3/03/2006

 

Welke kloof?

Van 4 tot 18 maart organiseer ik met Communicado een Xplore project in Senegal om in een dorp een computercentrum op te zetten. Met 9 jongeren van 16 tot 30 jaar gaan we het dorp in om de behoeftes van de lokale bevolking in kaart te brengen en de mogelijkheden te onderzoeken voor het opzetten van een rendabel en duurzaam computercentrum. De komende twee weken zal het dus van mijn kant stil zijn hier...

Als uitzwaaier post ik vandaag een discussie met een socioloog, Wesley van de Berg, die is voortgekomen uit een artikel dat ik voor de weblog van Anja Meulenbelt had geschreven. Het gaat over de vraag over welke kloof er bruggen gebouwd moeten worden en of we naar sommige groepen toe niet te toeschietelijk moeten zijn met het bouwen van bruggen.

Eerst het artikel voor Anja's blog (n.a.v. mijn onderstaande post over het spotvrij debat):

Gezocht: bruggenbouwers - Esther Langen

De kwestie van de Deense cartoons heeft veel losgemaakt in Nederland, en ook in de rest van de wereld. De manier waarop deze kwestie geëscaleerd is maakt dat een aantal mechanismen die aan fenomenen zoals racisme ten grondslag liggen, meer zichtbaar zijn geworden. Sommige mensen – waaronder Paul Scheffer – denken dat deze toegenomen uitgesprokenheid en de meer openlijke botsingen een positieve ontwikkeling zijn, waardoor we al botsend veranderingen in gang kunnen zetten. Ik denk echter dat de huidige ontwikkelingen eerder zorgwekkend zijn dan hoopgevend. De verhoudingen zijn zich aan het verharden, er is een vicieuze cirkel ontstaan van woede en wrok over wat de ene groep de andere groep heeft aangedaan en vice versa, een negatieve spiraal van groeiende haat aan beide kanten. Wanneer er een openlijk debat, een constructieve dialoog wordt gevoerd is dat natuurlijk juist heel goed, maar in de praktijk is er daarvan vaak geen sprake. Groeiende haat is geen goede basis voor een constructieve dialoog. Haat maakt blind, het maakt dat mensen door hun emoties overmeesterd worden en niet meer rustig, rationeel, feitelijk en zorgvuldig naar de materie kijken. De groep op wie de woede is gericht wordt als geheel zwart gemaakt, met sterke negatieve vooroordelen, stereotype beelden, generalisaties en overdrijvingen. Het allerbelangrijkste in het tegengaan van racisme is dat we onze medemens, wie het ook is, altijd volledig als mens blijven beschouwen – en daarmee als mens gelijk aan ons, niet als een duivel of monster. De werkelijkheid is gecompliceerd, goed en kwaad is niet zwart-wit zoals in een matige B-film waarin de boeven en de helden duidelijk herkenbaar zijn, het is een palet van allerlei kleurnuances. Om de menselijkheid niet uit het oog te verliezen is het nodig oog te hebben voor al die verschillende kleurnuances.

De sociaal-psycholoog Michiel Vliek geeft een heldere beschrijving van hoe zo’n proces van ontmenselijking in zijn werk gaat:
Mensen leven in een complexe wereld. Om grip te krijgen op de grote hoeveelheid indrukken die er op hen afkomen, proberen zij de wereld begrijpelijker te maken door hem te versimpelen. Mensen willen vooral graag het gedrag van de mensen om hen heen kunnen voorspellen en daarvoor proberen ze de mensen in hun omgeving te vatten in modellen, in te delen in categorieën. Maar deze versimpelde modellen vertekenen de werkelijkheid, mensen worden gereduceerd tot categorieën waar zij niet (volledig) in passen. Gedrag en houdingen van mensen worden toegeschreven aan de eigenschappen van de groep / categorie waarin wij hen hebben ingedeeld, niet aan de omstandigheden waarin het gedrag plaatsvindt of de persoonlijke eigenschappen van het desbetreffende individu. Mensen beginnen in “wij” en “zij” te denken, het “wij” van onze in-group die goed is en het “zij” van de buitenstaanders, de out-group die wij als slecht bestempelen (beschrijving onderscheid ingroup – outgroup is afkomstig uit “Stereotypen en vooroordelen: mogelijkheden tot verandering” van Margot Conté). Individuen worden gereduceerd tot groepsleden, een groep wordt in zijn geheel als goed of slecht beoordeeld. Mensen hebben in gedachten een abstract en onveranderlijk beeld gevormd van hun eigen groep en van de andere groep. De beoordeling van individueel gedrag is afhankelijk van de groep waar het individu toe behoord. Daarbij vindt er een vertekening plaats in de interpretatie van dat gedrag.

