3/25/2007

 

Put myself in your shoes

Last week was my university multi-cultural debate week, with on Wednesday a debate at the University of Amsterdam and on Friday at the Erasmus University of Rotterdam. Both debates were very interesting. In Amsterdam the debate was organized by “Together against racism” and “The Netherlands confesses colour”, to formulate an answer against Wilders. And in Rotterdam it was a debate with Tariq Ramadan about humour and intercultural contact.

I found especially professor Ramadan’s speech very good, he said some things which Levinas could have said as well, and then applied to intercultural contact, so very much related to the topic of my dissertation.

While having Levinas’ ideas of contact with the other in mind, and Ramadan’s ideas of taking a critical distance and decentering your self, I would like to list some points which are in my opinion very important tools to improve intercultural contact:

With the debate in Amsterdam, I was thinking about how this process of dehumanization of the other doesn’t happen only among racists, Islam-haters, anti-Semites etc., but it can happen also on the side of resistance against racism as well. According to “Together against Racism”, we should say the things as they are (“het beestje bij de naam noemen”), so they said that Islamophobia is a new form of racism, and they repeatedly called Wilders a racist. Somebody from the audience warned that we should not blow this Wilders out of proportions. He likes to think of himself that he is very important, but we should not believe that ourselves, and it is wrong to see him as the source of all evil, it is better to refer to his party than just to him as a superstar / super enemy. To call Wilders a racist means to put a label on his head. When can we define some person as a racist? How many times should a person say something racist before he can be considered as that? Why do we want to label people like that, as racist or fundamentalist or barbarian? I agree with “Together against Racism” that we should not ignore the word racism, we should investigate it, name it and protest against it. If you avoid using the word racism it seems as if the problem doesn’t exist. But we should be careful not to be so angry with Wilders that we start to hate him and demonize him. As if he is an incredible big monster that we should fight against. He doesn’t deserve that honour of being considered as tremendously big and dangerous. It is not the person who is the problem, his ideas and behaviour are the problem. We should not be blinded by hate and become emotional, we should keep our minds alert and think of a rational strategy against racism and towards a common ground.


3/19/2007

 

Globalisering en fundamentalisme

Er zijn 2 punten waar ik over begon na te denken nadat ik de onderstaande tekst had gepost, en die ik dus graag nog hier wil delen.

- Hidde zei dat er wel een probleem is met de Islam in sommige landen, dat het geloof verweven is met de staat en moeilijk ontvankelijk is voor verandering / modernisering, behoorlijk rigide. En dat bijvoorbeeld in Indonesië het aantal fundamentalisten de laatste jaren sterk is toegenomen. Het probleem van fundamentalisme moet in zulke landen niet worden onderschat, en in feite geldt dat ook voor Amerika, dat het een land is vol met gelovige fundamentalisten (een ander geloof natuurlijk).

Volgens de Van Dale is fundamentalisme een orthodoxe, antiliberale godsdienstige richting. Wat betekent dit nu? Is een fundamentalist altijd iemand die niet zelf nadenkt? Is het altijd schadelijk om orthodox en antiliberaal te geloven? Is het überhaupt mogelijk voor de meerderheid van een bevolking in een land om fundamentalist te zijn? Bestaat de meerderheid niet altijd uit gewone, modale, niet al te extreem denkende en handelende mensen, ongeacht hoeveel zwarte kousen of burka’s er te zien zijn?

- Mijn tweede vraag / punt gaat over “schoenmaker, blijf bij je leest”. Fouad Laroui schrijft over wat bij hem hoort, waar hij mee is opgegroeid. Mijn blogpost gaat over wat mij in wezen vreemd is, waar ik niet mee ben opgegroeid.
Op Orkut kreeg ik tot nu toe 70 reacties op mijn tekst, het blijkt een hot issue te zijn. Het lijkt een beetje of ik mij heb opgeworpen als woordvoerder van moslims, maar dat kan ik helemaal niet zijn en moet ik ook niet willen. Dan eigen ik mij iets toe wat niet van mij is, dat kan neigen naar iets totalitairs. Zoals ik de islamhaters ook kwalijk neem dat ze van alles roepen terwijl ze volgens mij niet weten waar ze het over hebben. Maar hoe moet het dan, in onze globaliserende wereld. Islam is onvermijdelijk als discussie-onderwerp in het politiek-maatschappelijke discussiedeel van Orkut. Zowel de islamhaters als de islamverdedigers willen de hele tijd over dat onderwerp praten. Dus laat ik me er dan goed in verdiepen en actief deelnemen aan het debat.

