6/28/2010

 

Het lot en ik - mijn gedachten over God, het lot en de vrije wil

Ik heb als kind altijd in God gelooft. Ik voelde zijn aanwezigheid, ik bidde niet echt maar ik vertelde hem mijn gedachten en ik had steun aan hem. Als puber begon ik te twijfelen. Er was één vraag waar ik lang mee geworsteld heb: Als God oneindig goed is, en alwetend en almachtig, waarom staat hij dan toe dat er zoveel ellende is in de wereld, zoveel oorlog, honger en onrecht? Waarom moeten mensen met een goed hart zoveel lijden? Als God het kan stoppen, waarom grijpt hij dan niet in? Uiteindelijk kwam ik tot de conclusie dat hij ofwel niet bestaat, ofwel niet de macht heeft om de wereld te veranderen. Zo'n machteloze of niet-bestaande God daar heb je weinig aan. Dus na verloop van tijd ben ik mijn geloof kwijtgeraakt.

Maar toen ik de boeken van Levinas begon te lezen is mijn geloof stukje bij beetje terug gekomen, zij het in een andere vorm. Ik geloof niet meer in absolute waarheden. Wij kijken allemaal vanuit ons eigen beperkte en gekleurde perspectief naar de wereld. In verhouding tot God zijn wij kleiner dan mieren. Hoe kunnen wij als sterfelijke wezens die verre van perfect zijn, begrijpen wat de oneindigheid van God betekent, wat het betekent dat hij uitstijgt boven plaats en tijd. God is de schepper, de bron van alles wat bestaat.

Ik weet niet of God bestaat. Ik voel / ervaar zijn aanwezigheid, maar het kan ook iets anders zijn wat de bron is van die ervaring. Ik zal er nooit achterkomen of hij bestaat of niet. Het is ook niet belangrijk. Ik kan ervoor kiezen in hem te geloven, of niet. Ik kies ervoor om in hem te geloven.

Ik geloof in een oneindige God, een God die oneindig goed is en die alwetend en almachtig is. Het zal hem toch pijn doen om te zien hoe onschuldige, goede mensen zoveel onrecht wordt aangedaan, hoe zij onderdrukt worden, hoe zij zoveel verdriet te verduren krijgen. Waarom heeft God niet een wereld geschapen van eeuwig durende vrede, waarin alle mensen goed voor elkaar zijn, de hemel op aarde? God als almachtige schepper kan iedere wereld creëren die hij wil, dat is niet moeilijk voor hem.
Maar het zou een wereld zijn waarin wij geen mensen zijn, waarin wij als dieren zouden leven. Het zou een wereld zijn waarin mensen geen vrije wil hebben, waarin we door God zijn “voorgeprogrammeerd” om goed te zijn. Ik heb een keer een natuurfilm gezien waarin een kever probeert een vrucht tegen een heuveltje op te duwen. Hij duwt fanatiek met zijn achterpootjes tegen de vrucht, achteruit en omhoog. Dan komt de vrucht vast te zitten in een takje dat uit de grond steekt. De kever duwt nu voor niks tegen de vrucht, want de vrucht beweegt niet meer omdat hij vast zit in het takje. Toch blijft de kever eindeloos doorduwen, want zo is hij geprogrammeerd. Hij kan niet even ophouden met duwen om te kijken wat er aan de hand is en dan een nieuwe tactiek bedenken om de vrucht omhoog te krijgen. Een kever kan dat niet, een mens kan het wel.

De hemel op aarde zou een wereld zijn zonder geweld, zonder onrecht. Een wereld waarin we niet kunnen kiezen, maar automatisch doen wat goed is. We zijn dus niet verantwoordelijk voor ons handelen, want we kunnen niet anders. Het zou een saaie wereld zijn, we zouden waarschijnlijk het besef van tijd kwijtraken, want alles blijft de hele tijd hetzelfde. Het heeft geen zin om na te denken over welke weg je wilt kiezen, over wat je wilt bereiken in je leven. Je verlangt niets want je hebt alles al, je leeft in een perfecte maar zinloze wereld.

God had zo'n wereld kunnen scheppen maar hij heeft ervoor gekozen het niet te doen. God heeft mensen een vrije wil gegeven. God is alwetend. Tijd bestaat niet voor God, het verleden, het heden en de toekomst bestaan voor hem tegelijkertijd. Toen hij de mens creëerde wist hij wat mensen elkaar allemaal aan zouden doen, hij wist dat de Holocaust zou plaatsvinden. Het is niet omdat God machteloos is dat hij Hitler niet heeft tegen gehouden. Mensen hebben van God het vermogen gekregen om te kiezen tussen goed en kwaad. Mensen zijn niet van nature goed of slecht. We hebben de morele plicht om goed voor elkaar te zijn maar we hebben het vermogen om ons aan die plicht te onttrekken. We moeten zelf nadenken over de keuzes die we maken, en we zijn verantwoordelijk voor de gevolgen van ons handelen. Dat kan alleen dankzij onze vrije wil. Als er geen vrijheid is om te kiezen, kunnen we niet ter verantwoording worden geroepen voor de keuzes die we maken. Dit wil niet zeggen dat er geen vaststaand lot is. God weet van tevoren precies wat er gaat gebeuren (zoals ik al zei is er in zijn beleving geen “van tevoren”). Hij weet ook welke keuzes wij mensen zullen maken en dat veel mensen voor het kwade kiezen.

Als ik een keuze wil maken dan begin ik met in kaart te brengen welke keuzemogelijkheden er zijn, ik weeg af wat de voor- en nadelen zijn, ik denk na over wat ik wil, en uiteindelijk maak ik een keuze. Had ik ook iets anders kunnen kiezen? Ik maak de keuze op basis van wie ik ben, wat ik wil, de kennis die ik heb en mijn eerdere ervaringen. Misschien denk ik er uitgebreid over na of misschien kies ik zomaar iets. Hoe weet ik of ik ook iets anders had kunnen kiezen? Dat kan ik niet weten. Ik kan niet de tijd terugdraaien en eens iets anders proberen. Mijn keuze is op een bepaalde manier logisch, de keuze komt voort uit een keten van oorzaak en gevolg. De keuze die ik uiteindelijk maak kan vanuit die keten verklaard worden (ook als ik zomaar iets kies). Dus misschien kon ik niet anders. Maar het was nodig dat ik van tevoren nadacht over de gevolgen van mijn handelen. Zonder daarover na te denken zou ik misschien een andere keuze hebben gemaakt, het reflectieproces was noodzakelijk om tot een bepaalde uitkomst te komen. En juist daarin ligt mijn verantwoordelijkheid, in het denkproces dat ik doorloop en dat ik na afloop kan uitleggen waarom ik een bepaalde keuze heb gemaakt. Wij mensen zijn vrij en verantwoordelijk, ongeacht of er een voorbestemd lot is of niet.

Ik vind het een mooi idee dat iedere mens een roeping heeft. Om te worden wie ik diep van binnen ben (wat wezenlijk is voor mij), om wat ik in potentie in mij heb te laten groeien en bloeien, om mijn lotsbestemming te bereiken, daarvoor heb ik een lange weg te gaan, en in de juiste richting, de richting die bij mij past. God weet wat mijn roeping / mijn lotsbestemming is. Ik weet het niet, maar ik kan het aanvoelen, ik kan ernaar op zoek gaan en er zijn tekenen op mijn pad die mij de weg wijzen. Door mijn hart te volgen beweeg ik mij in de richting van mijn lotsbestemming. Dat doe ik uit vrije wil.

Comments: Post a Comment

<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?