Een voorbeeld van deze vertekening in de interpretatie van gedrag afkomstig uit de in-group en de out-group:
· Positief gedrag van de in-group wordt toegeschreven aan de eigenschappen van die groep (ons gedrag is goed want wij zijn goede mensen).
· Negatief van de in-group wordt toegeschreven aan externe factoren waar de groep geen invloed op uit kan oefenen (het ging slecht maar wij konden daar niets aan doen, het lag aan de omstandigheden).
· Positief gedrag van de out-group wordt toegeschreven aan toevallige omstandigheden.
· Negatief gedrag wordt toegeschreven aan negatieve kenmerken van de groep.

Het wij-zij denken is een zwart-wit denken, wij zijn helemaal goed en zij zijn helemaal slecht. Dit wij-zij denken leidt tot groeiende polarisatie, een toename in de vooroordelen, stereotype beelden en discriminatie. Het gedrag van enkele extremisten wordt bijvoorbeeld gegeneraliseerd alsof alle moslims extremisten zijn. Wanneer we dit proces van polarisatie willen tegengaan, zullen we deze op haat gebaseerde generalisaties en simplificaties een halt moeten toeroepen en moeten we proberen met meer respect met elkaar om te gaan.
Mensen vertonen volgens Michiel Vliek vaak imitatiegedrag, zij doen elkaar na. Dit doen zij vooral wanneer zij zich met elkaar identificeren, wanneer zij zichzelf als hetzelfde beschouwen. Bijvoorbeeld tussen moslims en niet-moslims geldt dat wanneer er een sterk wij-zij denken is tussen deze groepen, dat voor beide groepen geldt dat mensen zich terugtrekken in hun “eigen groep”, dus dat gematigde moslims meer naar radicale moslims toetrekken en gematigde niet-moslims meer naar radicale niet-moslims. Daarmee neemt het vijandsdenken en de radicalisering in beide groepen toe en raken zij verder van elkaar verwijderd. Terwijl het – om de ontmenselijking tegen te gaan – juist nodig is dat de gematigden in beide groepen de banden met elkaar aanhalen. We moeten bruggen bouwen naar elkaar toe, geen muren opwerpen.

In deze tijd denk ik dat wat dat betreft juist van de autochtone kant een flinke inspanning nodig is. Vanuit de politiek en de samenleving wordt er voortdurend gehamerd op integratie, er zijn genoeg inburgeringscursussen en maatregelen om te stimuleren dat allochtonen zich de Nederlandse cultuur zo snel mogelijk eigen maken (niet dat die maatregelen altijd succesvol zijn). Aan het stimuleren van toenadering van allochtonen naar de Nederlandse samenleving toe en aan het tegengaan van radicalisering binnen deze groep wordt dus veel aandacht besteed. Maar aan de noodzaak van bruggen bouwen aan de kant van autochtonen wordt volgens mij op dit moment te weinig aandacht besteed. Een paar weken geleden zei Piet de Rooy in een artikel in de Volkskrant: “De grote vraag voor multicultureel Nederland is: Willen de migranten echt bij de samenleving horen? En: welke prijs wil die samenleving daarvoor betalen?” Om alleen deze vragen te stellen is volgens mij echter niet genoeg. De belangrijkste vraag is naar mijn mening: Welke inspanningen zijn autochtonen bereid te leveren in hun bijdrage aan het bruggen bouwen? Realiseren wij ons überhaupt dat er ook een inspanning noodzakelijk is van onze kant? De dominante cultuur in de Nederlandse samenleving blijft voorlopig de Nederlandse cultuur, maar dit betekent niet dat we in een pluriforme samenleving geen rekening hoeven te houden met andere culturen. Als mensen die cultureel sterk van elkaar verschillen op een goede manier met elkaar samen willen leven dan hebben zij daarvoor interculturele vaardigheden nodig. Vaardigheden op het gebied van communicatie – geduld, goed luisteren, empathie tonen, je verplaatsen in de ander – en in het algemeen een bewustzijn van dat er moeite gedaan moet worden om op een respectvolle open menselijke manier in contact te treden met andere culturen. Aan die vaardigheden ontbreekt het nog al eens in de Nederlandse samenleving…

