5/24/2010
Met de bus in Senegal
Vorige week zat ik in de "horraire" naar Diofior, een grote bus die iedere middag van Dakar direct naar Diofior rijdt. Ik had net gehoord dat de "apprenti", Diegane, de leerling die steeds de bus laat stoppen en weer vertrekken en die het geld int, dat hij een zoon is van Ndigue Kaling, de voorzitter van het gehandicaptencentrum. Hij zat bij mijn rugzak en hij pakte achteloos mijn fles met water eruit en nam een paar slokken. "Doe je dat altijd zo?" vroeg ik. "Ja", zei hij. "Maar dat is MIJN water", zei ik. "Oh sorry, is het niet goed?" vroeg hij. Een mevrouw achter ons wilde me meteen een glaasje van haar water aanbieden ter compensatie, maar ik zei dat het niet hoefde (of misschien wilde ze het aan Diegane aanbieden). Ik had automatsich als Hollander gereageerd, niet omdat het niet goed was wat Diegane deed, maar alleen omdat ik zo verbaasd was. Het was goedkoop water uit een put, dus een paar slokjes kost mij niets, en ik ben ook al gewend om eten en alles met iedereen te delen (van hetzelfde grote bord te eten). Mijn maag kan wel wat hebben inmiddels. Dus hij mag gerust een paar slokken water als hij dorst heeft. Ik was alleen verbaasd over de vanzelfsprekendheid waarmee hij het deed. "Ik heb de volgende keer liever dat je het me eerst vraagt, dat is alles", zei ik. Daarna bedacht ik me dat het een goed teken is dat hij dat zo deed, want het betekent dat hij mij hetzelfde behandelent als de anderen, niet als Toubab (witte), bij wie hij dat normaal nooit zo zou doen.
Het is een hele ervaring om met het openbaar vervoer te reizen in Senegal. Stel je voor dat je voorin de drukke snelbus naar de Uithof in Utrecht zit, bijvoorbeeld de studentenbus, lijn 12. Je moet betalen aan de geldinner achterin de bus maar er is geen ruimte om naar achteren te lopen. Stel je voor dat je dan gewoon je geld doorgeeft aan degenen achter je, en erbij zegt bij welke halte je uitstapt. Iedereen geeft dat keurig aan elkaar door tot het uiteindelijk bij de apprenti aankomt. Niemand haalt het in zijn of haar hoofd dat geld in eigen zak te steken want dan wordt hij meteen besprongen door iedereen die om die persoon heen zit. Hij kan dan zeker niet meer rustig in de bus zitten, en hij kan bovendien geen kant op om te vluchten :)
En hier zijn een paar van mijn foto's op Facebook.
Het is een hele ervaring om met het openbaar vervoer te reizen in Senegal. Stel je voor dat je voorin de drukke snelbus naar de Uithof in Utrecht zit, bijvoorbeeld de studentenbus, lijn 12. Je moet betalen aan de geldinner achterin de bus maar er is geen ruimte om naar achteren te lopen. Stel je voor dat je dan gewoon je geld doorgeeft aan degenen achter je, en erbij zegt bij welke halte je uitstapt. Iedereen geeft dat keurig aan elkaar door tot het uiteindelijk bij de apprenti aankomt. Niemand haalt het in zijn of haar hoofd dat geld in eigen zak te steken want dan wordt hij meteen besprongen door iedereen die om die persoon heen zit. Hij kan dan zeker niet meer rustig in de bus zitten, en hij kan bovendien geen kant op om te vluchten :)
En hier zijn een paar van mijn foto's op Facebook.