Als kind zong ik bij interkerkelijk jongerenkoor Connection. “Nkosi sikelele Afrika”, het zulu volkslied van Zuid-Afrika, stond op ons repertoire. Mijn moeder vond dat we dat niet zouden moeten zingen. Ze zei dat dat het lied is van het zwarte volk in Zuid-Afrika, als verzet tegen de onderdrukking van de Apartheid. Een wit Nederlands a-politiek koor, dat die onderdrukking niet zelf ervaren heeft, moet zo’n lied niet zingen. We moeten het niet alleen zingen omdat we vinden dat het mooi klinkt, zonder verder na te denken over waar het over gaat.
Kunnen we dan niet onze solidariteit laten zien door het lied te zingen en wel over de boodschap na te denken? Mogen we dan alleen liederen zingen over Nederlandse onderdrukking?

Met het proces van globalisering raakt alles steeds meer verweven. Hoewel ik geen moslim ben gaat de islam me wel aan. Waar is de grens tussen dat ik mijn mening geef over een onderwerp waar ik mij in verdiept heb, en dat ik mij iets toe eigen wat niet bij mij hoort?

3/18/2007

 

Pleidooi voor zelf nadenken

For this text in English, see the translation.

Er stond een erg goed artikel van Fouad Laroui in het NRC gisteren. Het wordt hoog tijd dat ik zijn nieuwste boek, “Over het Islamisme, een persoonlijke weerlegging”, ga lezen, want het is nogal relevant voor mijn proefschrift, met de thema’s van religie, filosofie en politiek.

Volgens het NRC artikel heeft Laroui een bevlogen pleidooi geschreven voor de islam als een individualistisch en tolerant geloof en tegen het islamisme (het totalitaire fundamentalisme).
Laroui zegt: “De grote denker van de verlichting Voltaire, bepaald geen vriend van religie, heeft gezegd dat hij gecharmeerd was van het rationalisme van de islam. Mohammed verricht geen wonderen, geneest geen leprozen en maakt blinden niet ziend. En zijn boodschap is simpel: er is maar een God en die moet geëerd worden. Je moet je goed gedragen en daarmee basta. Goethe zegt dit: “Als je kijkt naar de kern van de boodschap van de islam, zijn we allemaal moslim.”
Als je constateert dat er een tegenstelling bestaat tussen filosofie en wetenschap enerzijds en de koran anderzijds, dan moet je kiezen voor de filosofie, voor de wetenschap en de rede. Want het is God die je je hersens heeft gegeven. En God kan zichzelf niet tegenspreken. Het boek kun je altijd interpreteren, de wetenschap niet. Om problemen op te lossen moet je je verstand gebruiken.”

Laroui zegt ook dat het debat in Nederland hem heeft geschokt door de onwetendheid van de deelnemers. Veel Marokkanen van de tweede generatie hebben geen enkele studie gevolgd. “Veel jongeren hebben dogmatische denkbeelden, ingeprent door een imam of het internet. Ik denk dat je die jongeren beter bereikt via een leraar die mijn boek uitlegt en in context plaatst. Het biedt veel praktische details om tegengas te geven tegen het fundamentalisme. Mijn boek is gericht tegen het totalitarisme: dat je alle details van het dagelijks leven moet rechtvaardigen met het geloof. Ik vestig daarbij de aandacht op een religie die ik het beste ken. Maar het fundamentalisme van de Bible-belt in de Verenigde Staten of van de ultra-orthodoxe joden is net zo gevaarlijk. Het verschil is dat het in het christen- en jodendom toch om een minderheid gaat. Het fundamentalisme in de islam dreigt een meerderheid te worden.”