>Geachte Esther Langen,
>
>Met veel belangstelling heb ik uw artikel "Gezocht: Bruggenbouwers"
>gelezen op Anja Meulenbelts weblog.
>
>Ik ben het geheel met u eens dat er bruggen gebouwd moeten worden.
>Maar daaraan vooraf gaat de vraag over welke kloof we het hebben.
>Daarom stuur ik u mijn artikel: "De democratische rechtsstaat is
>belangrijk, de islam niet". Ik verdedig daarin de opinie dat
>alvorens moslims belangrijk te maken, de vraag beantwoord moet
>worden "welke moslims en belangrijk in welk opzicht"?"
>
>Mijn artikel is ook te lezen op het weblog van de Nederlandse moslim
>Hendrik Jan Bakker: http://mysubmission.web-log.nl/log/4293713.
>
>Een bewerking van mijn artikel is verschenen in het NRC.
>
>Graag hoor ik uw reactie.
>
>Met vriendelijke groet,
>drs. Wesley van de Berg
>socioloog


De democratische rechtsstaat is belangrijk, de islam niet - Wesley van de Berg

Terecht stelt Robbert Woltering dat politici zich bezig moeten houden met moslims in plaats van met de Ware Islam. ("Moslims zijn belangrijk, de islam niet"; Forum, 2 december); in seculier Nederland geldt immers scheiding van kerk en staat.
Maar laten we met betrekking tot moslims eens andere ‘irritante gegevens’ noemen dan Woltering doet, historische en actuele gegevens die hij als professioneel Arabist natuurlijk kent maar vreemd genoeg niet vermeldt. Ten eerste, moslims – ‘soennieten of sjiieten’ is beter, we moeten moslims niet over één kam scheren want er zijn meer dan deze twee denotaties - vormden telkens een bestaande orde om in een orde met antidemocratische en antirechtstatelijke signatuur waarin schriftgeleerden met hun koranuitleg een dominante rol spelen. Ten tweede, moslims hebben door de schriftgeleerden de wetenschappelijke ontwikkeling na een korte bloeiperiode doen stagneren. Ten derde, moslims ontwikkelden vooralsnog geen democratische rechtsstaat: ze accepteren schriftgeleerden die ondemocratische machthebbers steunen.

Met instemming van Woltering: wat voor de politiek belangrijk is, is wat moslims voor antwoorden geven. Wat de schriftgeleerden voor antwoord geven dus. Die roepen immers moslims op hen te volgen, en moslims geven daar gehoor aan: een wederzijdse legitimatie.
Eeuwenlang heeft de koranuitleg van schriftgeleerden zijn werk gedaan in de moslimgemeenschap, via imams in moskeeën, in koranlessen en het onderwijs (“islamitisch onderwijs”!). Zo is die uitleg gestold geraakt in denken en gedrag van moslims; generatie op generatie. Alle reden dus te weten wat de koranuitleg van schriftgeleerden is. Niet om te weten wat ze over godsdienstige zaken zeggen – wij scheiden kerk en staat – maar wat ze over wetgeving betreffende maatschappelijke en politieke zaken zeggen – zij scheiden kerk en staat niet. Schriftgeleerden vragen altijd “Wilt u zich laten leiden door de wetten van God of door die van mensen?”.

