9/12/2006

 

Germany lacks "gezelligheid" according to Dutch youth

To make my post easier to read, I will post the fifth comment of the thread below as a separate post ...

Here is another example of negative irrational immoral images about Germans, this time from Dutch youngsters. Below are some results from a
survey called "Burenverdriet" (neighbour sadness) that was carried out by the Clingendael Institute in 1997, among more than 1000 pupils from 13 highschools in the Netherlands.
A similar kind of research had been carried out in 1995 and 1993.

And one more remark before I start: This research is from almost ten years ago. There are also many other researches done with an opposite outcome, which show that the Dutch youth are starting to think more positive about Germany. Berlin is very popular for going out, and for the rest the Dutch youth is not the whole day busy thinking how stupid Germans are (fortunately). I think that the outcome of the Clingendael research will have been influenced by the way the questions were asked. I doubt for instance if the youth have chosen the words militant, dominant and aggressive all by themselves, or if they were mentioned in the question and it was enough for the respondents to say that they agreed.

The reason why I am referring to this research is because these emotions do exist still among youth, and there are not many improvements visible - also if you compare the '93, '95 and '97 surveys. The war happened more than 60 years ago, it is worrying to see that half of the Dutch youth currently still thinks that Germany wants to conquer other countries.

The research report - which is quoted below - is in Dutch. So I will start with a summary in English.

Outcome of the 1997 survey:

  • From all the EU member states Germany - and the German population - is considered to be the least sympathetic among Dutch youth.
  • The scores of negative emotions towards a people are the strongest against Germans. These negative emotions depend mainly on the views that the youngsters have about Germans (stereotypes and clichés) and the direct contact they have with Germany.
  • Dutch youngsters like Germany the least to move to.
  • They also like Germany the least as their neighbour.
  • It turned out that they don't know much about Germany.
  • Almost half of the sample considers Germans to be militant, dominant and arrogant (1993).
  • Only one-fifth of the respondents considers Germany to be a peace-loving country (1993).
  • Negative messages about Germany and Germans reach the respondents mainly through their grandparents and friends.
  • 62% of the respondents call Germany democratic.
  • 27% thinks that Germany has got a big difference between rich and poor.
  • 42% thinks that Germany doesn't accept many refugees.
  • Germans have the lowest score with regard to "gezelligheid" (cosiness), friendliness, and easygoingness of the EU.

Text of the report:

De resultaten van dit onderzoek tonen aan dat de houding van jongeren jegens Duitsland en Duitsers weliswaar positiever geworden is, maar dat deze in essentie onveranderd is gebleven vergeleken met het onderzoek van 1995 [Dekker, Aspeslagh, Du Bois-Reymond, 1997]. Duitsland blijft van alle lidstaten van de Europese Unie het land waar de minste sympathie naar blijkt uit te gaan.
Uit het onderzoek blijken emoties de belangrijkste verklaring voor deze houdingen te vormen: Duitsland scoort het hoogst op negatieve emoties. Deze emoties ten aanzien van Duitsland worden door hun hardnekkigheid gekenmerkt, waarvan de wortels in het verleden liggen. Ze kunnen, bij wijze van spreken, er niet met een pincet uitgehaald worden. Wijziging van zulke, door hecht verankerde emoties bepaalde, negatieve houdingen vergt een aanpak met lange adem.

De eerste empirische studie van het Instituut Clingendael en de Rijksuniversiteit Leiden dateert van 1993. Ruim achttienhonderd jongeren op scholen voor voortgezet onderwijs vulden tijdens een lesuur een vragenlijst in. Een meerderheid van de ondervraagde jongeren had een negatieve attitude tegenover Duitsland. De attitude ten aanzien van de andere EU-landen was veel positiever. Objectieve kennis over Duitsland bleek beperkt aanwezig. Bijna de helft zag Duitsland als oorlogszuchtig en als een land dat de wereld wil overheersen. Eenderde geloofde dat Duitsland weinig vluchtelingen opnam. Slechts twee op de tien ondervraagden zagen Duitsland als een vredelievend land. De meerderheid van de respondenten vond Duitsers overheersend en arrogant. Een aanzienlijk effect op de attitude hadden de opvatting over Duitsland (clichés en stereotypen) en het wel of niet direct contact hebben met Duitsland.