Dat denk ik eigenlijk niet, dat het fundamentalisme een meerderheid dreigt te worden binnen de islam, tenminste niet op wereldschaal. Maar de toename van het dogmatisch simplistisch ongenuanceerde onkritische en agressieve denken onder sommige groepen jongeren in Nederland vind ik wel heel zorgwekkend. Ik denk dat in de wereld de overgrote meerderheid van de moslims op een tolerante vreedzame niet fundamentalistische manier gelooft. Ik krijg sterk de indruk dat het voor de meeste mensen puur een persoonlijk geloof is, een gids om goed te leven (ook als ze de gids in de praktijk weinig volgen). Het is een persoonlijk geloof dat zelf nadenken helemaal niet in de weg staat. Een geloof dat totaal niet gericht is op het uitroeien van ongelovigen, gewoon een persoonlijke manier van leven die vanzelfsprekend is en niet dogmatisch of gewelddadig. De groeiende tegenstellingen, polarisatie, de groeiende haat en wantrouwen tegen moslims, het gebrek aan onderscheid tussen islamisten / extremisten en “normale” gematigde moslims, dat werkt radicalisering zeker in de hand, vooral radicalisering van mensen die toch al niet zo genuanceerd waren en niet gewend waren om zelf na te denken, en dus makkelijker beïnvloedbaar zijn.
En dan maakt Wilders zich druk over Albayrak en Aboutaleb, dat zijn nou juist niet de mensen om je zorgen over te maken. Ik kom de laatste tijd veel op ROC’s in Amsterdam en Utrecht, en daar zie ik dingen waar ik me wel zorgen over maak.

Laroui zegt: “De eerste generatie Marokkaanse Berbers die naar Nederland kwam, was grotendeels analfabeet. Hun kinderen hebben meestal maar weinig affiniteit met de Arabische taal. Als ze omstreeks hun zestiende naar een identiteit gaan zoeken, ontstaat er een probleem: een deel van hen vindt die in de islam en blaast dat facet enorm op. Die goedgebekte imams uit het wahabistische kamp overdonderen hen met hun perfecte klassieke Arabisch. Maar omdat ze zelf de bronnen niet kunnen raadplegen, krijgen ze geen duidelijk beeld van islam. Ze maken een denkfout die je aantreft bij alle religies: hoe strenger, hoe dichter bij de waarheid.”

Daar ligt een belangrijke taak denk ik, om met die jongeren te gaan praten en te voorkomen / tegen te gaan dat zij radicaliseren. Het zijn trouwens niet alleen de allochtonen / moslims die radicaliseren, de kant van autochtone niet-moslims radicaliseert net zo goed. Er is een proces van verharding, van segregatie. Het racisme en het wantrouwen neemt toe naar beide kanten toe. Dat is een zeer negatieve ontwikkeling. Allochtonen radicaliseren omdat ze zich in toenemende mate buitengesloten en uitgespuugd voelen door de samenleving. Autochtonen radicaliseren ook, o.a. onder invloed van het populistische simplistische agressieopwekkende geschreeuw van Wilders. Zelf merk ik dat ik er ook naar neig op een bepaalde manier te “radicaliseren”. De discussies op Orkut gaan er heel heftig aan toe, er is een kamp ontstaan van anti-islam, pro-westers, conservatief, rechts, soms neigend naar extreem-rechts, en een kamp van pro-islam, grotendeels oosters, progressief, links, soms neigend naar islamisten / extremisten. Ik bevind mij – vreemd genoeg – in het “kamp” van de oosterlingen. Wanneer de haat je om de oren vliegt, is het moeilijk om zelf rustig en genuanceerd te blijven. Wanneer ik zoveel onrecht zie om mij heen, word ik strijdlustig om mij daartegen te verzetten. Ik weet dat het niet de manier is, dat ik niet dogmatisch en zwart-wit moet gaan denken, dat ik het niet moet zien als een strijd tegen mijn tegenstanders / vijanden, want dat we er in deze geglobaliseerde wereld samen, met z’n allen, uit moeten zien te komen. De strijd is niet tussen links en rechts, oost en west, moslims en niet-moslims, de strijd is tegen het dogmatische totalitaire denken en handelen, van wie dan ook, en tegen het geweld en onderdrukking die daar uit voortkomen. Zelf denken is het allerbelangrijkste wat er is, want dat is de beste bescherming tegen totalitair denken.

3/14/2007

 

Waar rook is is vuur?

Vorige week had ik met vrienden in de kroeg een discussie over de dubbele nationaliteit en de hetze van Wilders. Ik probeerde een bepaald standpunt te verdedigen, maar mijn argumentatie kwam niet goed uit de verf. Wat is dat soms balen dat ik zoveel beter kan schrijven dan praten. Het leek alsof ik mensen censuur wilde opleggen of dat ik misschien bang was om de discussie aan te gaan omdat er iets uit zou kunnen komen wat mij niet bevalt, maar daar gaat het niet om.

