12/20/2012
De kracht van Levinas
Als ik aan het werk ben bij Mensen met een Missie moet ik vaak aan Levinas denken, zijn naam wordt er ook vaak genoemd. Ik ben heel blij dat ik zo de kans krijg mij opnieuw in hem te verdiepen en met anderen van gedachten te wisselen. Een collega stelde voor om een keer samen een lunchlezing over Levinas te houden, dat doe ik graag.
Waarom spreekt de filosofie van Levinas mij zo aan? Levinas leest mensen niet de les, hij houdt geen preken over wat wij allemaal moeten en wel en niet mogen. De God van Levinas is geen boze God die dreigt met straf of mensen lekker maakt met beloningen. Er is ook geen voorbestemming voor de hel. Zijn ethiek is ook niet gebaseerd op een nutsdenken waarbij je bijvoorbeeld alleen iets doet voor een ander omdat je verwacht dat de ander dan iets voor jou doet. Het principe gaat eigenlijk vanzelf: ik doe goed voor de ander omdat ik mij verantwoordelijk voel, wanneer ik het gelaat van de ander voor mij zie. Ik ontmoet de ander en ik neem de zorg voor de ander op mij. Dat gebeurt niet altijd, er zijn genoeg voorbeelden van verschrikkelijke dingen die mensen elkaar aandoen. Maar het gebeurt vaak genoeg in het dagelijks leven, dat de ene mens geraakt wordt door de ander, even zichzelf vergeet en de zorg voor de ander op zich neemt. Dat is voor Levinas de basis van de ethiek. Het is een stevige basis waar je iets mee kunt.
Daar komt bij dat Levinas zegt dat de ander totaal anders is dan ik. Het is belangrijk om te beseffen dat de ene mens en de andere mens totaal van elkaar verschillen, er is een afstand tussen hen die niet overbrugd kan worden. Het beeld dat ik van de ander heb valt nooit samen met de echte ander. Ik kan niet in de schoenen staan van de ander, ik kan niet zijn of haar gedachten denken. Om de wereld begrijpelijker te maken deel ik mensen in categorieƫn in (want anders is het allemaal zo gecompliceerd en onoverzichtelijk). Maar iedere mens is uniek en de categorieƫnverdeling, de hokjesgeest geeft een vertekening van de werkelijkheid. Dat zijn de vooroordelen, de beelden die mensen in hun hoofd hebben over bepaalde groepen mensen. Ik moet mijn vooroordelen aan de kant zetten en open staan voor de echte ander die ik ontmoet. De ander heeft het recht om voor zichzelf te spreken, ik kan dat niet in zijn of haar plaats doen. Alle mensen zijn verschillend maar onze menselijke waarde is gelijk. De ander verdient respect en mag niet gediscrimineerd worden. (En als we allemaal al zo totaal verschillend zijn dan maken cultuurverschillen of etnische verschillen dus eigenlijk niet zoveel meer uit, het gaat meer om de houding van het open staan voor de echte ander.)
Ik ben ook altijd wat achterdochtig als mensen zeggen dat ze zo graag hulpeloze zielige mensen willen helpen, want die zijn zo dankbaar en dan voelen de helpers zich goed, dan kunnen ze zichzelf op de borst kloppen. Dat is niet het idee van Levinas over de zorg voor de ander. De helper is geen geweldige hoogstaande weldoener die de arme miserabele sloebers uit het slob verheft. Nee, juist de geholpene, de ander is mijn meester. De relatie is assymetrisch, als een wipwap, en juist de ander zit bovenaan en ik onderaan. Alleen de ander kan mij wakker schudden uit mijn hersenspinsels, de verzonnen beelden in mijn hoofd. Alleen de ander kan mij aanspreken op mijn verantwoordelijkheid. Het gelaat van de ander is naakt en kwetsbaar, maar juist daarom is het krachtig, daardoor word ik geraakt. Laten we onze aandacht richten op mensen die onderdrukt worden, die arm zijn, die het moeilijk hebben, wie onrecht wordt aangedaan. Zij zijn onze meesters. Wij zijn verantwoordelijk om te doen wat we kunnen. Niet omdat iemand zegt dat we dat moeten maar omdat we geraakt worden door de ander die ons aanziet.