In de tweede studie in 1995 werden opnieuw schoolgaande jongeren geënquêteerd. Ruim duizend jongeren op scholen voor Mavo, Havo, en Vwo, verdeeld over het hele land, deden aan dit nieuwe onderzoek mee. Tijdens een lesuur beantwoordden de respondenten opnieuw een vragenlijst onder toezicht van één van de onderzoekers. Naast vragen over de attitude tegenover Duitsland zijn opnieuw vragen gesteld over clichés van Duitsland, stereotypen van Duitsers en over direct contact. Nieuw in het onderzoek waren vragen naar emoties ten aanzien van Duitsland en vragen naar de attitude tegenover het eigen land. Vergeleken met het eerste onderzoek was de attitude jegens Duitsland in 1995 aanzienlijk minder negatief, evenals de clichés en stereotypen. Duitsland was echter ook bij dit onderzoek de EU-lidstaat met het hoogste percentage negatieve attituden. Het land kreeg wederom de laagste gemiddelde sympathie score. Het kreeg opnieuw de minste voorkeur om naar te verhuizen (tezamen met Ierland). Duitsers had men het liever niet als potentiële buren. Ook in 1995 was Duitsland de EU-lidstaat die op het hoogste percentage negatieve attituden van jonge Nederlanders kon rekenen. De veronderstelling dat de racistische aanslagen in Duitsland een zeer grote invloed op de beeldvorming hadden, was op zich juist. Het verschil was een beweging van een sterk negatief naar een negatief beeld. De meeste invloed op de Duitsland attitude hadden emoties, die Duitsland en Duitsers oproepen, de clichés van Duitsland, en de stereotypen van Duitsers. Negatieve berichten over Duitsers komen, in de perceptie van jongeren, vooral van hun grootouders en vrienden. Duitsland is evenals in 1993 en 1995 ook bij dit derde onderzoek de EU-lidstaat met het hoogste percentage negatieve attituden (38%). Het land kreeg wederom de laagste gemiddelde sympathiescore. Het kreeg opnieuw de minste voorkeur als land om naar te verhuizen. Duitsers kregen opnieuw weinig voorkeur als potentiële buren (tezamen met Ieren, Zweden, Grieken, Portugezen, en Finnen).

Duitsland scoorde ook in 1997 het hoogst op oorlogszuchtig (samen met Frankrijk). Slechts drie clichés zijn behoorlijk veranderd. In 1995 werd Duitsland democratisch genoemd door 72 procent van de scholieren, in 1997 noemt 62 procent dat (-10%). In 1995 geloofde 18 procent van de ondervraagden dat Duitsland grote verschillen tussen arm en rijk kende, twee jaar later gelooft 27 procent dat (+9%). Ook het percentage respondenten dat gelooft dat Duitsland weinig vluchtelingen opneemt is toegenomen (+9%). De stereotypen van Duitsers zijn in 1997 zo goed als dezelfde als in 1995. Opnieuw scoorden Duitsers het hoogst op overheersend zijn en arrogantie en het laagst op gezelligheid, vriendelijkheid, en het gemakkelijk in de omgang zijn. Dat geldt ook voor de emoties die Duitsland oproept. Ook de rapportages van de respondenten over de frequentie van verblijf in Duitsland verschillen nauwelijks. Over het geheel genomen zijn de attituden, beelden, en emoties ten aanzien van Duitsland weinig veranderd. De verbetering die in 1995 is gesignaleerd ten opzichte van 1993 heeft zich niet doorgezet. Dit ondanks de vele activiteiten die sinds 1993 en ook na 1995 zijn ondernomen om de relatie tussen Nederland en Duitsland en de beeldvorming van Duitsland te verbeteren.

DIESER ABSCHNITT IST DEUTSCH BESETZT

"Und du meinst, das hier wird nicht villeicht falsch verstanden...?"
"Ach was! So viel Humor werden selbst die Käseköppe haben!"

Comments:
Geen verbetering in het Duitslandbeeld sinds 1993/5/7 ? Dat is toch geen wonder als je steeds meer leerkrachten hebt voor wie 'nuances' een vreemd woord is geworden. Sjablonen, sjablonen.

Waar zou een leerling zijn nuanceringen vandaan moeten halen ?

Ik had toch wel een opmerking ter verklaring verwacht, in die richting, of een andere.


En dan een fijne afsluiting van het stukje, bijvoorbeeld met Kaffee mit een kaneelkoekje of einem Sachertorte.
 
Ook interessant om te onderzoeken, de beelden die de leerkrachten verspreiden...
 
Post a Comment

<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?