3/11/2008

 

Als we onze blikken konden verruimen...

Het is nu bijna drie jaar geleden dat ik besloot externe promovenda te worden bij de Universiteit van Amsterdam, bij de Amsterdam School of Cultural Analysis. In de praktijk bleek ik er nauwelijks tijd voor te hebben, zeker niet toen in 2006 begon met mijn eigen bedrijfje Multi-Pass. Maar ondertussen heb ik veel gelezen, gediscussieerd en nagedacht. Ik vind het nu een mooi moment om te proberen nog eens de kern van mijn ideeën op papier te zetten.

Levinas beschrijft de ontmoeting met de ander, als een fenomeen dat hij analyseert. Zolang ik alleen ben kan ik doen waar ik zin in heb, ik hoef aan niemand verantwoording af te leggen. Ik ben er in de eerste plaats op gericht te genieten te genieten van het leven, bijv. door in de zon te zitten en een kopje thee te drinken. Ik ga helemaal op in mijn eigen gedachten, er lijkt in de wereld niets anders te bestaan, hoe ik naar de wereld kijk is hoe de wereld ís. Deze kleine comfortabele wereld van mijn eigen gedachten wordt ruw verstoord wanneer het gezicht van de ander verschijnt. Opeens is er een ander bewustzijn, iemand die niet zomaar toestaat dat ik van alles met hem doe of over hem zeg. Ik ben niet meer het centrum van de wereld, wat ik zeg en denk kan ik niet meer zomaar als absolute waarheid beschouwen, en ik kan niet zomaar doen waar ik zin in heb want als ik de ander pijn doe of zijn spullen afpak dan zal die dat niet accepteren. Ik schaam me opeens voor mijn egoïsme, voor hoe ik opging in mezelf en de rest van de wereld vergeten was. Ik had mij de hele wereld in gedachten al toegeëigend, met beelden in mijn hoofd, maar de ander laat zich niet toe eigenen, die blijft altijd van zichzelf. Ik kan besluiten net te doen alsof de ander er niet is, ik negeer hem totaal, ik zwijg hem dood. Maar dat zal nooit hetzelfde zijn als dat het was voor ik de ander zag. Ik kan weigeren te reageren op de oproep van de ander, maar ik kan het feit dat de ander mij aanspreekt niet ongedaan maken. Alsof iemand mij uitnodigt voor zijn feestje: ik kan beslissen niet naar het feestje te gaan maar ik kan niet besluiten dat ik de uitnodiging ongedaan wil maken. Met de oproep van de ander moet ik kiezen hoe ik reageer, en ik ben verantwoordelijk voor de keuzes die ik maak.

“In april 2002 wordt de stad Erfurt in Duitsland opgeschrikt door een drama. Een jongen, vervuld van wraakgevoelens, richt op school een bloedbad aan onder zijn docenten en medescholieren. Nadat hij zestien leerlingen en docenten heeft doodgeschoten, staat hij voor zijn zeventiende slachtoffer: een docent. Deze roept hem echter toe: “Kijk mij aan!” De jongen schreeuwt verwensingen richt zijn wapen op de man. Weer roept deze: “Kijk mij aan!” En dan gebeurt er iets merkwaardigs. De jongen laat zijn geweer zakken en alsof hij machteloos is geworden, geeft hij zich over.” (Kopstukken filosofie, Levinas – Duyndam en Poorthuis)

Het gaat niet altijd zo, het gebeurt vaak genoeg dat de schutter het slachtoffer recht in de ogen kijkt en toch schiet. Maar het fenomeen bestaat, dat de blik van de ander maakt dat ik hem niet kan doden. De ander kijkt mij aan beveelt mij / smeekt mij om hem niet te doden. Hij kijkt mij aan met zijn “naakte” kwetsbare gezicht. Maar toch is de ander mijn meester. Want de ander bevrijdt mij uit de kleine wereld van mijn gedachten waarin ik zit opgesloten. Alleen de ander kan dat doen, zelf kan ik dat niet. De ander wijst mij op mijn verantwoordelijkheid en maakt mij vrij, al is het wel een moeilijke vrijheid. Ik ben vrij om te kiezen en ik ben verantwoordelijk voor de keuzes die ik maak. Ik mag de ander niet doodmaken. Dit geldt niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk. Er zijn meerdere manieren waarop ik de ander dood kan maken. In plaats van hem neer te schieten kan ik hem als een ding behandelen, onmenselijk. Ik kan de ander proberen te reduceren tot een beeld in mijn hoofd, dat ik doe of de echte ander niet bestaat. Ik stop hem in allerlei hokjes, ik vel daar mijn oordeel over en ik hoef hemzelf niets meer te vragen. Op Orkut zei een Amerikaan een keer dat je van een Pakistaan niet kunt verwachten dat hij ooit nog een menselijk gevoel zoals schaamte zal voelen. Het Pakistaanse onderwijssysteem heeft mensen zo gehersenspoeld dat zulke gevoelens verdwenen zijn. Zijn vooroordeel dat dit voor alle Pakistani geldt is absoluut. Hij heeft een oordeel over een bepaalde categorie en de echte mensen hoeft hij niet meer te ontmoeten. Dat is een vorm van racisme – niet dat Pakistani een apart ras zouden zijn, maar wel dat ze als volk worden vastgepind op zijn vooroordeel. Hij heeft de echte mensen gereduceerd tot een beeld in zijn hoofd en daarmee heeft hij hen figuurlijk doodgemaakt. Op internet gebeurt dat gemakkelijker dan in de offline wereld, juist omdat het gelaat van de ander niet fysiek aanwezig is.

