4/24/2010
Dakar
Op Ile de Goree hebben we een nieuw restaurantje ontdekt, het is bij men
Le destin / het lot
4/17/2010
Paashaas
Zoals altijd met dit soort feesten was er gitaar- en trommelmuziek en zoals altijd heb ik gedanst met Doga (het meisje in roze).
Ik had mijn nieuwe boubou aan. Een keer op een avond hadden Yacine, Neymama en ik besloten samen een lap stof van 12 meter te kopen, dus voor ieder 4 meter, in het winkeltje van Yacine. Nu moeten we nog met ons drieen op de foto om onze nieuwe boubou's te showen, als zussen. Ik ben blij met het model dat de gehandicapten gemaakt hebben. Meestal ziet een toubab in boubou er lachwekkend uit, als een mislukte paashaas (zie een oude foto van mijn eerste reis naar Senegal, onderaan deze post, ik ben links achterin, een wit met oranje paashaas). Maar nu is het een aardig portret van mijn alterego: Ami Diouf uit Diofior.
4/09/2010
Herhalende patronen met kleine variaties
Het gaat goed hier in Diofior, het valt me weer op hoe vriendelijk iedereen is. Ik werk iedere ochtend in het gehandicaptencentrum en iedere middag achter de computer. Ik werk in het naai-atelier, ik knoop armbandjes en ik leer het aan de gehandicapten. Er is een doof meisje, Misse, dat heel intelligent is. In een paar dagen tijd heeft ze de meest ingewikkelde patronen leren knopen. Het is een uitdaging om te bedenken hoe ik het haar kan uitleggen zonder te praten, dus met gebaren. Ik leer het ook aan een zwakbegaafde vrouw, Mariama. Zij leert heel langzaam, maar toch gaat het iedere dag iets beter.
Het is vreemd, als ik in Diofior ben dan lijkt de rest van de wereld niet meer te bestaan. Ik leef sterk in het hier en nu. De indrukken en ervaringen die ik hier opdoe zijn intens. Als ik in Nederland ben dan lees ik altijd graag de krant iedere morgen, om te weten wat er in de rest van de wereld gebeurt. En dan neem ik me altijd voor om in Senegal via internet ook het nieuws te blijven volgen. Maar als ik eenmaal in Senegal ben dan kan ik me daar niet toe zetten.
Het lijkt of ik in een grote luchtbel leef en alsof er niets is buiten die luchtbel. Hier zijn de kleuren en geuren fel, buiten de luchtbel is alles voor mij zwart-wit. Als ik hier ben mis ik niets en niemand. Ondanks de armoede en de problemen is het hier een klein paradijs voor mij. Iedere dag is bijna hetzelfde als gisteren, met kleine variaties, zoals de patronen die ik in de armbandjes knoop en zoals de Sérère muziek met zang in de vorm van vraag en antwoord die eindeloos doorgaan, ook met kleine variaties.
Ik sta op om 8.00 uur, ik neem een douche en ik ga ontbijten bij Mere Awa, ik eet een broodje Niebe (bonen), en drink een kopje café Touba (koffie met veel suiker en kruiden). De smid, de metselaar (Idi) en de verkoper van ijzerwaren zijn meestal ook aan het ontbijten bij Mere Awa als ik daar kom. Dan loop ik naar het gehandicaptencentrum en gaan we armbandjes knopen of zeep maken. Ondertussen wordt er Senegalese thee gedronken. Iedere maandagochtend is er een vergadering met het “comité de gestion”, het bestuur van het gehandicaptencentrum. Dan kijken we hoe het gaat met de verschillende ateliers en hoe we verdergaan. Om 13.00 uur komt de paardenkar die de gehandicapten – en mij – naar huis brengt om te lunchen. Voor de lunch ga ik nog even verder met subsidieaanvragen en ander werk op de computer. Ongeveer om 14.30 ga ik lunchen in het restaurant van Yacine. Vaak staat er Thieboudienne op het menu, rijst met vis. Yacine is erg aardig, met haar dochters, het is gezellig in haar restaurant. Meestal staat de televisie aan. Om 19.00 is de televisieserie Marina, een soort Goede tijden slechte tijden. 's Middags werk ik soms op de computer, of ik ga weer naar het gehandicaptencentrum. De gehandicapten werken van 16.00 tot 19.00. Ongeveer om 20.30 uur ga ik weer eten bij Yacine. Ik eet een broodje kip en ik drink café Touba. Er zijn ook vaak vrienden van Yacine. We zitten buiten op het erf. Ik krijg Sérèreles. Meestal is Moussa, de bewaker van Bondiki hostel, er ook. Dit is het fijnste tijdstip van de dag. Het is lekker koel. Soms speelt er iemand gitaar. Het is gezellig om buiten te zitten en te kletsen. Ongeveer om 23.00 uur ga ik naar bed. En om 8.00 uur de volgende dag gaat de wekker weer. Het patroon herhaalt zich, met iedere dag kleine variaties. Er is geen stress en we zijn samen:)
4/05/2010
We hebben de tijd hier :)
En gisteravond ging heel Diofior uit z'n dak, want een Sérère worstelaar uit Joal (een plaats in de buurt van Diofior) is nationaal kampioen geworden. Het is mooi om te zien hoe uitzinnig blij iedereen was. Er was zelfs vuurwerk. De toeterende brommers en juichende jongeren op straat doen me denken aan blije Turken in Nederland, als Turkije heeft gewonnen met voetbal. Voor mensen in Diofior is het haast belangrijker om Sérère te zijn dan om Senegalees te zijn.
Ik vind het fijn om weer in Diofior te zijn, de mensen zijn zo vriendelijk en het leven is gemoedelijk.