De schriftgeleerden hebben hun wetgeving ondergebracht in elkaar erkennende wetscholen en om vast te stellen dat die wetgeving antidemocratisch en antirechtstatelijk is, hoef je geen professioneel Arabist te zijn; de kenmerken zijn onvrije verkiezingen en wetsongelijkheid. In juli dit jaar werd in Amman, in het bijzijn van de Jordaanse koning Abdullah II een verklaring gegeven door tientallen internationale topschriftgeleerden waarin die wetgeving werd herbevestigd. Die verklaring was getiteld: "De Ware Islam en de moderne samenleving" - het staat er echt "De Ware Islam": die bestaat dus! Er werd in gezegd dat je moslim bent als je aanhanger bent van een van de wetscholen, en dat je dan onmogelijk een afvallige genoemd kan worden, en bovendien “diens bloed is heilig”. Ja, ze schenken klare wijn: is iemand anders bloed dan niet heilig?

De schriftgeleerden verbieden ook al eeuwenlang de vrije koraninterpretatie. Dat weet ook Eurabia, de kritische studentenvereniging van Arabische studenten in Rotterdam: ,,Het probleem is dat de moslimwereld omstreeks 1200 beslist heeft de poorten van de idjtihad, de interpretatie, te sluiten”. Vanaf 1200! Als dat geen verklarende kracht heeft voor de eeuwenlange stagnatie in de moslimwereld. Dat verbod werd ook in Amman herbevestigd: “Niemand mag nieuwe interpretaties brengen en een nieuwe wetschool oprichten”. Veel liberale geleerden hebben er ernstig onder geleden, recent nog: Mohammed Taha en volgelingen uitgemoord, Nasr Abu Zaid gevlucht, Fazlur Rahman gevlucht.

Met welke moslims heeft Nederland te maken? Het aanhangen van de wetsscholen is nauwelijks vast te stellen, omdat die, zolang moslims een betrekkelijk kleine minderheid vormen, het accepteren van de wetten van het verblijfsland voorschrijven. Aan hoofddoekdracht en eerwraak is het wel te merken. Een kleine minderheid is het vooralsnog, maar dat kan binnen afzienbare termijn veranderen - 1 op 20 Nederlanders is moslim (soenniet of sjiiet dus), echter 2 op de 20 borelingen is moslim.
Veel moslims zeggen niet-praktiserend of gematigd te zijn, maar dat is nog niet afvallig aan de schriftgeleerden. De cruciale vraag is dus aan wie zij loyaal zijn als moslims getalsmatig een aanzienlijke machtsfactor vormen en de schriftgeleerden zich via de imams roeren en als de minder gematigden druk uitoefenen? Aan de koranuitleg van schriftgeleerden, of aan de democratische rechtsstaat? Daarbij komt dat zij zich, zoals eenieder, emotioneel gebonden voelen aan traditie, cultuur, familie en vrienden. Ook betekent niet aanhangen van de wetscholen dus afvalligheid. En wat heeft de profeet gezegd over een afvallige die de moslimgemeenschap verdeelt, en hebben de schriftgeleerden dat niet overgenomen? En minder gematigden voeren het uit. De islamitische kerk is nog niet door een Lutheriaanse periode gegaan.

De politiek moet integratie van moslims bevorderen door een veel beter minderhedenbeleid, is de oproep van Woltering. Maar wat betekent integratie zonder loyaliteit aan de democratische rechtsstaat, met aangepast gedrag uit plichtmatig “respect” voor de (grond)wet? Een moslim moet allereerst geplaatst worden voor een principiële keus vóór de democratische rechtstaat .


Over welke kloof hebben we het?
- Esther Langen

Veel landen met een grotendeels Islamitische bevolking hebben inderdaad geen democratische rechtstaat. Dit geldt echter niet voor alle landen, voor Senegal geldt bijvoorbeeld dat 94% van de bevolking moslim is maar dat het een goed functionerende democratische rechtstaat betreft. En zo zijn er meer voorbeelden te noemen in West-Afrika.