Vandaag las ik een column van Anet Bleich in de Volkskrant, en zij zei eigenlijk precies wat ik vorige week had willen zeggen. Dus wil ik haar hier graag citeren.


Maar laat ik eerst nog een poging doen mijn standpunt hier nog eens uit te leggen. In het vriendengroepje zei iemand: “Het probleem in het huidige debat is de toon is waarop Geert Wilders het debat voert, de toon is te agressief. De discussie over de dubbele nationaliteit zou wel gevoerd moeten worden, maar op een rustige precieze genuanceerde manier. Dan komt er misschien uit dat politici met een dubbele nationaliteit een extra eed afleggen, dan kunnen we best een oplossing vinden, maar het geschreeuw van Wilders leidt nergens toe.”
Ik zou nu willen zeggen als reactie: Op zich is het een hele verbetering als de agressieve toon en de hetze wordt weggenomen. Maar ik denk eigenlijk dat de hele discussie niet nodig is. Wilders wil niet dat er moslims in de regering zitten, dat is zijn eigenlijke probleem, volgens mij en vele anderen, gezien de commentaren in kranten van de afgelopen weken (van Scheffer, Elian, Rabbae, De Winter). De dubbele nationaliteit heeft hij er bij gehaald om de kwestie formeel te kunnen aankaarten. Waar rook is, is vuur, zegt het spreekwoord (Anet Bleich refereert hier ook aan). Dus blaast Wilders een heleboel rook de lucht in en zowel voor- als tegenstanders blazen heftig mee in de media en de politiek. Als we al die rook zien dan gaan we denken dat er vuur is, dat er daadwerkelijk een probleem is van loyaliteit in verband met een dubbele nationaliteit. Volgens mij is dat probleem er niet, en is er dus ook geen oplossing en geen discussie nodig.

Om aandacht te besteden aan een probleem dat in feite niet bestaat, is schadelijk voor de samenleving. Het voorstel om politici met een dubbele nationaliteit een extra eed af te laten leggen, maakt dat zij weer als anders worden behandeld. Bij voorbaat worden zij gewantrouwd en daarom moeten ze een extra eed afleggen. Maar dat wantrouwen zou er niet moeten zijn. Er is helemaal reden om Albyarak en Aboutaleb verdenken van dat ze niet loyaal zouden zijn aan Nederland. We zouden uitsluiting en stigmatisering van allochtonen tegen moeten gaan, hoe meer mensen het gevoel hebben erbij te horen, hoe beter het integreren zal gaan. Alleen al door de loyaliteit van Albayrak en Aboutaleb ter discussie te stellen wordt het integratieproces in de Nederlandse samenleving belemmerd. Als er een echt probleem zou zijn dan is daar niets aan te doen, dan moet het besproken worden en gezocht worden naar een oplossing. Maar als het een door Wilders verzonnen probleem betreft, dan kunnen we er wat mij betreft beter zo min mogelijk aandacht aan besteden. Anders hebben we in feite al toegegeven aan Wilders, met zijn rookmachine zonder vuur.

Tot slot is hier de column van Anet Bleich (een beetje ingekort):