Bij intercultureel contact is het heel belangrijk om dit soort fenomenen te herkennen. De kans dat ik de ander figuurlijk doodmaak / totaliseer is groter wanneer de ander heel anders is dan ik. Ik vind die ander maar raar en ik ga dan al snel denken dat ik beter ben dan de ander. En omdat ik niets begrijp van de ander ga ik misschien rare dingen verzinnen om zijn gedrag te verklaren. Dat moet ik niet doen want dan luister ik alleen naar mijn eigen gedachten en beelden in mijn hoofd, in plaats van naar de echte ander. Ik kan dus veel beter aan de ander vragen waarom hij zich zo gedraagt. Laat ik mij eerst eens verdiepen in de ander, contact zoeken, met elkaar praten, me inleven in de ander. Laat ik niet te snel zijn met interpreteren van gedrag en oordelen over de ander. Laat ik de ander open tegemoet treden, niet meteen denken dat een moslim zo en zo is en een Amerikaan vast oppervlakkig is (of wat dan ook).

Samenleven in een multiculturele samenleving wordt vaak als problematisch gezien. Dan willen we het liefst dat alle buitenlanders (of in ieder geval bepaalde buitenlanders) het land uit gaan. Het is ook niet makkelijk om samen te leven met fundamenteel tegengestelde culturen. Maar door te doen alsof het anderszijn van de ander het probleem is worden immigranten weer in een hokje gestopt en daarmee figuurlijk doodgemaakt. En Levinas kan ons leren dat er ook een andere kant is aan de ontmoeting met de ander. Het is niet alleen een moeilijke confrontatie, het is ook een bevrijdende, verrijkende en leerzame ontmoeting. Door de ander te ontmoeten wordt mijn blik verruimd. Ik zie de ander en ik merk dat hij heel anders is dan ik. Door dat verschil word ik mij ook meer bewust van wie ik zelf ben en wat ik belangrijk vind. Dan ga ik proberen de ander te begrijpen. We gaan in gesprek en we zoeken naar een gezamenlijke taal waarin we elkaar kunnen begrijpen. Ook zoeken we naar gemeenschappelijke ervaringen, want als ik herken wat de ander zegt dan kan ik hem beter begrijpen. En als ik langer optrek met de ander of naar zijn land reis, dan doe ik daarmee nieuwe ervaringen op in een andere cultuur. Het is goed om dat soort ervaringen op te doen want daarna kan ik weer makkelijker iets herkennen wanneer de ander iets zegt. En ik word aan het denken gezet door de verschillen die ik zie. Soms vind ik mijn eigen cultuur beter, daar ben ik tenslotte mee opgegroeid en mijn leven lang aan gewend. Maar misschien doe ik ook wel een nieuw idee op, dat ik iets heel mooi vind in een andere cultuur en dat ik mij dat graag wil eigen maken. Het contact met de ander kan mijn leven dan dus verrijken. Dit hele proces is niet makkelijk. Het is vol met misverstanden, (onbedoelde) beledigingen, frustratie en onbegrip. Het is inderdaad makkelijker communiceren en samenleven als je ongeveer hetzelfde bent.
Maar een autochtone homogene samenleving krijgen we toch niet meer in Nederland, dus het multicultureel samenleven, dat zal wel moeten. Dan kunnen we beter zorgen dat we genoeg gereedschap hebben om er goed mee om te kunnen gaan.

Om op die manier de ander open tegemoet te treden, wie het ook is, dat is wel iets heel anders dan hoe Wilders moslims benadert met hun “achterlijke islam”. Dat kunnen we leren van Levinas.

Comments:
hoi Esther,

ik weet niet of je mij nog kent, maar zo af en toe volg ik je blog en zo las ik net eens een stukje over het thema van je proefschrift. Je beschrijft wel de ideeen van Levinas, maar het is me niet zo duidelijk, met welke vraagstelling(en) je Levinas wilt onderzoeken. Ben heel benieuwd!
groeten, evelien
(bootloser)
 
Hoi Evelien,

Ja ik weet nog wie je bent, leuk dat je soms mijn blog leest.

Goede vraag die je stelt, laat ik nog eens een poging doen:

De wereld globaliseert, wat er aan de ene kant van de wereld gebeurt heeft steeds meer interactie met wat er op andere plekken gebeurt. Ook wordt de Nederlandse samenleving multicultureler. Daarom is de vraag actueel hoe we willen omgaan met cultuurverschillen, hoe we intercultureel contact kunnen verbeteren.

Levinas beschrijft de ontmoeting met de ander en de ethische relatie die dat met zich meebrengt.

De vraagstelling is: Wat voor gereedschap is er te vinden in de theorie van Levinas om intercultureel contact te verbeteren?

Gerelateerde thema's:
- Vergelijking met Heidegger op het gebied van autochtoon versus allochtoon en op het gebied van determinisme/vrijheid.
- Rol van taal (communicatie met de ander en creatie van werkelijkheid d.m.v. taal) aan de hand van Derrida.
- Onvoorwaardelijke gastvrijheid (Derrida).
- Oorlog/geweld en vrede.
- Vooroordelen, steretypen en racisme.
- Rol van religie.
 
hoi Esther,
Dankjewel voor je verhelderende uitleg! Je onderzoek lijkt me ook heel verfrissend, vooral in een tijd als deze, waarin begrippen als 'intercultureel' en 'multicultureel' meteen als een bedreiging voor 'onze' samenleving worden opgevat.
Veel succes verder, met je onderzoek!
greetz, evelien
 
Post a Comment

<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?