Volgens u vormden moslims telkens een bestaande orde om in een antidemocratische en antirechtsstatelijke signatuur. Maar gelooft u echt dat dat met instemming van de regering en het volk in Nederland kan gebeuren? Zover zal men het nooit laten komen. Zelfs als de moslims de meerderheid van de Nederlandse bevolking zijn gaan vormen zal de regering er alles aan doen om te voorkomen dat moslims de macht kunnen overnemen (wellicht zelfs d.m.v. ondemocratische en ongrondwettelijke maatregelen). Het cultuurverschil tussen oosterse moslims en westerse atheïsten is groot. Ik denk dat het vooral gaat om culturele verschillen tussen oost en west (die zijn niet noodzakelijk religieus maar hebben dus meer te maken met verschillen tussen Arabische en Europese culturen) en om het verschil tussen een binnen-religieus en een buiten-religieus perspectief. Lees Hofstede er maar op na voor algemene verschillen tussen Nederland en bijvoorbeeld Pakistan:
Nederlanders schoppen graag overal tegenaan, ze klagen graag en zeggen recht voor hun raap wat ze denken. Op andere culturen komt dat vaak heel lomp over. Kritiek hebben kan wel, maar alleen op een respectvolle omslachtige manier. Omdat Nederlanders zelf graag schoppen zijn ze er ook redelijk aangewend om door anderen geschopt te worden.

Dus de Nederlandse samenleving is een ontkerkelijkte samenleving met het poldermodel, waarin mondige burgers op gelijke voet met elkaar in onderhandeling gaan. Dit is een ander model dan dat van de meeste moslims in Nederland, dat is duidelijk. Voor een atheïstische Nederlander lijkt dat een vreselijk idee, dat er sinds 1200 geen nieuwe Koraninterpretaties meer worden toegestaan. Maar een moslim snapt niet waar de atheïst zich druk over maakt, de Koran is immers het woord van God (Allah) en dat is eeuwig en onveranderlijk, dus dat hoeft niet anders geïnterpreteerd te worden wanneer de tijden veranderen. En tegelijkertijd wordt de Koran voortdurend op verschillende manieren geïnterpreteerd, Mohammed B. leest het boek bijvoorbeeld duidelijk anders dan een gemiddelde gematigde Senegalese moslim. Fundamentalisten kunnen wel zeggen dat het niet is toegestaan voor een eigen interpretatie te kiezen, maar verschillen in interpretaties zijn er hoe dan ook.

Ik betwijfel of de gemiddelde moslim sterk beïnvloed is door schriftgeleerden. Ik denk dat de meeste moslims weinig contact zoeken met schriftgeleerden en gewoon in het dagelijks leven hun geloof beoefenen.

De vraag met welke moslims Nederland te maken heeft is zeker relevant en het zou goed zijn om daar nog eens uitgebreid onderzoek naar te doen (voor zover dat nog niet gebeurd is). Het is bekend dat de gewelddadige extremisten slechts een heel klein onderdeel van de totale moslimpopulatie vormen en ik denk dat dat niet snel zal veranderen, tenzij de polarisatie de komende tijd sterk verder zal toenemen.

Of er een Lutheriaanse periode nodig is binnen de Islam is maar helemaal de vraag. Kritiek en verzet, bijvoorbeeld gericht op vrouwenemancipatie, bestaat er zeker wel. Om de hele Islam te veranderen en alle extremisten te bekeren tot gematigden, dat zal niet lukken. Ik denk wel dat de Islam in Europa een ontwikkeling zal doormaken richting modernisering, maar dat proces zal niet op dezelfde manier verlopen als bij het christelijke geloof, omdat dat een ander geloof / een andere cultuur is en omdat we in een andere tijd leven nu.

De moslim moet niet geplaatst worden voor een principiële keus voor de democratische rechtsstaat. Die staatsvorm is een gegeven in Nederland en moet door alle burgers die in Nederland wonen worden geaccepteerd, wat dat betreft valt er niets te kiezen (alleen met verkiezingen).

Het is zeker nuttig om feiten te verzamelen en onze ogen niet te sluiten voor `irritante gegevens´. Maar aan de andere kant denk ik dat uw artikel eigenlijk los staat van het mijne. De plicht die autochtonen hebben om hun deel van de brug te bouwen, staat los van de vraag in hoeverre de allochtonen aan hun bruggenbouw verplichtingen voldoen. Het heeft geen zin om vingerwijzend `ja maar zij werken ook niet mee´ te zeggen.