Twee weken geleden heb ik er even over gedacht om iets te schrijven over de merkwaardige discussie over dubbele nationaliteit die Wilders zojuist was begonnen. Niet gedaan, want ach, menigeen had er al iets verstandigs over opgemerkt en die aanval op de staatsecretarissen Aboutaleb en Albayrak was zulke evidente onzin, dat het me wat al te veel eer leek. Marginaal, een krampachtige poging om aandacht te trekken, een achterhoedegevecht. Dat had ik dus helemaal fout gezien. Het door Wilders, met de even half- als lafhartige steun van de VVD aangezwengelde ‘debat’ groeide uit tot de hype van de maand. Heel Nederland had het wekenlang over niets anders dan over de prangende vraag of iemand met twee paspoorten wellicht niet helemaal loyaal aan Nederland kon zijn. Hoezo? Zijn we in oorlog? Staat er een op uitbreken? Zijn er aanwijzingen voor spionage? Is het soms zo dat je met een Nederlands paspoort als ‘ferme jongen, stoere knaap’ achter ons vaderland moet staan en dat met twee paspoorten niet kan, omdat je dan op dezelfde onvoorwaardelijke wijze twee volken en twee vaderlanden dienen moet? Wat een volslagen idioot 19de-eeuws idee! Wilders zaait angst en wantrouwen richting Nederlanders-met-een-koppelteken, onder wie collega-politici van wie hij heel goed weet dat die argwaan ongegrond is. Erg is het wel, want beschadigend en, waarde Wilders not done voor iemand die bezweert dat hij niet extreem rechts is. Erg is het speculeren op het principe: waar rook is, is vuur, terwijl je zelf weet dat dat onzin is. Mijn God, Aboutaleb, een dag vóór Wilders begon, vroeg heel Den Haag zich af waarom hij slechts staatssecretaris en geen minister was geworden. Nebahat Albayrak, sociaal-democrate in hart en nieren. Vanwege een paspoort, een document waarvan ik altijd heb gedacht dat je dat nodig hebt om de grens over te komen. Het kan nóg gekker: twijfel zaaien aan de integriteit van Khadija Arib, de moderniteit in eigen persoon, altijd en overal in de weer voor vrouwen- en mensenrechten en voor tolerantie tussen religies. Ja, je zou om die aantijgingen moeten lachen als het niet zo om te huilen was. Maar nog erger is de houding van de o zo fatsoenlijke VVD. ‘Het zou mevrouw Albayrak sieren als ze haar Turkse paspoort opgeeft’, zei Mark Rutte. Twee maanden eerder zei hij: ‘We hebben als VVD niet duidelijk weten te maken dat we vinden dat Nederland geen eiland is, dat we ons niet moeten ingraven achter de dijken.’ Inderdaad, dat is nog niet gelukt, dat gaat zo ook niet lukken, m’n beste. En ik ben bang dat Wilders op één punt gelijk heeft: in zijn omschrijving van Rutte als een man zonder ruggengraat. De VVD zwabbert, de andere partijen hebben zich in de kamer honorabel opgesteld, maar het ontbreekt aan een gezaghebbende stem uit de politiek die duidelijk maakt hoe bespottelijk en schadelijk dit zogenaamde debat is. Net als in de hoogtijdagen van Fortuyn laten politici en journalisten zich meezuigen in een discours dat op zichzelf al vervreemdend werkt. Wel of niet twee paspoorten, wat vindt Pietje? Het kan me absoluut niet schelen wat Pietje ervan vindt. Laten we hiermee ophouden! Waar blijft Balkenende, waar de nieuwe minister van integratie, Ella Vogelaar? ‘Blijf met je poten van onze nieuwe Nederlanders af!’ wil ik ze horen zeggen. We zouden het voortaan toch samen doen?

3/03/2007

 

Conflict en mededogen - revisited

De discussie in het Cyber Filo Café is boeiend en gaat nog steeds voort (zie de twee berichten hieronder). Laat ik nog een keer een tekst hier plaatsen die ik voor de mailinglist heb geschreven...

De manier van denken van Etty Hillesum lijkt soms op boeddhisme, het passieve, rustige, accepterende, mediterende, vriendelijke.
Ik bedacht me dat mijn manier van denken anders is. Ik maak bewust onderscheid tussen goed en slecht en ik oordeel. Etty voelt geen haat of woede voor Hitler en zijn volgelingen. Ze is niet actief in het verzet, ze probeert niet om onder te duiken.
Bij de joodse filosoof Emmanuel Levinas is dat anders. Al in 1933 schreef hij “Enkele beschouwingen over het Hitlerisme”. Hij had een oordeel over rechtvaardigheid, hij wilde onrecht aan de kaak stellen en bestrijden. Dat is ook mijn persoonlijke houding. Hoewel ik wil voorkomen dat haat en verbittering mijn geest binnen dringen, geloof ik niet in een totaal pacifistisch en passief harmoniemodel. Ik weet heel goed dat mijn persoonlijke perspectief gekleurd en subjectief is, niet absoluut. Maar wat ik als rechtvaardig en onrechtvaardig beschouw is voor mij niet willekeurig. De dingen die ik oneerlijk vind, daarvoor wil ik me inzetten om verandering te bewerkstelligen, ook als het botsingen geeft. Ik wil niet alleen maar toeschouwer zijn van mijn leven, ik ben deelnemer.