Waarom spreekt de filosofie van Levinas mij zo aan? Levinas leest mensen niet de les, hij houdt geen preken over wat wij allemaal moeten en wel en niet mogen. De God van Levinas is geen boze God die dreigt met straf of mensen lekker maakt met beloningen. Er is ook geen voorbestemming voor de hel. Zijn ethiek is ook niet gebaseerd op een nutsdenken waarbij je bijvoorbeeld alleen iets doet voor een ander omdat je verwacht dat de ander dan iets voor jou doet. Het principe gaat eigenlijk vanzelf: ik doe goed voor de ander omdat ik mij verantwoordelijk voel, wanneer ik het gelaat van de ander voor mij zie. Ik ontmoet de ander en ik neem de zorg voor de ander op mij. Dat gebeurt niet altijd, er zijn genoeg voorbeelden van verschrikkelijke dingen die mensen elkaar aandoen. Maar het gebeurt vaak genoeg in het dagelijks leven, dat de ene mens geraakt wordt door de ander, even zichzelf vergeet en de zorg voor de ander op zich neemt. Dat is voor Levinas de basis van de ethiek. Het is een stevige basis waar je iets mee kunt.
Daar komt bij dat Levinas zegt dat de ander totaal anders is dan ik. Het is belangrijk om te beseffen dat de ene mens en de andere mens totaal van elkaar verschillen, er is een afstand tussen hen die niet overbrugd kan worden. Het beeld dat ik van de ander heb valt nooit samen met de echte ander. Ik kan niet in de schoenen staan van de ander, ik kan niet zijn of haar gedachten denken. Om de wereld begrijpelijker te maken deel ik mensen in categorieƫn in (want anders is het allemaal zo gecompliceerd en onoverzichtelijk). Maar iedere mens is uniek en de categorieƫnverdeling, de hokjesgeest geeft een vertekening van de werkelijkheid. Dat zijn de vooroordelen, de beelden die mensen in hun hoofd hebben over bepaalde groepen mensen. Ik moet mijn vooroordelen aan de kant zetten en open staan voor de echte ander die ik ontmoet. De ander heeft het recht om voor zichzelf te spreken, ik kan dat niet in zijn of haar plaats doen. Alle mensen zijn verschillend maar onze menselijke waarde is gelijk. De ander verdient respect en mag niet gediscrimineerd worden. (En als we allemaal al zo totaal verschillend zijn dan maken cultuurverschillen of etnische verschillen dus eigenlijk niet zoveel meer uit, het gaat meer om de houding van het open staan voor de echte ander.)
Ik ben ook altijd wat achterdochtig als mensen zeggen dat ze zo graag hulpeloze zielige mensen willen helpen, want die zijn zo dankbaar en dan voelen de helpers zich goed, dan kunnen ze zichzelf op de borst kloppen. Dat is niet het idee van Levinas over de zorg voor de ander. De helper is geen geweldige hoogstaande weldoener die de arme miserabele sloebers uit het slob verheft. Nee, juist de geholpene, de ander is mijn meester. De relatie is assymetrisch, als een wipwap, en juist de ander zit bovenaan en ik onderaan. Alleen de ander kan mij wakker schudden uit mijn hersenspinsels, de verzonnen beelden in mijn hoofd. Alleen de ander kan mij aanspreken op mijn verantwoordelijkheid. Het gelaat van de ander is naakt en kwetsbaar, maar juist daarom is het krachtig, daardoor word ik geraakt. Laten we onze aandacht richten op mensen die onderdrukt worden, die arm zijn, die het moeilijk hebben, wie onrecht wordt aangedaan. Zij zijn onze meesters. Wij zijn verantwoordelijk om te doen wat we kunnen. Niet omdat iemand zegt dat we dat moeten maar omdat we geraakt worden door de ander die ons aanziet.