***

Beste Esther Langen,

Bedankt voor je uitgebreide reactie. Ik denk dat we goeddeels langs elkaar heen praten. Kan gebeuren. Ik zal eens kijken of ik uitgebreider zal reageren.

Vooralsnog kort deze reactie.

Ik denk dat het onzinnig is om een kloof te willen dichten als de kloof een principiële is: tussen de democratisch rechtsstatelijke overtuiging "wetsgelijkheid en vrije verkiezingen' en de eeuwenoude soennitische overtuiging "wetsongelijkheid en onvrije verkiezingen". Een moslim die de democratische rechtsstaat ziet zitten, legt de loyaliteitsverklaring af, een moslim (soenniet en sjiiet) die dat niet ziet zitten doet dat niet en kan dus geen Nederlander worden of blijven, of hij/zij moet de boel willen belazeren maar dat komt snel uit als hij/zij zich bijvoorbeeld verspreekt of naar een soennitische moskee gaat. Voorts kunnen we de culturele kloof met de rechtsstaatsloyale moslims gaan dichten: een brug bouwen van twee kanten. Loyaliteit is veel, veel meer dan "respect" voor de wet.

Ik ben het met je eens dat Nederland het niet zal toestaan dat de democratische rechtsstaat zal worden ondermijnd. Maar is voorkomen niet beter dan genezen mogelijk met geweld?

Met "een Luther" bedoelde ik dat het soennitisme de doodstraf op afvalligheid afschaft - door op een eerdere koran/hadith-linterpretatie terug te komen - net zoals de katholieke kerk dat heeft gedaan destijds: de afvalligen, de protestanten worden geaccepteerd. Dat heet de protestantisering van de orthodoxie c.q. van de katholieke geloofsleer

Ik zal je voorbeeld van Senegal eens goed bekijken. Interessant.

Groet,
Wesley van de Berg

***

Beste Wesley van de Berg,

Ik denk niet dat de kloof fundamenteel bestaat uit enerzijds niet-moslims die allemaal de democratie steunen en moslims die allemaal de wetsgelijkheid en vrije verkiezingen niet steunen. Ik denk dat een loyaliteitsverklaring geen zin heeft, mensen kunnen van alles tekenen ook als ze daar eigenlijk niet achter staan. En wat doe je verder met die verklaring? Ik vind dat als je zo'n verklaring laat tekenen het net zo goed door autochtone niet-moslims getekend zou moeten worden. En stel nu dat mensen het tekenen en daarna toch ongewenst gedrag vertonen, wat voor rol heeft die verklaring dan? Je kunt ook de hele Nederlandse bevolking laten tekenen dat ze niets zullen stelen en niemand zullen vermoorden, maar dat wil niet zeggen dat dat daarna niet meer zal gebeuren in Nederland. Wat is het doel van die verklaring, waarom zou die verklaring een effect hebben op hoe mensen denken over de democratische rechtsstaat?

Het bevorderen van loyaliteit kan volgens mij het beste gebeuren door een insluitende houding naar allochtonen toe, dat zij volledig meetellen in de Nederlandse samenleving en gelijk behandeld worden. Iedereen heeft zich aan de wet te houden en we willen graag dat alle burgers in Nederland loyaal zijn naar de democratische rechtstaat toe en dus geen coupe naar een dictatuur toe zouden steunen. En het maakt daarbij niet uit wat iemands achtergrond is, we vragen van iedereen loyaal te zijn. En dat niet iedereen dat is in de praktijk, dat is een gegeven. De vraag is wat je daaraan doen kunt. Een loyaliteitsverklaring heeft volgens mij weinig zin. Misschien zou je wel een model kunnen invoeren op lokaal niveau, waarbij bijvoorbeeld de bewoners van een wijk (van buurtorganisaties) bij elkaar komen en bespreken hoe zij in de wijk met elkaar om willen gaan, en dat zij daar gezamenljk een verdrag voor opstellen en dat allen ondertekenen, als een Hobbesiaans verdrag om het geweld van de natuurstaat in te kaderen in de vorm van een onderlinge overeenkomst, een contract. Ik denk dat wanneer mensen zoiets tekenen, een tekst die ze zelf samen geschreven hebben, dat ze zich er eerder aan zullen houden.

