Dankzij de ander neem ik mijn verantwoordelijkheid. Het maakt helemaal niet uit wie die ander is. Ik word geraakt door een behoefte van de ander en ik voorzie daarin. Dat is hoe de verbinding tussen ik en jij tot stand komt.
Ik ben benieuwd op Rosenberg geïnspireerd is door Buber ("Ik en jij") en Levinas.