5/17/2010
TIA - This is Africa
De eerste keer dat ik in Diofior kwam is vijf jaar geleden. Ik heb de afgelopen vijf jaar veel geleerd over de cultuur, sociale verhoudingen, gebruiken en omgangsvormen in Diofior. Maar ik kom nog steeds af en toe voor verrassingen te staan. Dus voorlopig ben ik nog niet uitgeleerd. De Serere gemeenschap van Diofior is hecht en de familiebanden zijn sterk, dat wil zeggen met de hele extended family, inclusief de familie van een tweede of derde vrouw, neven en nichten, overgrootouders etc. De familie gaat voor alles. Mensen zijn arm en het leven is zwaar. Je kunt zomaar ziek worden of de oogst kan mislukken. Als je zelf geen geld hebt om je problemen op te lossen dan ben je aangewezen op je familie. Je zult dus nooit kwaad spreken over een familielid en als je weet dat iemand iets slechts heeft gedaan dan zwijg je daarover als het graf. Want je bent afhankelijk van je familie, je weet nooit wanneer je hen nog eens nodig hebt. Als je kwaad spreekt over hen en je familie komt erachter - wat altijd gebeurt want iedereen vertelt alles aan elkaar door, tijdens de uren van de dag dat mensen onder een boom zitten, thee drinken en niets te doen hebben - dan kun je hulp van hen de volgende keer wel vergeten.
Mensen die niet geboren en getogen zijn in Diofior worden als vreemdelingen / buitenlanders beschouwd. Dit is een bizar idee voor mij. De leraar die de gehandicapten leert sap, siroop en jam te maken, en zeep en batiken, die is niet geboren in Diofior. Maar hij komt uit hetzelfde gebied, alleen een ander dorp, hij is Serere en hij spreekt dus de taal vloeiend en hij kent de cultuur door en door. Maar hij heeft geen familie in Diofior (behalve zijn vrouw die ook niet uit Diofior komt en zijn kinderen). Mensen kunnen dus rustig kwaad van hem spreken, zonder gevaar van verstoring van de familierelaties. Ze kunnen hem ook rustig een oor aan naaien, je hebt dan niet meteen ruzie met de hele familie. Daarom geldt voor deze leraar, mijnheer Dione, dat hij zich vreemdeling voelt zich in Diofior, bijna net zoals ik een vreemdeling ben in Diofior.
Voor mijnheer Dione en mij is het heel moeilijk om achter de waarheid te komen in Diofior. Als ik vijf mensen vraag wat er gisteren is gebeurd (als ik ergens niet bij was), dan krijg ik vijf verschillende verhalen te horen, tenminste als er iets naars gebeurd is gisteren, waar iemand verantwoordelijk voor is, en ik weet niet wie. Stel dat Pietje, of laten we in dit geval zeggen Babacar, iets slechts heeft gedaan. Ik weet niet precies wie er allemaal familie zijn van Babacar. Maar de hele familie van Babacar zal hem beschermen, zij zullen mij nooit vertellen dat Babacar het gedaan heeft, zij zullen iemand anders aanwijzen. Onder de mensen die geen familie van Babacar zijn zijn er misschien een paar die zeggen dat Babacar het heeft gedaan. Maar tussen alle verschillende variaties die ik hoor over het gebeurde, kan ik nooit weten wat waar is en wat niet.
Het wil niet zeggen dat de mensen die liegen onaardig zijn of in het algemeen onbetrouwbaar zijn. Ik kan inmiddels wel een beetje inschatten welke mensen te vertrouwen zijn en wie niet, ik weet een beetje op welke tekenen ik moet letten. Mijn beste vrienden die verder volledig te vertrouwen zijn kunnen soms toch tegen mij liegen. Als ze moeten kiezen tussen hun familie of een Toubab dan kiezen ze onvoorwaardelijk en automatisch voor hun familie.
Het is interessant om de processen in de dorpsgemeenschap te aanschouwen - want naarmate ik meer integreer in de gemeenschap krijg ik meer te zien - en te leren hoe ik er het beste mee om kan gaan.
Mensen die niet geboren en getogen zijn in Diofior worden als vreemdelingen / buitenlanders beschouwd. Dit is een bizar idee voor mij. De leraar die de gehandicapten leert sap, siroop en jam te maken, en zeep en batiken, die is niet geboren in Diofior. Maar hij komt uit hetzelfde gebied, alleen een ander dorp, hij is Serere en hij spreekt dus de taal vloeiend en hij kent de cultuur door en door. Maar hij heeft geen familie in Diofior (behalve zijn vrouw die ook niet uit Diofior komt en zijn kinderen). Mensen kunnen dus rustig kwaad van hem spreken, zonder gevaar van verstoring van de familierelaties. Ze kunnen hem ook rustig een oor aan naaien, je hebt dan niet meteen ruzie met de hele familie. Daarom geldt voor deze leraar, mijnheer Dione, dat hij zich vreemdeling voelt zich in Diofior, bijna net zoals ik een vreemdeling ben in Diofior.