Ik verwacht niet dat er snel een Lutheriaanse revolutie zal komen binnen de Islam. Ik verwacht niet dat de fundamentalisten / extremisten snel zullen beslissen dat zij voortaan de gematigde stromingen accepteren. Ik verwacht meer van het verzet van de gematigden, met wie gematigde niet-moslims een verbond kunnen sluiten, dan van een mentaliteitsverandering richting meer tolerantie onder de extremisten.

Met vriendelijke groet,

Esther Langen

Comments:
This comment has been removed by a blog administrator.
 
Ik denk dat het probleem dat hier geschetst wordt niet eens zozeer een moslimprobleem is. Het is meer het klassieke democratie-dilemma: de bevolking stemt, maar wat als zij tegen de democratie stemt? Zo schaft de democratie zichzelf af.
Dat loopt vast zo'n vaart niet in Nederland.

In Irak ligt het duidelijker: een land dat niet 'uit zichzelf' democratisch is maar gedwongen wordt verkiezingen te houden door de bezetter. Diezelfde bezetter is vervolgens verbaasd dat men voor despotische types kiest...

Ik hoop dat je er geen trol bij krijgt!
 
Ik wou niet anoniem zijn, die laatse post is van mij.
 
Nu ik de naam Meulenbelt zie vraag ik me af hoe je als feminist een brug kunt bouwen naar mensen met een vrouwonvriendelijke religie (niet per se alleen de Islam!) of levenshouding.
Is dat altijd een doodlopende weg? Compromissen zijn zo moeilijk en mogelijk zelfs schadelijk... Zegt Levinas hier iets over?
Als het te ver van je onderwerp vandaan ligt geeft dat niets hoor!
Veel plezier in Senegal.
 
Hoi Letty,

Ik ben het met je eens dat het eigenlijk geen moslimprobleem is maar een algemeen democratieprobleem. Als je kiest voor een echte democratie dan moet je het stemmen aan mensen zelf overlaten (vgl. het issue van de allochtone raadsleden), ook als je hun keuze persoonlijk slecht vindt of als je denkt dat het slecht is voor het land (en wie ben jij (in het algemeen) om dat te bepalen).

En de vraag is wat mij betreft of er op dit moment echt een probleem is van dat de meerderheid van de moslims in Nederland niet loyaal zou zijn aan de democratische rechtstaat, of dat sommige niet-moslims zich laten meeslepen door irreele toekomstvisioenen.

Over Anja Meulenbelt als bruggenbouwer: je kunt de vraag aan haarzelf stellen op http://anjameulenbelt.sp.nl/weblog/

Persoonlijk is mijn antwoord:
Racisme t.o.v. de Islam en de manier waarop vrouwen binnen de Islam behandeld worden zijn twee verschillende onderwerpen.

Ik verwacht dat Anja Meulenbelt de Islam als geheel niet vrouwonvriendelijk vindt. Onderdrukking van vrouwen vindt plaats en moet bestreden worden, hoe dan ook, of dit nu in naam van de Islam plaatsvindt of niet.

Je moet aan de schapen vragen wie de wolf is. Anja Meulenbelt is solidair met de schapen, of het nu onderdrukte vrouwen zijn of onderdrukte moslims of andere groepen aan wie onrecht wordt aangedaan.

Wat Levinas van deze vraag zou vinden is moeilijk te zeggen.
Ik denk dat hij geen tegenstelling zou zien in dat iemand discriminatie en racisme tegengaat m.b.t. een religie die vrouwonvriendelijke kanten heeft, terwijl de persoon die zich daarvoor inzet een feministe is.

Racisme is een vorm van ontmenselijking die altijd tegen gegaan moet worden, ongeacht wat de achtergrond is van degene op wie het racisme gericht is.
 
Dank je voor je antwoord! Ben benieuwd naar meer Senegalese ervaringen.
 
Post a Comment

<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?