2/01/2014
Compassie
We hadden op mijn werk een reflectiebijeenkomst over Karen Armstrong. Zij heeft het boek "Compassie" geschreven waarin ze mensen aanmoedigt compassie voor anderen te tonen zodat we een medemenselijker leven kunnen leiden.
Het is interessant want er zijn veel raakvlakken met Emmanuel Levinas, maar ook belangrijke verschillen. Ik denk dat de filosofie van Levinas degelijker onderbouwd is, maar Armstrong is voor een veel breder publiek toegankelijk en makkelijker toepasbaar in de praktijk.
In dit verband wilde ik twee dingen opmerken:
Het is interessant want er zijn veel raakvlakken met Emmanuel Levinas, maar ook belangrijke verschillen. Ik denk dat de filosofie van Levinas degelijker onderbouwd is, maar Armstrong is voor een veel breder publiek toegankelijk en makkelijker toepasbaar in de praktijk.
In dit verband wilde ik twee dingen opmerken:
- Degene die de discussie leidde vroeg: Vinden jullie dat het makkelijker is om compassie te tonen voor iemand die ongeveer dezelfde achtergrond heeft als jij, omdat je jezelf dan makkelijker herkent in de ander en het niet zo'n ver van je bed show is waarbij je je moeilijker kunt inleven in de ander? Er werd beaamd dat het makkelijker is met mensen die op ons lijken. Maar Levinas zou bezwaar maken tegen deze redenering. Hij schrijft over hoe ik geraakt wordt door het naakte kwetsbare gelaat van de ander. In dat geraakt worden vergeet ik een moment mijzelf en dan vormen de verschillen tussen ons geen belemmering. Levinas zou denk ik zeggen dat het gevaarlijk is om te vinden dat ik makkelijker compassie kan tonen voor mensen met eenzelfde achtergrond als ik, omdat het risico dan groot is dat ik ga invullen voor de ander en dat mag ik nou juist niet doen, want dan vervang ik de echte ander door een beeld in mijn hoofd. Twee mensen zijn altijd totaal verschillend en ik mag niet on-verschillig zijn, ik moet die verschillen erkennen. Bij iemand die duidelijk anders is dan ik is de kans groter dat ik open sta voor de echte ander en vraag naar zijn gedachten en gevoelens zonder dat ik die van tevoren al heb ingevuld omdat ik denk dat het wel net zo zal zijn als bij mij.
- In het interview dat we bekeken hebben vroeg de interviewer aan Karen Armstrong of haar idee dat compassie universeel is en het idee dat alle mensen gelijkwaardig zijn, of die ideeën leiden tot cultureel relativisme. "Nee, nee, nee", zei Karen beslist. Maar de argumentatie waar ze daarna mee kwam die rammelde in de ogen van mij en mijn collega's. Ze zei dat mensen in het westen al in de middeleeuwen begonnen zijn met processen van emancipatie en verlichting (ik zou even in het interview moeten terugkijken hoe ze dat precies zei). In andere gebieden zijn die processen pas 50 jaar geleden begonnen. Dus dat verklaart waarom die landen nu minder ver zijn op dat gebied. Dat is een gevaarlijke gedachte. Want dat is een oordeel over andere culturen dat zij doet vanuit haar eigen gekleurde perspectief. Wij bewegen ons een bepaalde kant op en we kijken achterom en dan zien we dat de anderen nog achter ons zijn. Maar hoe ziet dat eruit voor de anderen? Misschien bewegen zij een andere kant op en als zij achterom kijken zien zij dan dat wij ver achter hen zijn. Wat eigenlijk nodig is, is een perspectief van boven, van iemand die het geheel van de bewegingen kan overzien. Maar dat perspectief kunnen wij mensen niet innemen, dat kan alleen God. De ander kan mij wakker schudden, in de ontmoeting met de ander kan ik zien dat er meer is dan alleen mijn eigen beperkte perspectief. Via de ander zie ik een glimp van God. Dat wij niet zo arrogant moeten zijn om te oordelen dat wij verder of beter zijn dan andere culturen, wil nog niet zeggen dat cultureel relativisme gerechtvaardigd is en dat we helemaal niet mogen oordelen. Er bestaan universele waarden die cultuurverschillen overstijgen. Ik heb mijn persoonlijke waarden en ideeën over wat goed en kwaad is. Ik mag mij aansluiten bij mensen die zich verzetten tegen geweld, wreedheid, onrecht en onderdrukking. Als ik bijvoorbeeld vind dat homo's niet in gevangenissen opgesloten moeten worden vanwege hun seksuele geaardheid - omdat homo's en hetero's gelijkwaardig zijn en dezelfde rechten zouden moeten hebben - dan mag ik mij inzetten om hun positie te verbeteren, niet over hun hoofden heen maar samen met hen, omdat zij een beroep op mij doen. Dat kan ik doen ook al realiseer ik mij dat mijn idee over gelijkwaardigheid gekleurd is door mijn achtergrond en dat andere mensen homoseksualiteit afwijzen vanuit bijvoorbeeld hun religieuze achtergrond. Ik wil tolerant zijn naar andere culturen en religies toe maar ik verzet mij tegelijkertijd tegen onrecht.