Ik bedacht me ook dat mijn bereidheid tot mededogen met “de vijand” voor mij toch ook wel afhangt van de welwillendheid die ik aan de andere kant tegenkom. Het is lastig bruggen bouwen als het maar van één kant komt. Een houding van tolerantie, begrip en verzoening werkt het beste als die bereidheid er ook is aan de andere kant, verzoening werkt niet als eenrichtingsverkeer.

Het blijft erg moeilijk om het uit te leggen wat het probleem is van het toelaten van irrationele gedachten. Door overdreven negatieve dingen te denken of te zeggen over mijzelf of een ander, maak ik mijzelf of die persoon dood (figuurlijk), dan behandel ik mijzelf of de ander als een ding in plaats van als een mens. Het aan de kaak stellen van dat probleem is de kern van de filosofie van Levinas. Door te overdrijven, dingen te zeggen die niet kloppen, daarmee gaat het niet meer over de echte ander, maar over een verzonnen beeld, een irrationeel beeld, in mijn eigen hoofd. Daarmee onderdruk ik de ander, totaliseer ik hem. Ik praat over hem in zijn naam. Ik bestempel hem als slecht, waardeloos, ik creëer een beeld van een monster en het beeld van de echte ander die voor mij staat vervang ik dan door mijn verzonnen beeld. Daarna hoef ik met de echte ander geen rekening meer te houden, die kan ik ongemerkt schade berokkenen. Maar daarmee handel ik immoreel.

Racisme is een voorbeeld van zo’n proces van ontmenselijking van de ander. Door een ras / cultuur / geloof als inferieur te beschouwen wordt een uniek individu gereduceerd tot een schakel in een ras / categorie. De echte persoon doet er niet meer toe, die wordt ondergeschikt gemaakt aan zijn soort. Dat kan uiteindelijk leiden tot bijvoorbeeld jodenvervolging, stalinisme, slavernij en Apartheid. Dat is er dus mis met zulke irrationele gedachten, dat de ander erdoor getotaliseerd wordt. En dat begint op een heel kleine schaal, bijvoorbeeld tussen twee mensen, in relaties, met familie, vrienden, op het werk. Dat er gezegd wordt: “zo zie je maar weer dat vrouwen niet kunnen autorijden”, of “daar ben jij te dom voor, dat snap je toch niet”, of “als hij dat een goed boek vindt dan zal het wel heel saai zijn”, “met mensen zoals jij wordt het nooit wat”. Dat klinkt onschuldig en dat is het vaak ook, maar het gaat erom het principe te herkennen, om het op tijd een halt toe te kunnen roepen.

Het gaat me helemaal niet om het beheersen van emoties of het wegstoppen daarvan, juist niet. Natuurlijk is ons handelen voor een groot deel niet rationeel maar bijvoorbeeld gebaseerd op intuïtie, en dat is prima. Het gaat mij dus alleen om het herkennen van irrationele gedachten bij de ander en/of bij mijzelf die onderdrukkend werken, gedachten waarmee een mens als een ding wordt behandeld.

En ik vind het niet zwaar om voor “bewaker” te spelen, na wat oefening gaat het steeds meer bijna vanzelf. Het geeft veel positieve energie om negatieve gedachten te kunnen afweren, om je niet klein te laten maken. Ik heb een jaar op een plek gewerkt waar mijn baas er alles aan deed om mij de grond in te boren. Het was een functie waar ik totaal geen verstand van had of ervaring mee had, ik was aangenomen bij gebrek aan beter omdat er verder geen kandidaten waren. Het was de fout van die organisatie om niet genoeg publiciteit voor de vacature te maken. Als ze niet tevreden zijn met mij, terwijl ik wel mijn uiterste best doe, dan is dat hun probleem. Het is dus geen reden om mij te gaan afzeiken. Meerdere medewerkers werden op die manier behandeld daar, en die hadden er slapeloze nachten van, terwijl ik steeds prima sliep. Dat is een voorbeeld van het voordeel van het tegenhouden van irrationele gedachten.
Het lukt me lang niet altijd op die manier, maar de moeite die het kost om de zaak te bewaken, die is het zeker waard.

This page is powered by Blogger. Isn't yours?