Voor mijnheer Dione en mij is het heel moeilijk om achter de waarheid te komen in Diofior. Als ik vijf mensen vraag wat er gisteren is gebeurd (als ik ergens niet bij was), dan krijg ik vijf verschillende verhalen te horen, tenminste als er iets naars gebeurd is gisteren, waar iemand verantwoordelijk voor is, en ik weet niet wie. Stel dat Pietje, of laten we in dit geval zeggen Babacar, iets slechts heeft gedaan. Ik weet niet precies wie er allemaal familie zijn van Babacar. Maar de hele familie van Babacar zal hem beschermen, zij zullen mij nooit vertellen dat Babacar het gedaan heeft, zij zullen iemand anders aanwijzen. Onder de mensen die geen familie van Babacar zijn zijn er misschien een paar die zeggen dat Babacar het heeft gedaan. Maar tussen alle verschillende variaties die ik hoor over het gebeurde, kan ik nooit weten wat waar is en wat niet.
Het wil niet zeggen dat de mensen die liegen onaardig zijn of in het algemeen onbetrouwbaar zijn. Ik kan inmiddels wel een beetje inschatten welke mensen te vertrouwen zijn en wie niet, ik weet een beetje op welke tekenen ik moet letten. Mijn beste vrienden die verder volledig te vertrouwen zijn kunnen soms toch tegen mij liegen. Als ze moeten kiezen tussen hun familie of een Toubab dan kiezen ze onvoorwaardelijk en automatisch voor hun familie.
Het is interessant om de processen in de dorpsgemeenschap te aanschouwen - want naarmate ik meer integreer in de gemeenschap krijg ik meer te zien - en te leren hoe ik er het beste mee om kan gaan.
5/07/2010
Update gehandicaptencentrum
We zijn druk aan het werk met de gehandicapten in het centrum. We willen veel producten maken om te verkopen aan de Franse toeristen die over een week komen naar Bondiki hostel en we gaan ook jam en siroop verkopen in Somone, een paar hotels en winkels willen graag lokaal gemaakte jam en siroop verkopen.
Koninginnedag bij de ambassade in Dakar :)
5/05/2010
Het hart van de aap (een verhaal dat Amadou vertelde)
Er was eens een moeder krokodil die heel ziek was. Ze zei tegen haar zoon: "Ik moet zo snel mogelijk een apenhart eten om beter te worden, kun jij een aap doden en het hart voor mij meenemen? De jonge krokodil ging op pad. Hij ging naar de rivier waar alle dieren naartoe gaan om te drinken. Maar er waren geen apen bij de rivier, er was alleen een aap in de boom. "Wat een grote kokosnoten hangen er in deze palmboom!" zei de aap tegen de krokodil. De Krokodil antwoordde: "Dan moet je aan de andere kant van de rivier gaan kijken, daar zijn bomen met nog grotere kokosnoten." "Maar hoe kom ik aan de overkant", vroeg de aap, "ik kan niet zwemmen." "Klim maar op mijn rug", zei de krokodil, dan breng ik je wel. De aap springt uit de boom en klimt op de rug van de krokodil. Als de krokodil naar het midden van de rivier is gezwommen, duikt hij plotseling onder water, waardoor de aap van zijn rug valt. "Wat doe je nu?" vraagt de aap verschrikt. De krokodil legt uit dat zijn moeder ziek is en dat hij een apenhart nodig heeft om haar weer beter te maken. "Had dat me nou even eerder gezegd", zei de aap, "dan had ik mijn hart meegenomen. Nu heb ik het in de boom achtergelaten." "Oei, wat nu", vroeg de krokodil. De aap zei dat de krokodil hem maar terug moest brengen naar de boom dan kon hij zijn hart ophalen. Dus dat deed de krokodil. Terug in de boom zegt de aap: "Ha ha, ik kom mooi niet meer naar beneden. En ik had mijn hart al die tijd bij me, je denkt toch niet dat ik dat in de boom achterlaat."